BS 3.2: Voedselproductie*

Welkom klas 4
Pak al je materiaal erbij (werkboek, aantekeningenschrift, pen,..)
timer
2:00
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom klas 4
Pak al je materiaal erbij (werkboek, aantekeningenschrift, pen,..)
timer
2:00

Slide 1 - Slide

BS 3.2: Voedselproductie

Slide 2 - Slide

Planning
  1. Leerdoelen
  2. Uitleg basisstof 3.2
  3. Zelfstandig werken
  4. Huiswerk en evaluatie

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt manieren noemen waarop een optimale productie van     voedsel worden verkregen.
- Je kunt de kenmerken van bestrijdingsmiddelen en       biologische bestrijding noemen.

Slide 4 - Slide

Landbouw
  • Akkerbouw
  • Tuinbouw
  • Veeteelt
  • Voedingsgewassen: planten die in de akkerbouw en landbouw worden verbouwd
  • Landbouwhuisdieren: dieren die in de veeteelt gebruikt worden


Slide 5 - Slide

Bemesting
Stalmest of kunstmest worden gebruikt voor productieverhoging bij voedingsgewassen.

Slide 6 - Slide

Bodembewerking
Bodemstructuur wordt verbeterd.
Plantenwortels kunnen beter doordringen.
Meer zuurstof voor reducenten (bacteriën en schimmels)

Slide 7 - Slide

Bestrijdings-middelen

  • Middelen die ziekte veroorzakende organismen te doden.
  • Voordelen: ziekte en plagen kunnen meestal snel en goed bestreden worden.


 

Slide 8 - Slide

Nadelen bestrijdings-middelen
  • Niet selectief: alle organismen gaan dood.
  • Resistentie: de individuen worden ongevoelig voor het bestrijdingsmiddel of voor de gebruikte hoeveelheid.
  • Accumulatie: bestrijdingsmiddelen hopen zich op in de voedselketen

Slide 9 - Slide

Accumulatie

Slide 10 - Slide

Biologische bestrijdingsmiddelen

Gewassen worden op een natuurlijke manier beschermd
  • Door natuurlijke vijanden
  • Door dieren weg te lokken
  • Door vruchtwisseling (wisselteelt)

Slide 11 - Slide

Biologische bestrijdingsmiddelen

Bekijk het filmpje over over hoe een wesp voorkomt dat de larven van de witte vliegen worden geboren.

Wat doet de wesp?
En waarom zijn witte vliegen schadelijk?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Veredeling
Er ontstaan gewassen met gunstige eigenschappen

Slide 14 - Slide

Veredeling
Veranderen van erfelijke eigenschappen van voedingsgewassen en landbouwhuisdieren.

Genetische modificatie: de  genetische informatie veranderen.

Slide 15 - Slide

genetische modificatie

Bekijk het filmpje over de aardappel en hoe deze wordt gemodificeerd.

Probeer erachter te komen HOE en WAAROM genetische modificatie op deze aardappel wordt toegepast,

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Landbouwhuisdieren
krachtvoer:
  • energierijke stoffen
  • juiste mineralen
  • geneesmiddelen
  • hormonen

Slide 18 - Slide

Kunstmatige inseminatie

Sperma van mannetjes dier met gunstige eigenschappen worden ingebracht in de vagina van het vrouwtjes dier

Slide 19 - Slide

In-vitrofertilisatie (IVF)

Bevruchte eicellen van ouderdieren met gunstige eigenschappen worden ingebracht in een baarmoeder van een draag dier

Slide 20 - Slide

En nu aan de slag!
Maak opdracht ...

Slide 21 - Slide

Afsluiting   en huiswerk
Wat vind jij beter: gewone bestrijding in de landbouw of biologische? Waarom?

HW:
- Oefen thuis met deze LessonUp-les
- Maak opdracht .....

