This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Koolstofchemie
basis
alkanen, alkenen, alkylgroepen, telwoorden,
(on)verzadigd, (on)vertakt, isomerie
Slide 2 - Slide
Wat moet op de open plekken worden ingevuld?
Dit molecuul is een alkaan
In een alkaan bevinden zich - tussen de niet-metaal atomen - alleen enkelvoudige atoombindingen (ook wel covalente bindingen genoemd).
Stamlengte is :
De tellingslocaties zijn:
2 en 2
7
2 en 4
methylgroep
vertakt
ethyl
5
Slide 3 - Drag question
Wat moet op de open plekken worden ingevuld?
Dit molecuul is:
Een alkeen bevat altijd 1 of meerdere meervoudige bindingen (herken je snel aan een soort = teken)
Stamlengte is :
De tellingslocatie is:
1
4
onverzadigd
covalentie 1
verzadigd
covalentie 4
3
Slide 4 - Drag question
Slide 5 - Slide
Welke soorten atomen komen voor in koolwaterstoffen?
A
C en O
B
C en H
C
C, H en O
D
C, H, O en N
Slide 6 - Quiz
Welke stof behoort tot de groep van stoffen met de algemene formule: CnH2n + 2
A
alkaan
B
alkeen
C
aardolie
D
koolstofdioxide
Slide 7 - Quiz
Wat geldt voor de verhouding tussen het aantal
C-atomen en het aantal H-atomen in alkenen?
A
aantal C: 1
aantal H: 1
B
aantal C: 2
aantal H: 1
C
aantal C: 1
aantal H: 2
D
aantal C: 3
aantal H: 2
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Welke formule kan de formule van een alkaan zijn?
A
C3H6
B
C2H2
C
C5H8
D
C4H10
Slide 10 - Quiz
Wat betekent het voorvoegsel tri?
A
3
B
1
C
4
D
2
Slide 11 - Quiz
In de structuurformule van C-C-C=C zijn de waterstofatomen weggelaten.
Hoeveel waterstofatomen bevat een molecuul van de stof met deze structuurformule?
A
5
B
6
C
7
D
8
Slide 12 - Quiz
Tot welke categorie behoort de volgende stof:
2-methylbutaan?
A
alkeen
B
halogeenalkaan
C
vertakt alkaan
D
onvertakt alkaan
Slide 13 - Quiz
Welk van de volgende stofnamen behoort tot de verzadigde koolwaterstoffen?
A
2-methylpentaan
B
but-2-een
C
ethanol
D
3-methylhex-1-een
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Slide
Welk stamdeel hoort bij 8 C-atomen?
A
oct
B
hept
C
dec
D
non
Slide 16 - Quiz
Van de stoffen C3H8 en C4H10 wordt een gelijk aantal moleculen volledig verbrand waarbij waterdamp en koolstofdioxide ontstaan. Voor welke verbranding(en) zijn de meeste O2-moleculen nodig?
A
Voor de verbranding van C3H8
B
Voor de verbranding van C4H10
C
Voor beide verbrandingen evenveel
D
Er treedt geen verbranding op
Slide 17 - Quiz
Van de stoffen C3H8 en C4H10 wordt een gelijk aantal moleculen volledig verbrand waarbij waterdamp en koolstofdioxide ontstaan.
Voor welke verbranding(en) zijn de meeste O2-moleculen nodig?
C3H8 + 5 O2 --> 3 CO2 + 4 H2O
C4H10 + 13 O2 --> 8 CO2 + 10 H2O
Dus voor de verbranding van C4H10 zijn meer O2-moleculen nodig
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Hoe noemen we het verschijnsel dat moleculen dezelfde molecuulformule hebben maar verschillende structuurformules?
Slide 20 - Open question
Geef de naam van de volgende structuurformule:
(let op notatie)
Slide 21 - Open question
Geef de naam van de volgende structuurformule:
(let op notatie)
- Links --> rechts geeft voor de 4 fluorgroepen 1,2,2,2
- Rechts --> links geeft voor de 4 fluorgroepen 1,1,1,2
- Leesrichting is daarom rechts --> links omdat dit de laagste tellingsreeks oplevert. Dit is omdat als je de roodgekleurde getallen met elkaar vergelijkt dan is de locatie 1 daarin lager dan de 2. De eerste locaties, groen gemarkeerd zijn beide 1 dus op basis van die locaties kan je de laagste telleingsreeks niet vaststellen.
- Fluor wordt altijd als een voorvoegsel verwerkt in de naam.
- De vervoeging gaat via (plaatsnummers-telwoord-groepnaam)
Antwoord: 1,1,1,2-tetrafluorethaan
Slide 22 - Slide
Geef de naam van de volgende structuurformule:
(let op notatie)
Slide 23 - Open question
Geef de naam van de volgende structuurformule:
(let op notatie)
- Links --> rechts geeft voor de 3 alkylgroepen 2,2,3
- Rechts --> links geeft voor de 3 alkylgroepen 3,4,4
- Leesrichting is daarom links --> rechts omdat dit de laagste tellingsreeks oplevert. Dit is omdat als je de roodgekleurde getallen met elkaar vergelijkt dan is de locatie 2 daarin lager dan de 3. Je kan ook stellen dat de eerste vertakking aan de linkerkant zit want aan de rechterkant zou dan aan de 2e nog geen vertakking vastzitten maar pas aan de 3.
- alkylgroepen worden altijd alfabetisch als een voorvoegsel verwerkt in de naam.
De e van ethyl komt eerder in het alfabet dan de m van methyl.
- De vervoeging gaat via (plaatsnummers-telwoord-groepnaam)
Antwoord: 3-ethyl-2,2-dimethylpentaan
Slide 24 - Slide
Wat moet op de open plekken worden ingevuld?
C6H14 + O2 --> CO2 + H2O
Coëfficiënt getallen waar je uit kunt kiezen:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
Slide 25 - Drag question
Slide 26 - Slide
Een alkaan bevat 30 H-atomen. Hoeveel C-atomen bevat dit alkaan?
A
14
B
60
C
15
D
120
Slide 27 - Quiz
Een koolwaterstof heeft de molecuulformule C18H38. Wat voor soort koolwaterstof is dit?
A
alkaan
B
alkeen
C
geen van beide
Slide 28 - Quiz
A
dit is een alkaan
B
dit is een alkeen
Slide 29 - Quiz
Versleep de onderdelen naar de juiste plek.
Verzadigd
Onverzadigd
Alkanen
Alkenen
Enkelvoudige binding tussen C-atomen
1 of meer dubbele bindingen tussen C-atomen
Slide 30 - Drag question
Slide 31 - Slide
De koolwaterstoffen die hiernaast staan horen bij dezelfde groep. Welke groep is dit?