H5 BAROK (V3.456)

Wat weet jij over de Barok? (2)
1 / 30
next
Slide 1: Slide
MuziekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Wat weet jij over de Barok? (2)

Slide 1 - Slide

Toelichting slide 7
Zet het muziekfragment (Bach) aan en laat leerlingen de vraag beantwoorden: Welke onderdelen in het plaatje zijn typisch barok? En wat hoort er niet thuis in de 17e eeuw?

Antwoorden:
Barok: veel versieringen, kleding, schoenen, pruik, schilderij met baroklijst, gouden kandelaren en grote spiegels. 
Geen barok: dj, hoofdtelefoon, zonnebril, grammofoonplaten en manier van bewegen.
VIDEO
1. De basmelodie wordt in het volgende  stuk telkens herhaald. Dit noem je ook wel een...
2. Welke toonladder wordt in het motief gebruikt?
3. Op welke manier hoor je 'begraven' terug in de melodie? 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions


De basmelodie wordt in het volgende stuk telkens herhaald. Dit noem je ook wel een...
A
sequens
B
ostinate bas
C
basso continuo
D
riff

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions


Welke toonladder wordt in het motief gebruikt?
A
majeur
B
mineur
C
pentatonisch
D
chromatisch

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions


De vertaling van de tekst is als volgt: "Als ik neerdaal, neerdaal in het graf. Laat mijn ellende geen onrust geven in uw borst. Gedenk mij toch, maar ach!" Op welke manier hoor je de inhoud van de tekst terug in dit basmotief?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Majeur en mineur toonladders worden de norm in de barok. Start Drag and drop :-D
MAJEUR
MINEUR

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

VIDEO
 1. Wie is de dirigent?
2. Hoe heet de ononderbroken melodische stroom door het constant herhalen van het (begin)motief met variaties (sequensen), improvisaties en versieringen?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions


Wie is de dirigent? 

Slide 10 - Open question

This item has no instructions


Hoe heet de ononderbroken melodische stroom door het constant herhalen van het (begin)motief met variaties (sequensen), improvisaties en versieringen?
A
contrasten
B
ostinate bas
C
terrassen dynamiek
D
voortspinning

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


Welke koperblazers zitten in dit barokorkest?
A
trompetten
B
hoorns
C
trombones
D
tuba

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Een concert bestaat uit 3 delen. Zet de juiste tempo-aanduidingen bij het juiste deel.
Deel 1
Deel 2
Deel 3
adagio
allegro
presto

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Zet deze dansen bij de juiste maatsoort.
Tweedelig
Driedelig
Wals
Mars
Menuet

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

VIDEO
Wat voor concert zie je en hoor je? 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions


Wat voor concert zag je? 
A
soloconcert
B
meerkorigconcert
C
concerto grosso
D
dubbelconcert

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions


Hoe heet het als iedereen samen speelt?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions


Hoe heet het als het kleinere groepje solisten samenspeelt?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

VIDEO
Welke vorm van meerstemmigheid hoor je in dit concerto grosso?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Welk blaasinstrument speelde de eerste keer het thema? Een:

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions


Welke vorm van meerstemmigheid hoor je in dit concerto grosso?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions


Een fuga is een polyfone vorm met strenge regels. Welke regels zijn er van toepassing (vink er 2 aan)
A
Het begint één-stemmig en mondt uit in een vijf -stemmig stuk.
B
Het thema wordt beantwoord door een tweede stem, die hetzelfde speelt maar dan een kwint hoger.
C
Als alle stemmen het thema een keer hebben gespeeld is de expositie afgelopen.
D
Een doorwerking is het moment dat alle instrumenten stoppen met spelen.

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

De eerste pijl staat genoteerd. Zet de twee pijlen boven de eerste noot van de overige twee thema-inzetten.
Deel 2

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions


Welk interval zit er tussen de thema-inzetten? 
A
reine prime
B
reine kwart
C
reine kwint
D
rein octaaf

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Zet een pijl bij de eerste noot van een sequens

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions

Zet de pijl bij de start van het orgelpunt.

Slide 28 - Drag question

This item has no instructions

Benoem de toonsoort.
Wat is bijzonder aan het slotakkoord?

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

pauken
hobo
trompet
trombone
hoorn
dwarsfluit
fagot
viool
altviool
cello
contrabas

Slide 30 - Drag question

This item has no instructions