ch 1 D:Het bijvoeglijk naamwoord / H: ww op -re

1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Aujourd'hui
Les buts de ce cours:

- je connais la forme et la place de l'adjectif
- je sais conjuguer les verbes réguliers: -r

hw af week 37:   15-18 en écouter/lire 19-25
                                  tu as appris vocabulaire F

Slide 2 - Slide

Vorm van het bijvoeglijk naamwoord: Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm.
J'ai un oncle _____________ [sportif]
Noteer alleen de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Open question

Vorm van het bijvoeglijk naamwoord: Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm.
Vous avez une _______ maison . [grand]
Noteer alleen de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Open question

Vorm van het bijvoeglijk naamwoord: Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm.
Elles sont des filles ________. [sérieux]
Noteer alleen de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Open question

LET OP!
Bij de volgende vragen moet je het bijvoeglijk naamwoord ervoor of erachter zetten, denk om de uitzonderingen.

Typ de hele zin over!

Slide 6 - Slide

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(sportif) Deux .... garçons ....

Slide 7 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(petit) J'ai trois .... soeurs ......


Slide 8 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(sympa) Un .....prof ......



Slide 9 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(beau) Un ..... aquarium ....



Slide 10 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(vieux) Un ... homme....


Slide 11 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(noir) Un .... chat .....


Slide 12 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(heureux) Une .... femme ......


Slide 13 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(blanc) des ..... chaussures ....


Slide 14 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(bleu) Un .... stylo ....


Slide 15 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(mouvais) le ... loup .....



Slide 16 - Open question

Evaluatie 1
  1. Wat is hoofdregel voor de vormen van het bijvoeglijk naamwoord?

Slide 17 - Slide

Evaluatie 1
m. enkv
v. enkv
-
e
m. meerv
v. meerv
s
es

Slide 18 - Slide

Evaluatie 2
Vul het woordweb op de volgende dia in.  
Welke bijvoeglijke naamwoorden komen VOOR het zelfstandig naamwoord ?

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

les adjectifs irréguliers

m ev        m mv                          m ev                        v ev             v mv
                                            klinker/stomme 'h'
beau          beaux                        bel                         belle         belles
vieux         vieux                         vieil                         vieille       vieilles  nouveau   nouveaux            nouvel                     nouvelle  nouvelles  
 een nieuw hôtel = un nouvel hôtel


Slide 21 - Slide

Ik heb er vertrouwen in dat dit onderdeel me gaat lukken
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Slide 23 - Video