Hst 6.2 Stroomkringen

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

6.2 Stroomkringen

Lesdoelen

Je kunt aan het einde van de les:

• het verschil tussen geleiders en isolatoren noemen;
  
• voorbeelden van geleiders en isolatoren noemen;
  
• nagaan of een stroomkring gesloten is;
• ampère en milliampère in elkaar omrekenen;
• een eenvoudig schakelschema tekenen.

Spanning en Stroomsterkte 

Spanning (U) 

= 

De energie die in de zakjes zitten van de appjes.

Meten we in Volt (V)

Spanning en Stroomsterkte 

Stroomsterkte (I)

= 

de hoeveelheid aapjes die per seconde een punt in de stroomkring passeren.

Meten we in Ampère (A)

Spanning (U)

= 

De energie die in de zakjes zitten van de appjes.

Meten we in Volt (V)

Ampère meter

Ampère omrekenen

Omrekenen

200 mA = .........................A

3,4 A = .............................mA

67 A = ..............................mA

7800 mA = .......................A

Wanneer loopt ergens stroom?

1. Als de stroomkring gesloten is.
2. Als er spanning over staat. (Komt natuurlijk uit een spanningsbron)
3. Als de stof elektriciteit kan geleiden

Wat zijn geleiders of isolatoren?

Geleider:

- Stroom gaat er makkelijk doorheen

- Lage weerstand

Isolator:

- Stroom wordt veel tegengehouden

- Hoge weerstand

IJzer

Koper

Aluminium

Koolstof

Rubber

Steen

Glas

Kunststof

Opdrachten maken

Wat: Opdracht 17 t/m 26

Hoe: 10 minuten stil

Hulp: Buurman/vrouw of docent

Tijd: 

Klaar?: Nakijken 

Schakelschema tekenen

Regels schakeling tekenen 

Werk altijd met potlood en liniaal

Teken de symbolen juist

Draden tekenen we alleen horizontaal of verticaal

Het schakelschema moet zo overzichtelijk mogelijk zijn

Afstanden in het schakelschema zeggen niets over de werkelijke afstanden

Posities in het schakelschema zeggen niets over de werkelijke posities

Voorbeeld schakelschema

Oefenen

Opdrachten maken

Wat: Opdracht 27 t/m 36

Hoe: 10 minuten stil

Hulp: Buurman/vrouw of docent

Tijd: 

Klaar?: Nakijken