Les 1: Opbouw van een tekst

Hallo meisjes en jongens van mavo 1.
Welkom bij de les Nederlands!
Vandaag gaan we starten met de eerste les in de lessenserie Hoofd- en bijzaken 

In deze les blikken we terug op wat jullie al weten over: leesstrategieën, tekstopbouw, onderwerp en deelonderwerpen. 

Jullie leren vandaag:
- Wat de hoofdgedachte van een tekst is. 
- Wat kernzinnen zijn en waar je die kunt vinden.

Eerst volgen er nu wat vragen om te kijken wat je allemaal nog weet...

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Hallo meisjes en jongens van mavo 1.
Welkom bij de les Nederlands!
Vandaag gaan we starten met de eerste les in de lessenserie Hoofd- en bijzaken 

In deze les blikken we terug op wat jullie al weten over: leesstrategieën, tekstopbouw, onderwerp en deelonderwerpen. 

Jullie leren vandaag:
- Wat de hoofdgedachte van een tekst is. 
- Wat kernzinnen zijn en waar je die kunt vinden.

Eerst volgen er nu wat vragen om te kijken wat je allemaal nog weet...

Slide 1 - Slide

Wat wordt bedoeld als we het hebben over: het onderwerp van een tekst?
A
Waar de tekst over gaat
B
De persoonsvorm
C
De tussenkopjes
D
Waar de tekst mee begint

Slide 2 - Quiz

Hoe kun je het snelst het onderwerp van een tekst bepalen?
A
Globaal lezen
B
Oriënterend lezen
C
Precies lezen
D
Zoekend lezen

Slide 3 - Quiz

Wat doe je bij oriënterend lezen? Je leest en bekijkt:
A
Tussenkopjes, titel , plaatjes
B
Titel, tussenkopjes, plaatjes, andersgedrukte woorden
C
Titel, tussenkopjes, inleiding, plaatjes
D
Titel, tussenkopjes, inleiding, plaatjes en andersgedrukte woorden

Slide 4 - Quiz

Het onderwerp van een tekst
Is datgene waar de tekst over gaat.
Bijvoorbeeld: Banden plakken, honden als huisdier of zeevissen.


Het onderwerp van een tekst formuleer je in slechts één, of enkele woorden. (Dus nooit in een hele zin!)

Slide 5 - Slide

Oriënterend lezen
Als je het onderwerp van een tekst snel wilt weten, dan kun je de tekst oriënterend lezen. 

Je bekijkt dan plaatjes, leest de titel, tussenkopjes, andersgedrukte woorden en de inleiding (eerste alinea).

Daarna stel je jezelf de vraag: Waar gaat deze tekst over?

Slide 6 - Slide

Wat zijn deelonderwerpen?
A
Het eerste , tweede of derde deel van de tekst
B
Verschillende delen van het onderwerp
C
Delen waarin je het onderwerp kunt lezen
D
Een onderwerp in de tekst

Slide 7 - Quiz

Hoe kun je het snelst bepalen wat de deelonderwerpen van een tekst zijn?
A
Oriënterend lezen
B
Globaal lezen
C
Precies lezen
D
Zoekend lezen

Slide 8 - Quiz

Wat doen je als je globaal leest?
A
Eerste en laatste zin van de tekst lezen
B
De titel en tussenkopjes lezen
C
Ik lees de eerste en laatste zin van elke alinea
D
Ik lees de tekst helemaal

Slide 9 - Quiz

Deelonderwerpen
Dit zijn de verschillende delen van het onderwerp, die in de tekst worden besproken.

Bijvoorbeeld: Het onderwerp van de tekst is
Honden als huisdier.
Dan zouden deelonderwerpen kunnen zijn:
- Voeding van een hond
- Beweging van een hond
- Verzorging van een hond



Slide 10 - Slide

Deelonderwerpen, inleiding, middenstuk & slot.
 Deelonderwerpen vinden we in het middenstuk van een tekst.
De meeste teksten bestaan altijd uit een inleiding, een middenstuk en een slot

Inleiding: Eerste alinea (heel soms ook de tweede). Hierin maakt de lezer kennis met het onderwerp. Soms gebruikt de schrijver hiervoor een anekdote (grappig verhaaltje). De inleiding is bedoeld om de lezer nieuwsgierig te maken.

