4.8.3: Samenstellingen met een tussen -s en tussen -n

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Leg je spullen voor Nederlands op je tafel
- Ga alvast lezen in je leesboek



1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Leg je spullen voor Nederlands op je tafel
- Ga alvast lezen in je leesboek



Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lezen en huiswerk check
Tijdens het stillezen, controleer ik het huiswerk van enkele leerlingen. Leg dus je werk open voor je op tafel bij opdracht 6 & 7
Huiswerk niet gemaakt is voor de volgende les 1x overschrijven van de woordenlijst. 
2bk1
2bk4
timer
10:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Woorden leren
Je krijgt 3 minuten om de eerste 15 woorden van de woordenlijst te leren. Je doet dat in stilte. 

Dat kan op de volgende manieren:
- Dek de betekenis af en omschrijf het woord. Eerst op volgorde, daarna door elkaar.
- Dek het woord af en benoem het woord bij de betekenis. Eerst op volgorde, daarna door elkaar.
- Schrijf de woorden met betekenis over. 
- Maak zinnen met de woorden. 
- Eigen ideeën en manier om te leren mag ook. 


timer
3:00

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Mondelinge overhoring
2bk1
2bk4

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen 
In deze paragraaf leer je:
• het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord;
• samenstellingen met een tussen-s en tussen-n;
• tien dicteewoorden.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Terugblik
Leg eens uit wat bijvoeglijke gebruikte voltooide deelwoorden zijn?

Wat is belangrijk om te onthouden bij het schrijven van bijvoeglijk gebruikt vd?


Noteer in je schrift!
(ww = overschrijden)    Regelmatig zien wij ruim ................................... normen.
(ww = bepalen)                Het stadsbestuur heeft .................................. maatregelen genomen.
(ww = besteden)            Het is van belang dat het ......................... geld ook echt naar het milieu gaat.


Slide 7 - Slide

Onthoud!!!
Een voltooid deelwoord dat bijvoeglijk is gebruikt, schrijf je zo kort mogelijk.
1. Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord heeft altijd één t of één d. (de vergrote foto)
2. Er komen nooit twee klinkers in een open lettergreep. (de verbrede weg)
3. Na een korte klinker wordt de volgende medeklinker verdubbeld, anders klopt de
uitspraak niet. (de verrotte appel) 
4. Bij een sterk werkwoord is voltooid deelwoord en bijvoeglijk naamwoord hetzelfde. (de verloren strijd) 
Voorkennis 
Wat zijn samengestelde woorden (samenstellling)?

Geef eens wat voorbeelden.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Samenstelling met tussen -s en tussen -n
De stationsklok gaf precies 12:00 uur aan.
De afdelingschef is verantwoordelijk voor het team.
De pannenkoeken waren heerlijk met stroop en suiker.
Op het platteland staan veel koeien. 


We bekijken samen een uitlegfilmpje. 
In de leertekst op blz. 77 kun je alles zelfstandig hierna nog eens nalezen. 


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Enkele vb 

1. Dorp + school → ___________
2. Mening + verschil → ___________
3.  Seizoen + groente → ___________

4. Pan + koek → ___________
5. Paard + stal → ___________
6. Groente + soep → ___________

Slide 10 - Slide

dorpsschool
meningsverschil
seizoensgroente

pannenkoek
paardenstal
groentesoep


Aan het werk
Hoofdstuk 4, §4.8 spelling, opdracht 8, 9 en 10 maken en nakijken

timer
10:00

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting 
Samen bekijken we de dicteewoorden. 

Wat is de spellingsmoeilijkheid?

de begeleiding              -                 het porselein
belangrijkste                  -                 de scheiding
de identiteitskaart        -                de seizoenen
 de marsepein.                               -                 de vergelijking
ongetwijfeld              -                         verscheidene


Slide 12 - Slide

ei/ ij
Antwoorden opdr. 10
3. toetsweek, perenbomen,  eendenkuikens, gewitte, dorpsschool,       klaslokaal.
4. geopende, schoolramen, spinnenwebben, antwoordbriefjes.
5. ingehuurde, beveiligingsagenten.
6. schoolsysteem.
7. ingelichte, betrokken, geschreven, toetsantwoorden.
8. gevreesde, examenweken, schooljeugd.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Hoofdstuk 4, §4.8 spelling, opdracht 8, 9 en 10 maken 
en nakijken

Leer de eerste 15 woorden van de woordenlijst!

Slide 14 - Slide

This item has no instructions