Persoonsvorm tt tijd, deel 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Nederlands

Wat gaan we doen?

Nakijken huiswerk!

Herhalen PV in TT!

Nakijken huiswerk

Je moest maken blz. 147 en 148 tot en met opdracht 4!

Gelukt?

We gaan het samen bespreken!

Herhaling!

Wat is ook alweer de persoonsvorm?
En hoe vind je de persoonsvorm?

Noteer de persoonsvorm.

In een safaripark lopen de dieren vrij rond. 

Wat is de ik-vorm van schrijven?

1. Schrijf
2. Schrijv
3. Schrij
4. Schr

Wat is de ik-vorm van bekken?

1. Bek
2. Bekken
3. Bekk
4. Bekke

Persoonsvorm tegenwoordige tijd (tt)

Als een zin gaat over wat er nu gebeurt, staat hij in de tegenwoordige tijd.

Ik zit op de stoel!

Schrijf de PV TT goed!

Bij de IK schrijf je de ik-vorm

Bij jij, u, hij, zij en het schrijf je de ik-vorm + t

Voorbeeld

Ik klets

Jij/u kletst

hij/zij/het kletst

Hoe schrijf je de persoonsvorm in de zin?
Ik (kletsen) mijn vriendin

1. klets
2. kletst
3. gekletst
4. kletsd

Hoe schrijf je de persoonsvorm in de zin?
Jij(bekijken) de nieuwe gordijnen

1. bekijken
2. Bekijkt
3. Bekijk
4. Bekeek

Hoe schrijf je de persoonsvorm in de zin?
Een goed verhaal (vertellen) de docent

1. Vertel
2. Vertelt
3. Verteld
4. Vertellen

Hoe schrijf je de persoonsvorm in de zin?
Je (kopen) een nieuwe broek

1. Kop
2. Koop
3. Koopt
4. Koopd

En?

Weet je wat de persoonsvorm is?

Weet je wat de ik-vorm is?

Weet je wat de tegenwoordige tijd is?

Weet je hoe je de persoonsvorm gebruikt in de tegenwoordige tijd?

Aan de slag!

Wat ga je doen?

Maken opdracht 5, 6, 7 en 8!

Blz. 148 en 149.

Succes!!!