What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Wortstellung - Woordvolgorde H3c
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Woordvolgorde
Ich möchte ein Jugendbuch lesen,
aber
ich weiß nicht welches.
Slide 2 - Slide
Woordvolgorde
In de meeste gevallen is de Duitse zinsopbouw gelijk aan de Nederlandse.
Wij lopen naar de bus --> Wir laufen zu dem/zum Bus.
Morgen zal hij jou bezoeken --> Morgen wird er dich besuchen.
Slide 3 - Slide
Samengestelde zinnen
Optie 1: hoofdzin + hoofdzin
Ich möchte ein Jugendbuch lesen,
aber
ich weiß nicht welches.
--> Ich möchte ein Jugenbuch lesen.
--> Ich weiß nicht welches.
Slide 4 - Slide
Samengestelde zinnen
Optie 2: hoofdzin + bijzin
Ich weiß nicht,
ob
sie für morgen Konzertkarten hat.
-->
Ich weiß nicht.
-->
Sie für morgen Konzertkarten hat.
Slide 5 - Slide
Voegwoorden en woordvolgorde
Voegwoorden verbinden woorden, zinsdelen en zinnen met elkaar.
Er zijn twee categorieën voegwoorden
- Categorie 1: voegwoorden hoofdzin + hoofdzin
- Categorie 2: voegwoorden hoofdzin + bijzin
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Een voegwoord kan een hoofdzin met een andere hoofdzin verbinden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Een voegwoord kan een bijzin niet aan een hoofdzin verbinden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Welke voegwoorden kunnen twee hoofdzinnen aan elkaar verbinden?
A
aber, denn, und, als, ob
B
aber, und, oder, bevor, da
C
aber, und, dass, ob, obwohl
D
aber, und, oder, deshalb
Slide 12 - Quiz
Welke voegwoorden kunnen een hoofdzin aan een bijzin verbinden:
A
aber, und, da, dass
B
als, bevor, seitdem, weil
C
denn, und, als, bevor
D
da, dass, ob, wenn
Slide 13 - Quiz
In bijzinnen staat de persoonsvorm in het Duits achteraan.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
Er singt ein Lied .... wir hören zu.
A
da
B
dass
C
oder
D
und
Slide 15 - Quiz
Sie macht immer die Hausaufgaben ...... sie will gute Noten bekommen.
A
trotzdem
B
aber
C
oder
D
denn
Slide 16 - Quiz
Ich kaufe einen Laptop, ........ der alte Laptop kaputt ist.
A
ob
B
oder
C
weil
D
denn
Slide 17 - Quiz
Wir müssen zuerst die Aufgaben machen, ....... wir ins Kino gehen wollen.
A
und
B
bevor
C
während
D
ob
Slide 18 - Quiz
Wat ist noch schwierig?
Slide 19 - Open question
More lessons like this
Wortstellung - Woordvolgorde At3a
May 2023
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Wortstellung - Woordvolgorde At3a
May 2024
- Lesson with
22 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Schreiben Les 1
11 days ago
- Lesson with
43 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4-6
Schreiben Les 1
January 2024
- Lesson with
43 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4-6
Les 3c voegwoorden
April 2021
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Voegwoorden
March 2024
- Lesson with
13 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Kapitel 6 Lektion 5
June 2020
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Woe 10-05-23 5.5
May 2023
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3