Slide 22 - Slide

Thuis oefenen

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Moeilijke termen
  • Kunstmatige inseminatie (ki); Hierbij wordt sperma van een stier met gunstige eigenschappen opgevangen en in de baarmoeder van koeien gebracht. 
  • In-vitrofertilisatie (ivf); bevruchte eicellen met gunstige eigenschappen worden in draagmoeders ingebracht

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Wat zijn vormen van landbouw?
A
Akkerbouw
B
Kringlooplandbouw
C
Tuinbouw
D
Veeteelt

Slide 28 - Quiz

Waarin verschilt de biologische landbouw van de gangbare landbouw?
A
De biologische landbouw is ouderwets.
B
De biologische landbouw is gericht op natuur- en landschapsbehoud.
C
In de biologische landbouw worden geen chemische middelen gebruikt.
D
In de biologische landbouw worden antibiotica en bestrijdingsmiddelen gebruikt

Slide 29 - Quiz

Twee beweringen over biologische landbouw zijn:
1. Biologische landbouw is een meer duurzame vorm van landbouw dan de gangbare landbouw.
2. In de biologische landbouw is veel aandacht voor het welzijn van dieren.

Welke bewering(en) is (zijn) juist?

A
bewering 1 is juist
B
bewering 2 is juist
C
beide beweringen zijn juist
D
geen van beide beweringen is juist

Slide 30 - Quiz

Wat is bemesting?
A
Toevoegen van dingen en dan groeit iets
B
Mest is poep en dan groeit iets
C
Weghalen van belangrijke stoffen in de grond
D
Bodem verbeteren door middel van meststoffen

Slide 31 - Quiz

Wat gebeurd er tijdens bemesting
A
De grond wordt vervangen
B
er wordt mineralen aan de grond toegevoegd
C
mest word opgehaald bij de dieren
D
er worden mineralen uit de grond gehaald

Slide 32 - Quiz

biologische bestrijding
chemische bestrijding
verandering erfelijke eigenschappen
mechanische bestrijding
onkruid wieden

Slide 33 - Drag question

Welke vorm van bestrijding is:
Een witte vlieg bestrijden met met sluipwespen
A
Biologische bestrijding
B
Biologische oorlogsvoering
C
Chemische bestrijding
D
Sluipwespje pesten

Slide 34 - Quiz

Veredelen is:
A
Maken van een nieuw organismen door de beste eigenschappen van andere te versmelten
B
Bewaren van voeding door schimmels en bacteriën
C
Organismen eten met de beste eigenschappen
D
DNA veranderen d.m.v. antibiotica te gebruiken

Slide 35 - Quiz

Wat is genetische modificatie?
A
Het bestrijden van ziektes met bestrijdingsmiddelen die slecht zijn voor het milieu.
B
Het gebruik van kunstmest zodat planten sneller groeien.
C
Het telen van plantenrassen die beter zijn voor onze gezondheid.
D
Het veranderen van erfelijke eigenschappen van organismen.

Slide 36 - Quiz

Er wordt sperma bij de baarmoeder ingebracht.
Buiten het lichaam versmelt een zaadcel en een eicel. De bevruchte eicel wordt vervolgens in de baarmoeder geplaatst. 
Kunstmatige Inseminatie
IVF

Slide 37 - Drag question

Is dit een natuurlijke dekking of kunstmatige inseminatie?
A
kunstmatige inseminatie
B
natuurlijke dekking

Slide 38 - Quiz

wat is kunstamtige inseminatie
A
het sperma van een stier gaat in een koe
B
sperma van een koe gaat in een stier
C
de kalveren krijgen snel kinderen
D
een bruine koe geeft sperma aan een zwarte koe

Slide 39 - Quiz

Wat is een nadeel van kunstmatige inseminatie?
A
je kunt meerdere dieren tegelijk bevruchten
B
veel nakomelingen met de zelfde genen
C
je hebt geen mannelijk dier nodig op je bedrijf
D
vrouwelijk dier kan niet besmet worden

Slide 40 - Quiz