Middenstuk: Alle alinea's tussen de inleiding en het slot. Het grootste deel van de tekst. Hierin worden de deelonderwerpen besproken. Elk deelonderwerp heeft een of twee alinea's. Er worden nooit meerdere deelonderwerpen besproken in één alinea. Zo blijft de tekst overzichtelijk. 

Slide 11 - Slide

Deelonderwerpen, inleiding, middenstuk & slot.
Slot: De laatste alinea (heel soms de een-na-laatste ook). Hierin wordt de belangrijkste informatie uit de tekst vaak nog even herhaald. Dit noemen we ook wel een korte samenvatting of conclusie. Soms blikt de schrijver vooruit in de tijd. Dit noemen we een vooruitblik. 

Niet alle teksten hebben een inleiding, middenstuk en een slot. Sommige teksten hebben een andere opbouw. Nieuwsberichten bijvoorbeeld. Nieuwsberichten beginnen met een inleiding waarin juist het belangrijkste wordt verteld, en daarna wordt juist verteld wat minder belangrijk is. Er is bij nieuwsberichten meestal geen sprake van een echt slot.


Slide 12 - Slide

Globaal lezen
Als je wilt weten wat de deelonderwerpen van een tekst zijn, dan kun je het beste globaal lezen. Hierbij doe je het volgende:
1. Bepaal eerst het onderwerp van de tekst.
2. Je leest de eerste en laatste zin van elke alinea. 
3. Bij elke alinea vraag je je af waar die over gaat.
Een alinea bespreekt nooit meer dan één deelonderwerp. Één deelonderwerp kan in meerdere alinea's besproken worden

Slide 13 - Slide

Wat leren we vandaag?
  • Aan het einde van deze Lessonup weet je wat wordt bedoeld met: de hoofdgedachte van een tekst. 
  • Aan het einde van deze Lessonup weet je wat wordt bedoeld met kernzinnen.


Bekijk het filmpje op de volgende pagina. Daarna volgen wat vragen over het filmpje.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
Een zin over het onderwerp
B
Het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp schrijft.
C
Waar de schrijver het meest over schrijft
D
Een mening

Slide 16 - Quiz

Hoe moet je een tekst lezen om de hoofdgedachte van een tekst te kunnen bepalen?
A
Oriënterend lezen
B
Globaal lezen
C
Precies lezen
D
Zoekend lezen

Slide 17 - Quiz

Wat doe je bij precies lezen?
A
Je leest de eerste en laatste zin van elke alinea
B
Je leest de inleiding en het slot
C
Je let op belangrijke tekens of andersgedrukte woorden
D
Je leest de hele tekst helemaal

Slide 18 - Quiz

Welke vraag stel je om de hoofdgedachte te bepalen?
A
Wat is het belangrijkste dat de schrijver schrijft over het onderwerp?
B
Wat staat er in de titel?
C
Wat heeft de schrijver in de inleiding en het slot geschreven?
D
Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 19 - Quiz

Hoofdgedachte
De hoofdgedachte van een tekst = één volledige zin, die het belangrijkste samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt. 

Bij het onderwerp ‘nieuwjaar’ kan de hoofdgedachte zijn: Wereldwijd bestaan er veel verschillende nieuwjaarstradities. c

Om te bepalen wat de hoofdgedachte van een tekst is, moet je de tekst precies lezen. Je leest de tekst dan nauwkeurig van het begin tot het eind

Slide 20 - Slide

Hoofdgedachte van alinea's
Ook alinea's hebben hoofdgedachten. Die noemen we kernzinnen.

Een kernzin vat het belangrijkste samen dat in een alinea wordt verteld over een deelonderwerp. 

De kernzin is meestal de eerste of de laatste zin van de alinea, maar soms moet je de kernzin zelf formuleren.

Slide 21 - Slide

Wat hebben we geleerd?
  • Aan het einde van deze Lessonup weet je wat wordt bedoeld met: de hoofdgedachte van een tekst. 
  • Aan het einde van deze Lessonup weet je wat wordt bedoeld met kernzinnen.

We gaan nu aan de slag met de opdracht die je in Teams opdrachten kunt vinden genaamd: Lessonup 1 - opdracht. Typ je antwoorden in een Wordbestand en zorg dat je dat morgen in het mentoruur bij je hebt!



Succes!

Slide 22 - Slide