Profieldeel TB week 3

Thuisbegeleiding 2.1 t/m 2.10
1 / 27
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thuisbegeleiding 2.1 t/m 2.10

Slide 1 - Slide

Doelgroepen 
Opvoedingsproblemen, problemen verzorging kinderen.
Psychische problemen, bv depressie, fobieën, borderline, ADHD, overspannenheid.
Verslavingsproblematiek.
Verwerkingsproblematiek bv bij echtscheiding, sterfgeval, handicap.
Traject uithuisplaatsing of terugplaatsing kind in gezin.
Huishoudelijke problemen, bv verwaarlozing.
Financiële problemen, administratie, omgang met geld.
Mens met verstandelijke beperking ondersteunen bij huishouden draaiende houden.
Integratieproblemen.
Resocialisatie na opname.
Tegengaan van sociaal isolement.
Mantelzorg die zo intensief is dat de mantelzorger overbelast is geraakt.

Zie voorbeelden op blz 47 van je boek.

Slide 2 - Slide

Welke problemen kun je tegenkomen bij thuisbegeleiding
A
Revalidatieproblemen
B
Psychische problemen
C
Financiële problemen
D
Interventieproblemen

Slide 3 - Quiz

Voorbeelden?
Tijdelijke problematiek

Langdurige problematiek

Onduidelijke problematiek

Overbruggingszorg

Slide 4 - Slide

Taken van een thuisbegeleider?

Slide 5 - Mind map

Wat doet een thuisbegeleider?
  • Ze biedt intensieve praktische hulpverlening bij het dagelijks leven;
  • komt langs bij de cliënt thuis op afgesproken tijden, zoveel mogelijk op momenten dat de cliënt er behoefte aan heeft;
  • herstelt zo mogelijk samen met de cliënt de dagelijkse structuur, rust en regelmaat;
  • werkt samen met de cliënt aan het herstellen van het gezinssysteem;
  • raadpleegt en betrekt andere deskundigen als dat nodig is.

Zie blz 50/51 in je boek.

Slide 6 - Slide

Wat hoort daar ook alweer bij?

Slide 7 - Slide

hoe ondersteun je bij het voeren van de eigen regie

Slide 8 - Mind map

Wat wordt er verstaan onder de nuldelijnszorg?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Wat verstaan we onder Ketenpartners?

Slide 11 - Open question

Signalerende partijen
Meestal eerste signaal vanuit eerste lijn, bv huisarts, JGZ, CJG, (school)maatschappelijk werk, thuiszorg,...

Maar ook:
begeleiding kinderopvang, leraar/mentor, leerplichtambtenaar, politie, Halt, Vluchtelingenwerk Nederland, kinderziekenhuis.

Slide 12 - Slide

Beroepshouding thuisbegeleider
Het geheel aan eigenschappen en gedragsmogelijkheden dat iemand in staat stelt om adequaat te begeleiden en te ondersteunen. Gebaseerd op echtheid, waardering, empathie.
Soort gedragscode voor een bepaald beroep.

Kenmerken op blz 62 van je boek!!

Slide 13 - Slide

Volgende week

18 maart
Gastles voor beide groepen.

Slide 14 - Slide

Thema 2 hfdst4: Benaderingswijze
Je kunt een persoon methodisch benaderen.

Slide 15 - Slide

Wat is een methodiek

Slide 16 - Open question

Kenmerken van een methodiek
- zijn gericht op een bepaalde doelgroep
-zijn doelgericht
- doel en cliënt moeten passend zijn bij elkaar
- het vereist een bepaald handelen
- bestaat uit een plan
- zijn twee vormen; een programma en een interventie

Slide 17 - Slide

Wat is een interventie?

Slide 18 - Open question

Programma
is een methodiek waarbij de beschrijving staat beschreven in verschillende fasen of onderdelen.

Voorbeelden:
- videohometraining
- Ecogram
- Mobility Mentoring ( specifiek voor schulden )

Slide 19 - Slide

Video hometraining
Wordt vaak gebruikt bij het cliënten systeem waarbij meerdere gezinsleden bij het probleem betrokken zijn.
This video is no longer available
Welke video was dit?

Slide 20 - Slide

Wat valt je op?

Slide 21 - Mind map

Basis van methodieken
- Positieve grondhouding
- Positieve relatie met cliënten
- Begeleidingsvaardigheden

Slide 22 - Slide

Drie specifieke benaderingswijze
Presentatiebenadering
Empowerment
interventiebanadering

Slide 23 - Slide

Presentatiebenadering
Het perspectief van de cliënt is van belang
- wie is de cliënt en wat zijn haar wensen?
- relatie aangaan met de cliënt
- betrouwbaar zijn voor de cliënt

Slide 24 - Slide

Wat houdt Empowerment in?

Slide 25 - Open question

Opdracht:
Ga de komende week aan de slag met een cliënt zijn of haar eigen regie te geven.
Beschrijf voor jezelf op welke wijze je dat gedaan hebt
- welke  basis van een methode heb je gebruikt?
- welke interventie heb je gebruikt?
- welke specifieke benaderingswijze heb je gebruikt?

Slide 26 - Slide

Lesweek 4:
Stil staan bij de situaties.

Een ieder vertelt zijn of haar situatie degene die luisteren gaan na op welk gebied de cliënt meer regie over eigen leven heeft gehad.

Slide 27 - Slide