H7 Eten oefentoets 7.1 t/m 7.4

 Oefentoets H7 - Eten 7.1 t/m 7.4
De oefentoets bestaat alleen uit meerkeuze en sleepvragen. 
Je mag een rekenmachine gebruiken bij de rekenvragen. 
De vragen staan niet op de volgorde van het boek...!


1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

 Oefentoets H7 - Eten 7.1 t/m 7.4
De oefentoets bestaat alleen uit meerkeuze en sleepvragen. 
Je mag een rekenmachine gebruiken bij de rekenvragen. 
De vragen staan niet op de volgorde van het boek...!


Slide 1 - Slide

Eetgewoontes zijn afhankelijk van?
A
Land waarin je geboren bent
B
De opvoeding van de ouders
C
Je geloofsovertuiging
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 2 - Quiz

Plaats de voedingstoffen bij de juiste functie
Energierijke stof
Bouwstof
Beschermende stof

Eiwit
Koolhydraat
Vitamine

Slide 3 - Drag question

Hoe krijg je van elke voedingsstof genoeg binnen?
A
Door geen tussendoortjes te eten.
B
Door genoeg fruit te eten.
C
Door gevarieerd te eten.
D
Door veel te eten

Slide 4 - Quiz

Welk deel van de tand wordt aangetast door cariës?
A
de zenuw
B
het tandglazuur
C
het tandvlees

Slide 5 - Quiz

Wat is géén manier van conserveren?
A
Steriliseren
B
Pasteuriseren
C
Invriezen
D
In water leggen

Slide 6 - Quiz

Welke verteringsap(pen) kan/kunnen vetten verteren? Sleep alleen de sappen die dat kunnen naar het vak.
Verteringsappen die eiwitten kunnen verteren
Alvleessap
Maagsap
Speeksel
Darmsap
Gal

Slide 7 - Drag question

Het overtollig veel eten van welke voedingsstof veroorzaakt het probleem weergegeven in de afbeelding?
A
Eiwitten
B
Suiker
C
Vetten
D
Koolhydraten

Slide 8 - Quiz

Door fluoride in tandpasta gaan bacteriën in de mond dood.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Door welke organen gaat de voedselbrij heen? Door welke niet?
Hier gaat voedselbrij doorheen
Hier gaat geen voedselbrij doorheen
Speekselklier
Lever
Alvleesklier
12-vingerige darm
Keelholte

Slide 10 - Drag question

Wat kan er gebeuren met iemand als het proces in de afbeelding plaatsvindt in de kransslagader?
A
Dan krijg je een herseninfarct
B
Dan krijg je een hartinfarct
C
Dan krijg je bloedvergiftiging
D
Dan krijg je diarree

Slide 11 - Quiz

Welke stof tast bij cariës de tanden aan?
A
glucose
B
etensresten
C
zuur
D
fluoride

Slide 12 - Quiz

Op een boterham komt een bacterie terecht. Een bacterie deelt zich elke 20 minuten.
Hoeveel bacteriën zijn er na 4 uur?

A
12
B
512
C
1024
D
8192

Slide 13 - Quiz

Wat is calcium en waar heb je het voor nodig?
A
Mineraal, opbouw botten
B
Eiwit, opbouw spieren
C
Een ijzer, productie rode bloedcellen
D
Geen van de genoemde antwoorden zijn juist

Slide 14 - Quiz

Welke verteringsap(pen) kan/kunnen eiwitten verteren? Sleep alleen de sappen die dat kunnen naar het vak.
Verteringsappen die eiwitten kunnen verteren
Alvleessap
Maagsap
Speeksel
Darmsap
Gal

Slide 15 - Drag question

Terash wil gezond eten. Daarom eet ze bij elke maaltijd alleen bladgroente. Als tussendoortje drinkt ze water of vruchtensap.
Wat voor soort ziekte kan Terash hierdoor krijgen?

A
Gebrekziekte
B
Anorexia nervosa
C
Aangeboren ziekte/afwijking
D
Boulimia nervosa

Slide 16 - Quiz

Een veganist eet geen vlees of vis, maar wel eieren en zuivel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Vermenigvuldiging van schimmels gebeurt door de verspreiding van sporen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Wat is hier het enzym?
A
Blauw - A
B
Blauw - B
C
Rood - C
D
Het gele deel

Slide 19 - Quiz

Wat is géén functie van eiwitten?
A
Op plaats houden van organen
B
Regelen van processen
C
Transport van stoffen in het bloed en in de cellen
D
Lichaam op temperatuur houden

Slide 20 - Quiz

Zet de organen in de juiste volgorde van het verteringstelsel
1
2
3
4
5
6
Mond
Maag
Twaalfvingerige darm
Dunne darm
Dikke darm
Endeldarm

Slide 21 - Drag question

Thijs heeft na het gebruik van antibiotica tegen zijn kiesontsteking last van diarree. Welk orgaan in het verteringstelsel werkt
waarschijnlijk niet naar behoren?
A
De maag
B
De dunne darm
C
De alvleesklier
D
De dikke darm

Slide 22 - Quiz

Wat is géén taak van de maag?
A
Doden van bacteriën
B
Verteren van eiwitten
C
Kneden van voedselbrei
D
Verteren van vetten

Slide 23 - Quiz

Welk enzym heeft de grootste enzymactiviteit bij 40 graden?
A
x (rood)
B
y (groen
C
z (paars)
D
ze zijn allemaal gelijk

Slide 24 - Quiz

Het syndroom van Alagille
Bij het syndroom van Alagille kan de gal onvoldoende worden uitgescheiden. Dit wordt veroorzaakt door afwijkingen van de galbuisjes in de lever. Dit komt vooral doordat er weinig buisjes zijn die gal vervoeren. Klachten die ontstaan zijn onder andere geelzucht, problemen bij de vertering en een tekort aan bepaalde vitaminen.

Welke voedingsstof kunnen mensen met het syndroom van Alagille minder makkelijk verteren?
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Vetten
D
Suikers

Slide 25 - Quiz

Het syndroom van Alagille
Bij het syndroom van Alagille kan de gal onvoldoende worden uitgescheiden. Dit wordt veroorzaakt door afwijkingen van de galbuisjes in de lever. Dit komt vooral doordat er weinig buisjes zijn die gal vervoeren. Klachten die ontstaan zijn onder andere geelzucht, problemen bij de vertering en een tekort aan bepaalde vitaminen.

Waardoor gaat de vetvertering bij mensen met het syndroom van Alagille minder goed?
A
Doordat gal minder vetten afbreekt
B
Doordat de alvleesklier te weinig lipase maakt
C
Doordat lipase minder goed bij het vet kan
D
Doordat lipase de vetdruppels minder klein maakt

Slide 26 - Quiz

Wat is conserveren?
A
Vermenigvuldiging van schimmels/bacteriën in voedsel tegen gaan
B
Vermenigvuldigen van bacteriën of schimmels in voedsel
C
Zout toevoegen tijdens het koken
D
Goede leefomgeving bieden voor bacteriën/schimmels

Slide 27 - Quiz

De gebreksziekte nachtblindheid ontstaat door een gebrek aan.......
A
Vitamine A
B
Vitamine B
C
Calcium
D
IJzer

Slide 28 - Quiz

Wat is waar over enzymen?
A
Enzymen zijn niet afhankelijk van de zuurgraad
B
Enzymen zijn afhankelijk van de temperatuur
C
Enzymen zijn niet specifiek
D
Enzymen moet je eten

Slide 29 - Quiz

Gal breekt vet af
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Bij slikken staat het strotklepje:
A
Open
B
Dicht

Slide 31 - Quiz