Hst 6.2 Stroomkringen

6.2 Stroomkringen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

6.2 Stroomkringen

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Je kunt aan het einde van de les:
  • het verschil tussen geleiders en isolatoren noemen;
  • voorbeelden van geleiders en isolatoren noemen;
  • op microschaal uitleggen waarom de ene stof geleidt en de andere niet;
  • nagaan of een stroomkring gesloten is;
  • een schakelschema tekenen;
  • ampère en milliampère in elkaar omrekenen.








Slide 2 - Slide

Spanning en Stroomsterkte 
Spanning (U) 
De energie die in de zakjes zitten van de appjes.
Meten we in Volt (V)

Slide 3 - Slide

Spanning en Stroomsterkte 
Stroomsterkte (I)
de hoeveelheid aapjes die per seconde een punt in de stroomkring passeren.
Meten we in Ampère (A)
Spanning (U)
De energie die in de zakjes zitten van de appjes.
Meten we in Volt (V)

Slide 4 - Slide

Elektrische lading (aapjes)
  • Elektriciteit = beweging van elektronen
  • Elektronen zijn deeltjes in atomen
  • Atomen streven naar evenwicht van (+) en (-) lading.
  • Positieve en negatieve deeltjes gedragen zich als magneten

Slide 5 - Slide

Ampère meter

Slide 6 - Slide

Ampère omrekenen

Slide 7 - Slide

Omrekenen
200 mA = .........................A
3,4 A = .............................mA

67 A = ..............................mA
7800 mA = .......................A

Slide 8 - Slide

Wanneer loopt ergens stroom?
  1. Als de stroomkring gesloten is.
  2. Als er spanning over staat. (Komt natuurlijk uit een spanningsbron)
  3. Als de stof elektriciteit kan geleiden


Slide 9 - Slide

Wat zijn geleiders of isolatoren?
Geleider:
- Stroom gaat er makkelijk doorheen
- Lage weerstand

Isolator:
- Stroom wordt veel tegengehouden
- Hoge weerstand
IJzer
Koper
Aluminium
Koolstof
Rubber
Steen
Glas
Kunststof

Slide 10 - Slide

Schakelschema tekenen

Slide 11 - Slide

Regels schakeling tekenen 
Werk altijd met potlood en liniaal
Teken de symbolen juist en niet op een hoek
Draden tekenen we alleen horizontaal of verticaal
Het schakelschema moet zo overzichtelijk mogelijk zijn


Afstanden in het schakelschema zeggen niets over de werkelijke afstanden
Posities in het schakelschema zeggen niets over de werkelijke posities

Slide 12 - Slide

Voorbeeld schakelschema

Slide 13 - Slide

Oefenen

Slide 14 - Slide