Debat

First Things First
Ondertussen zijn we al een tijdje bezig met het thema verzorgingsstaat
- ong. nu bij hoofdstuk 4
- maak 1x in de week een aantal vragen per hoofdstuk ter voorbereiding op de toets. 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

First Things First
Ondertussen zijn we al een tijdje bezig met het thema verzorgingsstaat
- ong. nu bij hoofdstuk 4
- maak 1x in de week een aantal vragen per hoofdstuk ter voorbereiding op de toets. 

Slide 1 - Slide

Debat

Slide 2 - Slide

Debat

  • Scherp geformuleerde stelling

  • Overtuigen jury

  • duidelijke regels

  • eindoordeel op basis van vooraf afgesproken criteria
Discussie

  • al pratend positie innemen


  • overtuigen gesprekspartner

  • geen regels

  • eindoordeel op basis van gevoel

Slide 3 - Slide


Het debat

Sprekers krijgen in een debat de tijd om hun mening toe te lichten. 
Het doel van een debat is om het publiek/de jury te overtuigen.
Het gaat dan niet om wie gelijk heeft, maar om wie het beste zijn mening kan onderbouwen / het overtuigendst is.

Een debat is een discussie met regels.

Slide 4 - Slide

Waarom debatteren?
Debatteren dwingt je om een standpunt in te nemen en dat te onderbouwen. Je denkt actief na over maatschappelijke vraagstukken, waardoor je inzicht in de maatschappij verwerft. Je kiest niet altijd zélf je standpunt. In veel debatten moet je ook standpunten verdedigen waar je het niet mee eens bent! Op die manier leer je rekening te houden met meningen van anderen.

Slide 5 - Slide

Waarom debatteren?
Verder leer je kritisch luisteren en daardoor beter reageren op de standpunten van een ander. Is jouw standpunt of die van de tegenstander een feit of een mening? Is de informatie die de ander geeft betrouwbaar of klopt er iets niet? Ten slotte leer je over non-verbale communicatie, van jezelf en van de ander. Hoe kom je over? 

Slide 6 - Slide


Fase 1: voorbereiden

1. Maak groepen van vijf leerlingen/of maak ik groepen?
  • Jullie krijgen van mij te horen tegen welke groep jullie zullen debatteren. 

Slide 7 - Slide

2. Kies een van de onderstaande stellingen uit en spreek af welk 4-tal voor is en welk viertal tegen is. 
Elk viertal bedenkt 4 argumenten voor of tegen de stelling.

  • 1. De minimale leeftijd voor alcoholgebruik en softdrugs moet verlaagd worden naar 16

  • 2. Nederland moet geen vluchtelingen meer accepteren en asiel geven

  • 3. Voordat je mag stemmen moet je een voldoende scoren voor een kennistoets over de verschillende partijen en hun verkiezingsprogramma

  • 4. Vaccinaties mogen verplicht worden door de overheid

  • 5. InDifferent sluit mensen buiten en zorgt voor minder inclusiviteit op school

  • 6. De lestijden voor middelbare scholieren moeten aangepast worden wegens melatonine verschil met volwassenen. 

Slide 8 - Slide

0

Slide 9 - Video

Maak met je groepje een overzicht in de mail van argumenten die je kunt gebruiken als voorstander, maar ook als tegenstander. Deze argumenten mail je naar s.velthuis@dorenweerd.nl als je klaar bent. 

Slide 10 - Slide

Debat

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Regels in een debat
Regel 1


Richt je tot de jury en tot het publiek. Het is een spel. Probeer de jury te overtuigen van je gelijk.

Slide 13 - Slide


Regel 2


Spreek nooit direct tegen de tegenpartij. (Jullie zeiden dat..)

Zeg: Mijn tegenstander(s) zeiden dat...

Slide 14 - Slide


Regel 3

Je mag elkaar niet onderbreken. Reageren mag alleen in je eigen beurt. Als je wil reageren, ga je staan en je wacht tot je van de debatleider het woord krijgt.

Slide 15 - Slide

Fase 3: nabespreken

Slide 16 - Slide

Observatiepunten tijdens debat


1. Presentatie

  • Ogen: Richt de debater zich op de jury en het publiek?
  • Stem: Zijn het tempo en het volume passend en overtuigend?
  • Houding: Staat de debater stevig en maakt hij ondersteunende handgebaren?
  • 'Be the argument': Gelooft de debater zelf in wat hij zegt?



 



Slide 17 - Slide

Observatiepunten tijdens debat


2. Argumentatie

  • Argumenteren: Legt de debater het argument goed uit en geeft hij er voorbeelden bij?
  • Luisteren: Luistert de debater goed naar wat anderen zeggen?
  • Reageren: Reageert de debater goed op de tegenpartij?
  • Structureren: Is de debater goed te volgen in zijn verhaal (door structuur)



 



Slide 18 - Slide

Observatiepunten tijdens debat


3. Samenwerken

  • Participatie: Komen alle leerlingen van het team aan het woord?
  • Ondersteuning: Helpen de teamleden elkaar?
  • Aansluiting: Sluiten de verschillende fases op elkaar aan?

 



Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video