In ons dorp is elk jaar een Oranjefeest. Het wordt gehouden in september (1) en net als iedereen ga ik er (2) ook heen, (3) omdat er van alles te beleven is. (4) Zo is er altijd een kermis met vele attracties, (5) zoals botsautootjes, een reuzenrad (6) en een zweefmolen. (7) Verder/Daarnaast/Bovendien is er een schiettent, waar je prijzen kunt winnen. (8) Toch is niet iedereen blij met het feest. Tijdens de feestdagen zijn de gewone winkels (9) namelijk/immers gesloten. De plaatselijke winkeliers verdienen (10) dus/daardoor minder dan anders. (11) Maar de jongeren vermaken zich prima (12) en de kinderen (13) ook, (14) want die mogen lekker springen op een reusachtig springkussen.