This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom!
Woordenschat
paragraaf 3
Verkeer
Op tafel: Laptop
Slide 1 - Slide
Vandaag:
lezen van de tekst
lesdoel
instructie
zelfstandig werken
evaluatie
Slide 2 - Slide
lezen
timer
8:00
Slide 3 - Slide
Lesdoel
Aan het eind van de les weet ik de betekenis van de woorden uit paragraaf 3 - verkeer.
Slide 4 - Slide
Instructie
Jullie hebben de opdrachten van paragraaf 3 allemaal al gemaakt. Belangrijk is dat je de woorden kan herkennen en ook de betekenis weet van deze woorden.
Tijdens de lessen gaan we samen oefenen.
Thuis kun je ook online oefenen.
Slide 5 - Slide
Wat betekent het woord 'bevestigen'?
A
toestanden
B
vaststellen
C
de uitkomst klopt
D
aankunnen
Slide 6 - Quiz
Wat betekent het woord 'investeren'?
A
meer dan
B
geld uitgeven
C
geschikt voor
D
laten weten
Slide 7 - Quiz
Wat betekent 'driekwart'?
A
75%
B
25%
C
een derde deel
D
2 derde deel
Slide 8 - Quiz
In welke zin is het vetgedrukte woord juist gebruikt?
A: Justin hield een mooi pleidooi over laat naar bed gaan.
B: Marion vond het pleidooi in de jurk niet mooi.
A
zin A
B
zin B
Slide 9 - Quiz
In welke zin is het vetgedrukte woord juist gebruikt?
A: Chantal heeft het ongeluk nog niet goed kunnen verwerken.
B: Docenten moeten vanaf half acht al verwerken.
A
zin A
B
zin B
Slide 10 - Quiz
Wat betekent het woord 'pleidooi'
A
praten over ditjes en datjes
B
aandacht willen krijgen
C
dingen zeggen om ruzie te maken
D
dingen zeggen om iets te bereiken
Slide 11 - Quiz
Wat betekent het woord 'constateren'?
A
vaststellen
B
constant
C
je ergens op focussen
D
onderhouden
Slide 12 - Quiz
Schrijf een goede zin op met het woord 'comfortabel'
Slide 13 - Open question
Schrijf een goede zin met het woord 'uiten'.
Slide 14 - Open question
"We zijn afhankelijk van wat de teamleiders bepalen". Leg in je eigen woorden uit wat het woord 'afhankelijk' betekent.
Slide 15 - Open question
"De gevolgen van de ramp waren niet te overzien". Leg in je eigen woorden uit wat het woord 'gevolgen' betekent.
Slide 16 - Open question
breed genoeg,
geriefelijk
Groter worden
De meeste
Laten weten
Toestanden
comfortabel
Toenemen
Situaties
Overgrote
Aangeven
Slide 17 - Drag question
Schrijf alles op wat je weet over het woord 'bezuinigen'.
Slide 18 - Mind map
Schrijf woorden op die je bij deze les vindt passen.
Slide 19 - Mind map
Schrijf woorden op die je bij de docent vindt passen