What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
BN
WOORDSOORTEN
Lidwoorden
Zelfstandige naamwoorden
Bijvoeglijke naamwoorden
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
WOORDSOORTEN
Lidwoorden
Zelfstandige naamwoorden
Bijvoeglijke naamwoorden
Slide 1 - Slide
Doelen
Je kent:
het begrip
lidwoord
herhalen
het begrip
zelfstandig naamwoord
herhalen
het begrip
bijvoeglijk naamwoord
Slide 2 - Slide
Lidwoorden (lw)
- onbepaald lidwoord (olw)
- bepaald lidwoord (blw)
A
een = blw de = olw het = olw
B
een = olw de = blw het = blw
C
een = olw de = olw het = blw
D
een = blw de = blw het = olw
Slide 3 - Quiz
Lid
woorden
De
(bepaald lidwoord) (blw)
Het
(bepaald lidwoord) (blw)
Een
(onbepaald lidwoord) (olw)
De
vader en
het
kind zitten in
een
vliegtuig.
Slide 4 - Slide
Zelfstandige naamwoorden (zn)
Zelfstandig naamwoord - eigennaam
(zn-e)
: alle namen
Zelfstandige naamwoorden
(zn)
:
mensen
dieren
planten
dingen
gevoel/begrip
Slide 5 - Slide
Noem 3 bijvoeglijke naamwoorden
Slide 6 - Open question
Bijvoeglijke naamwoorden (bn)
Een bijvoeglijk naamwoord vertelt iets over een mens, dier, plant, ding of naam. Over een zelfstandig naamwoord dus.
De
blauwe
trui
De
aardige
vrouw
De
houten
trap
De trui is
blauw
De vrouw is
aardig
Slide 7 - Slide
Eigenschappen bijvoeglijke naamwoorden 1
Een bijvoeglijk naamwoord staat vaak direct voor een zelfstandig naamwoord
De
gelukkige
jongen,
warme
zomers, een
grappig
kind
Het bijvoeglijk naamwoord kan ook op een andere plek staan. Het vertelt iets over het onderwerp in die zin.
De bal is
rond
. De dames van het
Nederlands
voetbalelftal waren
fantastisch
.
Ook dit zijn bijvoeglijk naamwoorden.
Vind jij haar ook
Facebookverslaafd
?
Stapelverliefd
kwam Leonoor thuis.
Slide 8 - Slide
Eigenschappen bijvoeglijke naamwoorden 2
Je kunt een bijvoeglijk naamwoord maken van een werkwoord. Praat mee over de
afgevallen
deelnemers,
verdachte
acties en
lachende
mensen.
Een bijvoeglijk naamwoord kan
stoffelijk
zijn. Het zegt dan waar het van is gemaakt. In het
plastic
tasje zit een
gouden
ring.
Slide 9 - Slide
Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Lidwoord
C
Werkwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 10 - Quiz
Jan heeft een nieuwe auto gekocht.
A
auto is bijvoeglijk naamwoord
B
Jan is bijvoeglijk naamwoord
C
nieuwe is bijvoeglijk naamwoord
Slide 11 - Quiz
Welk woord is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord in de zin?
Je kunt in de koude winter je mooie handen het best beschermen met leren handschoenen.
A
koude
B
mooie
C
beschermen
D
leren
Slide 12 - Quiz
Jumbo
Wat is het woord 'Jumbo' altijd?
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 13 - Quiz
Johan is verliefd.
Wat is 'verliefd'?
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 14 - Quiz
Metalen
Wat is het woord 'metalen' altijd?
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 15 - Quiz
Ik heb een WOLLEN trui
A
zelfstandig naamwoord
B
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
Slide 16 - Quiz
Rijst
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 17 - Quiz
Noem een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord.
A
rood
B
lelijk
C
houten
D
hoge
Slide 18 - Quiz
zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
peren
aardige
auto
roos
lokalen
klein
Slide 19 - Drag question
Gedachte
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 20 - Quiz
gevlochten haren
Wat is 'gevlochten'?
A
bijvoeglijk naamwoord gemaakt van een werkwoord
B
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 21 - Quiz
Welke van deze woorden is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
lieve
B
grote
C
koperen
D
boze
Slide 22 - Quiz
Tekst
Zelfstandig naamwoord
Bijv. naamwoord
timer
1:00
huisarts
wit
fiets
groot
duur
jong
nieuw
oma
interessant
klaslokaal
Slide 23 - Drag question
Na deze les,
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
zelf aan de slag met de opdrachten
nog meer te weten komen over de leerstof
Slide 24 - Poll
Aan de slag!
1. blz. 206/207: maken opdracht 1 t/m 4
2. blz. 210/211: maken opdracht 1 t/m 5 + 7
Slide 25 - Slide
Extra oefenen
Op de volgende slides staan links naar sites om extra te oefenen.
Slide 26 - Slide
www.cambiumned.nl
Slide 27 - Link
www.cambiumned.nl
Slide 28 - Link
www.cambiumned.nl
Slide 29 - Link
www.cambiumned.nl
Slide 30 - Link
www.cambiumned.nl
Slide 31 - Link
More lessons like this
LW, ZN, BN
July 2023
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
LW, ZN, BN
November 2022
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
LW, ZN, BN
February 2022
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
LW, ZN, BN
May 2022
- Lesson with
41 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
LW, ZN, BN
January 2024
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Woordsoorten tweede les
April 2022
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Grammatica woordsoorten les 1: blw, olw, zn, bn
March 2023
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
LW, ZN, BN
June 2023
- Lesson with
50 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1