Nederlands 4.9 2e klas

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Leerdoelen

1. Je weet welke vormen van reclame er zijn;
2. je weet hoe reclame werkt;
3. je weet op welke manieren je beïnvloed wordt door reclame.

Planning

• Korte herhaling paragraaf 4.8
• Uitleg paragraaf 4.9 

Ik ... (worden) moe van spelling.
pv-tt

1. wordt
2. wort
3. word

Hij .....(onthouden) het gedicht.

pv-tt

1. onthoud
2. onthoudt
3. onthouden
4. onthoudden

't Sexy Fokschaap

ook wel 't x kofschip

eindigt de ik-vorm (stam) op een letter uit het 't x kofschip

dan -te 

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Je kunt ook een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruiken.

Het eten is aangebrand. 

 Het aangebrande eten.

Je schrijft het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord zo kort mogelijk.

Hoe schrijf ik zon + bloem

1. zonnenbloem
2. zonbloem
3. zonnebloem

Wat weet je al?

Stel, je gaat een nieuw mobieltje kopen. Door wie of wat laat jij je leiden in je keuzes?

Ik let heel erg op wat vloggers kopen, dragen en eten.

1. past heel erg bij mij
2. past helemaal niet bij mij
3. past een beetje bij mij

Waarom wordt er reclame gemaakt?

1. Reclame wordt gemaakt om mensen aan te sporen om producten te kopen,.
2. Reclame wordt gemaakt om winst te maken.
3. Reclame wordt gemaakt om naamsbekendheid te krijgen
4. Reclame wordt gemaakt om mensen aan te sporen om producten of diensten te kopen, zodat bedrijven meer winst kunnen maken.

Heb je weleens sluikreclame voorbij zien komen?

1. ja
2. nee

Door welk soort reclame word jij vooral beïnvloed?

1. advertenties
2. reclamefilmpjes
3. sluikreclame

Welke informatie in het filmpje verraste jou het meest?

Merk je sluikreclame ook op als je naar vlogs kijk?

1. ja
2. soms
3. nee

Er wordt te veel reclame gemaakt voor en door jongeren.

1. mee eens
2. mee oneens
3. twijfel

Door alle sluikreclame kunnen jongeren niet meer zelf bepalen wat ze leuk vinden om te kopen

1. mee eens
2. mee oneens
3. twijfel

Het is belachelijk dat vloggers op deze manier geld verdienen.

1. mee eens
2. mee oneens
3. twijfel

Huiswerk 4.9

    B/K Maak de opdrachten 1, 2, 3, 5, 6 en 8.

T/H maak de opdrachten 1, 2, 5, 7 en 8

Succes!