otto vraagt oom bas weet u wanneer iemand zijn bedrijf koninklijk mag noemen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 8
This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
otto vraagt oom bas weet u wanneer iemand zijn bedrijf koninklijk mag noemen
Slide 1 - Slide
otto vraagt oom bas weet u wanneer iemand zijn bedrijf koninklijk mag noemen
Otto vraagt: 'Oom Bas, weet u wanneer iemand zijn bedrijf koninklijk mag noemen?'
Slide 2 - Slide
oom bas roept dat is een goede vraag van jou
Slide 3 - Open question
hij zegt er zijn drie voorwaarden het moet een belangrijk bedrijf zijn voor nederland het moet toonaangevend zijn en het moet minstens 100 jaar bestaan
Slide 4 - Open question
dat heb je dus niet zomaar verdiend want dat zijn best hoge eisen zegt otto
Slide 5 - Open question
Otto vraagt: 'Oom Bas, weet u wanneer iemand zijn bedrijf koninklijk mag noemen?' Welk woordsoort is bedrijf?
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
voorzetsel
Slide 6 - Quiz
Oom Bas roept: 'Dat is een goede vraag van jou!' Welk woordsoort is goede?
A
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
hulpwerkwoord
Slide 7 - Quiz
Oom Bas roept: 'Dat is een goede vraag van jou!' Welk woordsoort is van?
A
lidwoord
B
hulpwerkwoord
C
telwoord
D
voorzetsel
Slide 8 - Quiz
'Dat heb je dus niet zomaar verdiend, want dat zijn best hoge eisen,' zegt Otto.
Welk woordsoort is want?
A
voegwoord
B
hulpwerkwoord
C
voorzetsel
D
lidwoord
Slide 9 - Quiz
Otto vraagt: 'Oom Bas, weet u wanneer iemand zijn bedrijf koninklijk mag noemen?'
Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
A
oom
B
bas
C
zijn
D
otto
Slide 10 - Quiz
Otto heeft een goede vraag gesteld. Wat is de persoonsvorm?
Slide 11 - Open question
Otto heeft een goede vraag gesteld. Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 12 - Open question
Otto heeft een goede vraag gesteld. Wat is het onderwerp?
Slide 13 - Open question
Otto heeft een goede vraag gesteld. Wat is het lijdend voorwerp?
Slide 14 - Open question
Kun jij nog meer koninklijke bedrijven noemen? Wat is de persoonvorm?
Slide 15 - Open question
Kun jij nog meer koninklijke bedrijven noemen? Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 16 - Open question
Kun jij nog meer koninklijke bedrijven noemen? Wat is het onderwerp?
Slide 17 - Open question
Kun jij nog meer koninklijke bedrijven noemen? Wat is het lijdend voorwerp?