H2B Nederlands - les 1A

Welkom H2B

Mijn naam is mevr. Van Harmelen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Welkom H2B

Mijn naam is mevr. Van Harmelen

Slide 1 - Slide

Start van de les
- jas uit
- telefoon in zakkie op de hoek van de tafel
- Kern oefenboek en Kern handboek op tafel
- schrift of multomap op tafel
- pen op tafel
- laptop gesloten op tafel
- tas op de grond

Slide 2 - Slide

Het programma Nederlands
Periode 1:
- hoofdstuk 1 en 2 van Kern
- een boek lezen (vrijdag lezen in de les)
- Numo (maandag oefenen in de les)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
  1. Je weet hoe de jeugdliteratuur zich heeft ontwikkeld van braaf naar brutaal.
  2. Je kunt een rolmodel en een moraal herkennen
  3. Je kunt uitleggen waarom personages zich als rolmodellen op een bepaalde manier gedragen.
  4. Je kunt nadenken over de rollen van verhaalpersonages.


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 5 - Slide

Jeugdliteratuur

Slide 6 - Mind map

Neem een jeugdboek in gedachte. Welke eigenschap past het beste bij de hoofdpersoon? Noem ook het boek en naam van de hoofdpersoon.

Slide 7 - Open question

Instructie 

Slide 8 - Slide

JEUGDLITERATUUR
(van braaf naar brutaal)
Boeken die voor kinderen/jongeren zijn geschreven. 

Vroeger waren er alleen (saaie) boeken voor volwassenen. 

Vanaf de 18e eeuw werden er kinderboeken geschreven. 

Slide 9 - Slide

Hieronymus van Alphen
Eerste kinderboek: nuttig en vormend, moraal is belangrijk
Het Vroolijk Leeren.
Mijn spelen is leeren, mijn leeren is spelen.
En waarom zou mij dan het leeren vervelen?
Het lezen en schrijven verschaft mij vermaak.
Mijn hoepel, mijn priktol verruil ik voor boeken:
Ik wil in mijn prenten mijn tijdverdrijf zoeken;
't Is wijsheid, 't zijn deugden, naar welke ik haak.







Slide 10 - Slide

Brave Hendrik
De eerste kinderboeken waren niet spannend. Niet het verhaal stond centraal, maar de moraal: een boodschap of een les.

In het boek De brave Hendrik van Nicolaas Anslijn is de hoofdpersoon voorbeeldig en worden de kinderen die met hem omgaan net zo braaf.

Slide 11 - Slide

Dik Trom en Pietje Bell

Eind 19e begin 20e eeuw: andere helden in het boek. 

Juist brutale kinderen, maar wel met het hart op de goede plek. 
Deugniet is de held, de brave Hendrik juist niet. 







Slide 12 - Slide

Pippi en Madelief

Vanaf de jaren 50: lekker eigenwijs

Vanaf die tijd zijn er kinderboekenhelden die zich niet meer aan de regels willen houden. En die het liefst de volwassenen de les lezen.
Pippi Langkous van de auteur Astrid Lindgren en Madelief van de auteur Guus Kuijer zijn daar mooie voorbeelden van.







Slide 13 - Slide

Vandaag de dag
Diversiteit

Iedereen kan de held zijn in het verhaal. Kinderen/jongeren kunnen zich herkennen in de personages, of ze nu verlegen, brutaal, lief of ondeugend zijn. 

Slide 14 - Slide

Handboek
Les 6, blz. 20/21

Slide 15 - Slide

In welke eeuw werden de eerste kinderboeken geschreven?
A
16de
B
17de
C
18de
D
19de

Slide 16 - Quiz

Welk personage is eigenwijs?
A
Dik Trom
B
Pippi Langkous
C
Joop ter Heul
D
Hendrik

Slide 17 - Quiz

Wat is de nieuwe moraal?

Slide 18 - Open question

Aan de slag
Ga naar bladzijde 8 van het oefenboek.
In tweetallen bespreken jullie vraag 2. Daarvoor krijgen jullie 10 minuten de tijd.

Slide 19 - Slide

Nabespreking

Slide 20 - Slide

Aan de slag
Huiswerk voor vrijdag 6 september:
Maak opdracht 3 t/m 6 van les 1A (blz. 8/9 van het oefenboek).

Slide 21 - Slide

Begrippen uit deze les
mores
moraal
rolmodel
diversiteit
etymologie

Slide 22 - Slide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 23 - Open question


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 24 - Open question