De drie manieren waarop warmtetransport kan plaatsvinden zijn:
A
geleiding, straling en verbranding.
B
stroming, verbranding en isolatie.
C
verbranding, geleiding en isolatie.
D
stroming, geleiding en straling.
1 / 40
next
Slide 1: Quiz
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
De drie manieren waarop warmtetransport kan plaatsvinden zijn:
A
geleiding, straling en verbranding.
B
stroming, verbranding en isolatie.
C
verbranding, geleiding en isolatie.
D
stroming, geleiding en straling.
Slide 1 - Quiz
Bekijk de volgende feiten: 1. Als een hond het warm heeft, hangt zijn tong uit zijn bek. 2. De ruimte tussen dubbel vensterglas is gevuld met lucht. 3. Jonge vogels zijn gehuld in donsveertjes.
Toepassingen van lucht als warmteisolator herken je bij:
A
1 en 2
B
1 en 3
C
2 en 3
D
1, 2 en 3
Slide 2 - Quiz
Je pakt een kartonnen pak melk en een blikje limonade uit de koelkast. Het blikje voelt het koudst aan. Dit komt doordat:
A
Blik een goede warmtegeleider is.
B
Karton een betere warmtegeleider is dan blik.
C
Karton niet zo koud kan worden als blik.
D
Blik meer warmte uitstraalt dan karton.
Slide 3 - Quiz
Hoeveel warmte is er nodig om 1 kilogram water 1 graad Celsius in temperatuur te doen stijgen ?
A
1 J
B
4,18 J
C
4180 J
D
4,18 kJ
Slide 4 - Quiz
Bereken hoeveel warmte er nodig is om 200 mL water vijf graden in temperatuur te doen stijgen.
A
4180 J
B
4,18 J
C
4,1 J
D
400 J
Slide 5 - Quiz
Rendement (3.4)
Slide 6 - Slide
Lesdoelen
Energiestroomdiagrammen tekenen.
Het rendement berekenen van een c.v. ketel.
Slide 7 - Slide
Het energie-stroomdiagram van een gloeilamp.
Slide 8 - Slide
Er gaat vijf keer minder energie in, maar de lamp geeft toch evenveel licht. Het rendement is vijf keer zo groot als bij de gloeilamp.
Slide 9 - Slide
Rendement geeft aan hoeveel van de toegevoerde energie gebruikt wordt voor een nuttige energiesoort.
Slide 10 - Slide
Rendement berekenen
Slide 11 - Slide
Bereken het rendement
Slide 12 - Open question
Bereken het rendement
Slide 13 - Open question
Een ventilator (1,6 kW) staat 5,5 uur aan en produceert 5320 kJ aan warmte. Bereken het rendement.
Slide 14 - Open question
oppervlakte zonnepaneel is 1,8 m2
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
In een cv ketel wordt aardgas verbrand. Aardgas is een vorm van:
A
chemische energie
B
warmte
C
elektrische energie
D
licht
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Een gezin verbruikt jaarlijks 1594 m^3 aardgas. Hoeveel J warmte is hiermee geleverd? verbrandingswarmte 3, 17·10^7 J/m^3
Slide 20 - Open question
Rendement van een CV ketel
Etot = Q = r v x V
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 MJ/m3
Enut = Q =
c⋅m⋅ΔT
Slide 21 - Slide
Tekst bereken Etot
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
HAVO
Slide 25 - Slide
Oefening Rv = 32 MJ/m3
Maak dezelfde som nu nog eens maar met de volgende gegevens.
Combiketel; In 10 minuten wordt 0,3 m3 aardgas van 15 tot 85°C verhit, Er wordt 28 L water verhit.
a Bereken hoeveel warmte bij de verbranding v.h. gas vrijkwam.
b Bereken de hoeveelheid opgenomen warmte door het water.
c Bereken het rendement van de combiketel.
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Belang lesdoel
Vrijwel iedereen heeft (nog) een c.v. ketel.
Je krijgt soortgelijke opdrachten van het rendement bij de toets.
Slide 28 - Slide
Controle van begrip
1 Een zonnepaneel levert 200 W elektrische energie. Er valt zonlicht met een vermogen van 900 W op.
a Teken het energie-stroomdiagram.
b Bereken het rendement.
Slide 29 - Slide
Controle van begrip
2) Een hr+ ketel heeft een rendement van rond de 95 %
1 m3 aardgas levert bij verbranding 32 MJ.
Hoeveel MJ wordt nuttig gebruikt ?
Slide 30 - Slide
controle van begrip (som 39)
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Peter doet 50 g water in een warmtemeter en verwarmt het met een dompelaar van 10 W gedurende vijf minuten. Hoeveel warmte is er geproduceerd ?
A
50 J
B
3000 J
C
3000 W
D
50 W
Slide 33 - Quiz
Een waterkoker van 1000 W verwarmt 1 L water van 20 graden Celsius tot het kookpunt. Hoeveel warmte moet de waterkoker leveren ?
A
334,4 kJ
B
334 J
C
344 J
D
354.9 J
Slide 34 - Quiz
Een waterkoker van 1000 W verarmte 1 L water van 20 graden Celsius tot het kookpunt. Bereken hoe lang duurt dit duurt als er geen warmte verloren gaat.
A
334 s
B
300 s
C
350 s
D
240 s
Slide 35 - Quiz
Mohammed gebruikt een dompelaar om 150 mL water te verwarmen. In 5 minuten geeft deze 18 kJ warmte af. Hiervan wordt 14 kJ opgenomen door het water. Bereken het rendement waarmee het water is verwarmd.
A
44 %
B
55 %
C
75 %
D
78 %
Slide 36 - Quiz
Een combiketel verbrandt in 8 minuten 0,3 kubieke meter aardgas. De verbrandingswarmte is 32 MJ/m3. Er wordt 28 L water verwarmd van 15 tot 85 graden Celsius. Bereken het rendement van de ketel.
A
85 %
B
80 %
C
90 %
D
95 %
Slide 37 - Quiz
Een flessenwarmte met een vermogen van 80 W verwarmt in 8 minuten 200 g water van 7 tot 37 graden Celsius. Bereken het rendement van de flessenwarmer.
A
65 %
B
62 %
C
69 %
D
75 %
Slide 38 - Quiz
Een cv ketel heeft een redenemt van 90%. Er wordt 20 L water binnen vijf minuten van 15 naar 80 graden Celsisus verhit. De verbraningswarmte van aardgas is 32 MJ/m3. Bereken hieronder hoeveel m3 aardgas wordt verbrand.
Slide 39 - Open question
De verbrandingswarmte van spiritus is 18MJ/L. Hoeveel energie komt bij de verbranding van 50 ml daarvan vrij?(let op de eenheden!)