Groentechnische Wereld Thema 4.1 Transport

Groentechnische Wereld

Thema 4.1
Transport
Les 4.1
inkopen, productieketens in de agrarische sector en voorraadbeheer
1 / 20
next
Slide 1: Slide
groentechnische wereldMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Groentechnische Wereld

Thema 4.1
Transport
Les 4.1
inkopen, productieketens in de agrarische sector en voorraadbeheer

Slide 1 - Slide

Handel en inkoopkanalen
Handel =
het ruilen van goederen of diensten tegen geld

Goederen= tastbare dingen

Diensten= niet tastbare dingen

Slide 2 - Slide

Inkoopkanalen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Inkoopcombinatie

Slide 5 - Slide

Opdracht
productieketen agrarisch product

Slide 6 - Slide

Voorraad bijhouden
Test je begrippenkennis
Minimum en maximum voorraad
Omzetsnelheid
Besteleenheid
Bestelformulier
Statiegeld
Reclameren
Creditfactuur

Slide 7 - Slide

Het aantal keren dat de gemiddelde voorraad per jaar wordt verkocht
Een factuur van de leverancier waar opstaat hoeveel je terug krijgt voor de goederen die je hebt terug gestuurd
De minste voorraad die aanwezig moet zijn
De meeste voorraad die aanwezig mag zijn
Een formulier waarop je invult wat je wil kopen, hoeveel en tegen welke prijs
Bij de leverancier van een bestelling doorgeven dat de geleverde hoeveelheden of de kwaliteit van de producten niet klopt
Een bijdrage op verpakkingen die de leverancier weer terug wil ontvangen. Na inleveren krijg je het statiegeld weer.
De hoeveelheid waarmee een product besteld moet worden
Omzetsnelheid
creditfactuur
Minimum voorraad
maximum voorraad
Bestelformulier
Reclameren
Statiegeld
Besteleenheid

Slide 8 - Drag question

Opdracht
Een voorraadkaart bijhouden

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat is handel?
A
Het ruilen van diensten tegen goederen
B
Het ruilen van goederen of diensten tegen geld
C
Het ruilen van goederen tegen andere goederen
D
Het ruilen van goederen tegen diensten

Slide 11 - Quiz

Wat is een groothandel?
A
Een bedrijf waar bijvoorbeeld bloemen geproduceerd worden
B
Een bedrijf waar een ondernemer producten bij opbod koopt en die verkoopt aan consumenten
C
Een tuincentrum waar producten verkocht worden
D
Een bedrijf waar een ondernemer producten inkoopt en die verkoopt aan andere ondernemers

Slide 12 - Quiz

Wat is voor een bedrijf het grootste voordeel van lid zijn van een inkoopcombinatie?
A
De inkoopprijs is laag
B
Er is veel keuze
C
Je kunt via opbod kopen
D
De producten worden snel geleverd

Slide 13 - Quiz

Wanneer moet je een product bestellen?
A
Als de maximumvoorraad bereikt is
B
Als de minimumvoorraad bereikt is
C
Als de omzetsnelheid laag is

Slide 14 - Quiz

Wat betekent het als er op een verpakking staat: de prijs is € 13,20 per doos à 12 stuks.
A
Dat er 24 producten in de doos verpakt zijn.
B
Dat 1 product € 1,10 kost.
C
Dat je verplicht bent 12 dozen te kopen.
D
Dat de doos totaal € 158,40 kost.

Slide 15 - Quiz

Je hebt voor de winkel producten besteld bij een leverancier.
Welk formulier ontvang je eerst van de leverancier?
A
Factuur
B
Offerte
C
Orderbevestiging
D
Pakbon

Slide 16 - Quiz

Een chauffeur levert bij een klant een bestelling groente en fruit af. De klant controleert aan de hand van het formulier bij de bestelling of de levering klopt. Hoe heet dat formulier?
A
Bestelformulier
B
Factuur
C
Orderbesvestiging
D
Vrachtbrief

Slide 17 - Quiz

Welke schakel in de keten verkoopt een deel van zijn eigen producten rechtstreeks aan de consument?
A
Boerderijwinkel
B
Fabriek
C
Groothandel
D
Veiling

Slide 18 - Quiz

Opdracht
Ontwerp en maak een milieuvriendelijke verpakking voor het door jullie geoogste fruit
(klaar voor week 7 ter beoordeling van de IO)

Slide 19 - Slide

Werken aan de I.O.

Slide 20 - Slide