Mavo Paragraaf 2.3

• nask
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Vandaag

Korte uitleg over paragraaf 2.3

Daarna aan de slag met:

* opgaven paragraaf 2.3 *

of

* voorbereiden SO van vrijdag *

Leerdoelen

1. Je kunt de massa van een hoeveelheid stof bepalen.
2. Je kunt het volume van eenhoeveelheid vloeistof bepalen.
3. Je kunt het volume van een rechthoekig voorwerp berekenen.
4. Je kunt het volume van een vorwerp met een onregelmatige vorm bepalen.

Waarmee kan je de massa van een stof bepalen?

Waarmee kun je het volume van een vloeistof bepalen?

1. Meetcilinder
2. Maatcilinder
3. Maatbeker
4. Meetbeker

1 liter is gelijk aan

1. 1000dm​3​​
2. 1000cm​3​​
3. 1000m​3​​
4. 1000mm​3​​

Wat is het volume
van dit blokje?

1. 15cm​3​​
2. 15m​2​​
3. 1,5dm​3​​
4. 15m​3​​

Wat is het volume van
dit voorwerp?

1. 20 mL
2. 15 mL
3. 2 mL
4. 150 mL

Wat hebben we gezien?

Massa: meten met een weegschaal

Volume van vloeistof:

meten met een maatcilinder

Van vaste stof: 

Berekenen met l(engte) x b(reedte) x h(oogte)

Meten met onderdompelmethode

Onderdompelmethode

Doe water in een maatcilinder.

Lees het volume af.

Doe voorzichtig het voorwerp erin.

Lees het volume af.

Bereken het verschil.

Aan de slag

Je gaat nu 5 minuten in stilte (= geen overleg) aan de slag.

Je mag kiezen:

Maak opgaven 1 t/m 17 bij paragraaf 2.3 (blz. 61)

of

Bereid de SO van vrijdag voor (leren/Test Jezelf/etc.)