4.3 Immuniteit

B3: Immuniteit en vaccinaties
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

B3: Immuniteit en vaccinaties

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

QUIZ
Wie heeft er tot nu toe de meeste kennis 

Opm: dit zijn niet persé toetsvragen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Snelle eerste afweer
Aangeboren / aspecifiek
Verworven / specifiek
Macrofagen
Antistoffen
B-lymfocyten
Geheugencellen
Fagocytose
Effectiefste afweer

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Wat is het belang van antigeenpresentatie voor het immuunsysteem?
A
Activatie van het verworven immuunsysteem
B
Het bevordert de ontstekingsreactie door de cytokines
C
Het vermindert de immuunrespons.
D
Het veroorzaakt allergische reacties.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van MHC-moleculen tijdens antigeenpresentatie?
A
Het activeren van B-cellen.
B
Het presenteren van antigenen aan T-cellen.
C
Het reguleren van het immuunsysteem.
D
Het vernietigen van antigenen.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er nadat een neutrofiele granulocyt een ziekteverwekker heeft opgenomen?
A
De cel verteert en vernietigt de ziekteverwekker
B
De cel muteert en wordt zelf een ziekteverwekker
C
De cel transporteert de ziekteverwekker naar andere organen
D
De cel verandert van vorm en wordt inactief

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Hoe herkennen fagocyterende cellen ziekteverwekkers?
A
Door middel van receptoren op hun oppervlak
B
Door hun celkern te analyseren
C
Door hun kleur te veranderen
D
Door te communiceren met andere cellen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een essentieel verschil in de bestrijding bacteriën t.o.v. virussen?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Antistoffen doden ziekteverwekkers
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

T-helper cel
Cytotoxische T-cel
CD4+
MHC II
MHC I
Viraal geïnfecteerde cellen
CD8+
Activeren B-cellen

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Ik heb het gevoel dat ik dit onder de knie heb
05

Slide 11 - Poll

This item has no instructions

Hoeveel tijd heb jij er thuis aan besteed?
0-1 uur
1-2 uur
3- 4 uur
5-6 uur
6+ uur

Slide 12 - Poll

This item has no instructions

Wat weet je al over immuniteit en vaccinaties?

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Voor vandaag
Je kunt beschrijven op welke manieren immuniteit kan ontstaan

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Kunstmatige immuniteit
Op basis van geheugencellen en een verzwakt of dood pathogeen. Actief: je lijf moet aan het werk!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Aantekening

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Passieve Immunisatie
Passieve immunisatie treedt op wanneer antilichamen aan het lichaam worden gegeven, in plaats van dat het lichaam ze zelf produceert.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Actieve Immunisatie
Actieve immunisatie houdt in dat het lichaam wordt blootgesteld aan een verzwakte vorm van een ziekteverwekker of een vaccin om immuniteit op te bouwen.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 21 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 22 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.