This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Aujourd'hui
Les buts de ce cours:
- je connais la forme et la place de l'adjectif
- je sais conjuguer les verbes réguliers: -r
hw af week 37: 15-18 en écouter/lire 19-25
tu as appris vocabulaire F
Slide 2 - Slide
Vorm van het bijvoeglijk naamwoord: Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm. J'ai un oncle _____________ [sportif] Noteer alleen de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord
Slide 3 - Open question
Vorm van het bijvoeglijk naamwoord: Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm. Vous avez une _______ maison . [grand] Noteer alleen de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord
Slide 4 - Open question
Vorm van het bijvoeglijk naamwoord: Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm. Elles sont des filles ________. [sérieux] Noteer alleen de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord
Slide 5 - Open question
LET OP!
Bij de volgende vragen moet je het bijvoeglijk naamwoord ervoor of erachter zetten, denk om de uitzonderingen.
Typ de hele zin over!
Slide 6 - Slide
Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.
(sportif) Deux .... garçons ....
Slide 7 - Open question
Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.
(petit) J'ai trois .... soeurs ......
Slide 8 - Open question
Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.
(sympa) Un .....prof ......
Slide 9 - Open question
Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.
(beau) Un ..... aquarium ....
Slide 10 - Open question
Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.
(vieux) Un ... homme....
Slide 11 - Open question
Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.
(noir) Un .... chat .....
Slide 12 - Open question
Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.
(heureux) Une .... femme ......
Slide 13 - Open question
Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.
(blanc) des ..... chaussures ....
Slide 14 - Open question
Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.
(bleu) Un .... stylo ....
Slide 15 - Open question
Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.
(mouvais) le ... loup .....
Slide 16 - Open question
Evaluatie 1
Wat is hoofdregel voor de vormen van het bijvoeglijk naamwoord?
Slide 17 - Slide
Evaluatie 1
m. enkv
v. enkv
-
e
m. meerv
v. meerv
s
es
Slide 18 - Slide
Evaluatie 2
Vul het woordweb op de volgende dia in.
Welke bijvoeglijke naamwoorden komen VOORhet zelfstandig naamwoord ?
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
les adjectifs irréguliers
m ev m mv m ev v ev v mv
klinker/stomme 'h'
beau beaux bel belle belles
vieux vieux vieil vieille vieilles nouveau nouveaux nouvel nouvelle nouvelles
een nieuw hôtel = un nouvel hôtel
Slide 21 - Slide
Ik heb er vertrouwen in dat dit onderdeel me gaat lukken