What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Schooltaalwoorden
Schooltaalwoorden
1 / 50
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
50 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Schooltaalwoorden
Slide 1 - Slide
Wat zijn schooltaalwoorden
volgens jou?
Slide 2 - Open question
Woordenschat
A
Een woordenboek
B
Woorden die je kent en gebruikt
C
Een kist met boeken
D
Encyclopedie
Slide 3 - Quiz
Nu krijg je steeds een schooltaalwoord te zien.
Geef de betekenis van het schooltaalwoord.
Soms staat er een zin bij het woord om het iets
duidelijker te maken.
Slide 4 - Slide
Het advies
A
de gevolgen
B
de tip
C
de opdracht
D
het antwoord
Slide 5 - Quiz
Hinder
A
last
B
waar een paard overheen springt
C
een tip geven
D
leuk vinden
Slide 6 - Quiz
Definitief
A
conclusie
B
blijvend
C
uitwerking
D
voorspoedig
Slide 7 - Quiz
Bevatten
Hij kon het verschil daartussen maar niet bevatten.
A
begrijpen
B
geloven
C
vasthouden
D
inhouden
Slide 8 - Quiz
Variëren
A
optreden
B
concluderen
C
verenigen
D
verschillen
Slide 9 - Quiz
Globaal
A
precies
B
de grootte
C
ruw geschat
D
uitwerking
Slide 10 - Quiz
Factor
A
omstandigheid
B
taak
C
tekort
D
sterk
Slide 11 - Quiz
m.a.w.
(wat betekent deze afkorting?)
A
moeten allemaal werken
B
met andere woorden
C
meer andere wetenschappen
D
met aftrek van winst
Slide 12 - Quiz
Voornamelijk
A
eerste
B
voorste
C
de naam dragend
D
vooral
Slide 13 - Quiz
Noteren
A
opschrijven
B
noten lezen
C
voeren
D
bevatten
Slide 14 - Quiz
Constateren
A
herkennen
B
conclusie trekken
C
contact opnemen
D
vaststellen
Slide 15 - Quiz
Nagaan
A
volgen
B
nadoen
C
controleren
D
later gaan
Slide 16 - Quiz
Waarderen
A
kopen
B
waarnemen
C
op prijs stellen
D
vragen waar iemand is
Slide 17 - Quiz
Het effect
A
het advies
B
de gedachte
C
de uitwerking
D
de kleuren
Slide 18 - Quiz
Het ezelsbruggetje
A
geheugensteuntje
B
dierenoversteekplaats
C
brug gemaakt van balken
D
optelsom
Slide 19 - Quiz
Markeren
A
Premier Rutte roemen
B
Iets omcirkelen of aanstrepen
C
Snel door het boek heen bladeren
D
Leesstrategie
Slide 20 - Quiz
Inhouden
Dat houdt in dat je alle opdrachten moet maken.
A
Alles wat er inzit
B
Minder erin doen
C
betekenen
D
beetpakken
Slide 21 - Quiz
Formuleren
A
Racen
B
Een toverspreuk uitvoeren
C
Een voorbeeld geven
D
Met woorden omschrijven
Slide 22 - Quiz
Vrijwel
A
verklaren
B
op vrije voeten zijn
C
vrijgeven
D
bijna
Slide 23 - Quiz
Controleren
A
Nakijken
B
Iets rond laten gaan
C
de bedoeling doorgeven
D
betekenen
Slide 24 - Quiz
Nu komen er een aantal andere opdrachten.
Vul het goede schooltaalwoord in op de puntjes.
Slide 25 - Slide
Je kan een wafel kopen... de pauze.
A
tijdens
B
naar aanleiding van
C
dankzij
D
bij voorbaat
Slide 26 - Quiz
Het is ... belangrijk om een
computer te hebben.
A
uitzondering
B
tegenwoordig
C
verboden
D
hoewel
Slide 27 - Quiz
De leraar geeft geen... over deze oefeningen.
A
uitzondering
B
uitzicht
C
uitleg
D
uitdrukking
Slide 28 - Quiz
Hij heeft geen... om elke
dag te sporten.
A
uitleg
B
beweging
C
kudde
D
kracht
Slide 29 - Quiz
Heb jij een ... op een tijdschrift?
A
uitleg
B
abonnement
C
uitgave
D
verklaring
Slide 30 - Quiz
Wie is de ... van dit boek?
A
inkoop
B
schrijven
C
auteur
D
verklaring
Slide 31 - Quiz
Deze toets moet je... maken.
A
vloeibaar
B
suggereren
C
ongeschikt
D
zorgvuldig
Slide 32 - Quiz
Om een werkstuk te maken moet je eerst informatie...
A
verzamelen
B
verzinnen
C
vervangen door
D
verbruiken
Slide 33 - Quiz
De betekenis van deze
woordjes moet je ....
A
uitkomen op
B
van buiten kennen
C
verstaan onder
D
van belang zijn
Slide 34 - Quiz
Voor het vak Nederlands moeten we elke week een ... maken.
A
samenvatten
B
samenstellen
C
samenleving
D
samenvatting
Slide 35 - Quiz
In de krant heb je een ... die alleen maar over sport gaat.
A
theorie
B
werkstuk
C
rubriek
D
cel
Slide 36 - Quiz
De... in ons werkboek zijn best simpel.
A
opgaven
B
kringloop
C
verspreiding
D
verschijnselen
Slide 37 - Quiz
De... van het product is perfect!
A
uitzondering
B
kwaliteit
C
aanleiding
D
afwijking
Slide 38 - Quiz
In die... vind je het goede antwoord.
A
satelliet
B
levenswijze
C
decimaal
D
kolom
Slide 39 - Quiz
In de les mag je de toets die je gemaakt hebt nog even ...
A
inzien
B
verbinden met
C
ontbreken
D
installeren
Slide 40 - Quiz
In je lesboeken van school
vind je veel...
A
industrie
B
informatie
C
illustratie
D
isolatie
Slide 41 - Quiz
Een tekening bij de tekst noem je ook wel een...
A
indeling
B
informatie
C
illustratie
D
isolatie
Slide 42 - Quiz
Je rekenmachine is een... om de sommen uit te kunnen rekenen.
A
hinder
B
cel
C
beweging
D
hulpmiddel
Slide 43 - Quiz
De uitkomsten uit het schema zijn ook nog weergegeven in een ...
A
grondstof
B
grafiek
C
evenwicht
D
hulpmiddel
Slide 44 - Quiz
Het is heel belangrijk om je huiswerk goed te ...
A
garanderen
B
uitzoeken
C
ontwerpen
D
controleren
Slide 45 - Quiz
Dit waren de vragen over de schooltaalwoorden.
Nu krijg je nog 3 andere vragen en dan is de test klaar.
Slide 46 - Slide
Ik begrijp altijd wat een docent bedoelt in de les.
1
10
Slide 47 - Poll
Als ik iets niet begrijp dan komt dat door...
Slide 48 - Open question
Wat doe je als je iets niet begrijpt?
Slide 49 - Open question
Slide 50 - Slide
More lessons like this
Schooltaalwoorden
May 2024
- Lesson with
40 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Schooltaalwoorden - 2
January 2021
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Schooltaalwoorden
September 2023
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 1,3
Schooltaalwoorden
January 2024
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Schooltaalwoorden
September 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Schooltaalwoorden - 9
March 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Schooltaalwoorden
November 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Schooltaalwoorden
September 2024
- Lesson with
43 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1