BRUGKLAS H5 AFSLUITING 2DE LES

Welke kleuren ken je in het Frans?
1 / 41
next
Slide 1: Mind map
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Welke kleuren ken je in het Frans?

Slide 1 - Mind map

les vêtements

Slide 2 - Mind map

regarde et écoute la chanson

Slide 3 - Slide

0

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

un chapeau

Slide 16 - Slide

geef de namen van de kledingstukken

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

welke kledingstukken heb je gezien?

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

le chien porte des

Slide 22 - Open question

Bijvoeglijk naamwoord in het Frans: 1) de vorm
enkelvoud
meervoud
mannelijk
le jean bleu
les jeans bleus
vrouwelijk
la robe bleue
les robes bleues

Slide 23 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord in het Frans: 1) de plek
Het bijvoeglijk naamwoord staat achter het zelfstandig naamwoord:

Le jean bleu, la robe rouge, les chaussures vertes

Slide 24 - Slide

Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een vrouwelijk zelfst nw krijgt een extra ...
A
e
B
s
C
es
D
niets

Slide 25 - Quiz

Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een mannelijk zelfst nw krijgt dus
A
niets erbij
B
een extra e
C
es erbij
D
s erbij

Slide 26 - Quiz

Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een mannelijk zelfst nw in meervoud krijgt
A
niets erbij
B
es
C
s
D
e

Slide 27 - Quiz

Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een vrouwelijk zelfst nw in meervoud krijgt
A
s
B
niets erbij
C
es
D
e

Slide 28 - Quiz

Stappenplan:
1.  Wat is het zelfst nw waar het bij hoort?
2.  Is het zelfst nw mannelijk, vrouwelijk, meervoud, enkelvoud?
3. Noteer het bijv nw in de juiste vorm

Slide 29 - Slide

Kies het juiste antwoord.
Léa est une fille ______________ (blond).
A
blonde
B
blond

Slide 30 - Quiz

Kies het juiste antwoord.
La maison est très ______________ (grand).
A
grande
B
grand

Slide 31 - Quiz

Kies het juiste antwoord.
J'ai deux cousins ______________. (français) > tip: un cousin
A
française
B
français.

Slide 32 - Quiz

onregelmatige vormen
beau/belle     beaux/belles
nouveau/nouvelle nouveaux/nouvelles
vieux/vieille vieux/vieilles

Slide 33 - Slide

les chaussures .......... (zwart)
A
noir
B
noire
C
noirs
D
noires

Slide 34 - Quiz

Mes tantes sont ............ (mooi).
A
beau
B
belle
C
beaux
D
belles

Slide 35 - Quiz

Les copains sont .............. (oud).
A
vieux
B
vieille
C
vieuxs
D
vieilles

Slide 36 - Quiz

oefentoets
ga naar exam.net 
student
code     Nc17Rm

Slide 37 - Slide

Schrijf het werkwoord aller op een blaadje. Maak hier een foto van.

Slide 38 - Open question

Slide 39 - Video

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Link