This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Herhalen hoofdstuk Jongeren
Slide 1 - Slide
Aangeboren/aangeleerd
Aangeboren eigenschappen (nature) : eigenschappen die erfelijk zijn
Aangeleerde eigenschappen (nurture): normen, waarden en gewoonten die je overneemt van je ouders, vrienden je omgeving
Slide 2 - Slide
de (originele) kleur van je haar is:
A
aangeboren
B
aangeleerd
Slide 3 - Quiz
de (originele) kleur van je haar is:
A
aangeboren
B
aangeleerd
Slide 4 - Quiz
lopen is:
A
aangeboren
B
aangeleerd
Slide 5 - Quiz
Als je makkelijk een taal leert is dit:
A
aangeboren
B
aangeleerd
Slide 6 - Quiz
De taal die je spreekt is:
A
aangeboren
B
aangeleerd
Slide 7 - Quiz
Hoe leren we
Belonen en straffen
Imitatie
Informatie
Sociale controle: Als andere in je omgeving op je letten en je aansporen/dwingen om je aan de regels van de groep te houden.
Slide 8 - Slide
Bij sociale controle:
A
letten mensen op hoe jij je gedraagt.
B
controleren mensen elkaars waarden.
C
verdedigt iedereen zijn belangen.
D
gaat het vooral om het afleren van aangeboren eigenschappen.
Slide 9 - Quiz
Een ander woord voor beloning en straf is …
Welk woord is weggelaten?
A
aangeleerd
B
eigenschap
C
sanctie
D
imitatie
Slide 10 - Quiz
Een jongerencultuur herken je vooral aan...
A
Het beroep van de ouders
B
De bijbaantjes van jongeren
C
De kleding en muziek keuze
Slide 11 - Quiz
Wat is het beste voorbeeld van een generatieconflict?
A
Daan en Bas zijn broers, maar ze hebben heel vaak ruzie over wat goede muziek is
B
Rory zegt tegen zijn buurjongen Samir dat hij het belachelijk vindt dat hij elke dag naar de moskee gaat.
C
Bart heeft ruzie met zijn moeder omdat zij vindt dat hij te veel tijd besteedt aan computerspelletjes.
D
Klasgenoten Meral en Silas sturen elkaar haatmails.
Slide 12 - Quiz
Bij sociale controle:
A
letten mensen op hoe jij je gedraagt.
B
controleren mensen elkaars waarden.
C
verdedigt iedereen zijn belangen.
D
leer je aangeboren eigenschappen af.
Slide 13 - Quiz
Als normen en waarden een vanzelfsprekend gedeelte van je gedrag zijn geworden, is er sprake van imitatie.
A
Dit is waar.
B
Dit is niet waar
Slide 14 - Quiz
Je komt mensen tegen die die nieuwe Netflix-serie ook zo leuk vinden, net als jij. Er ontstaat een groepsgevoel op basis van:
A
plaats
B
belangen
C
interesses
D
jongerencultuur
Slide 15 - Quiz
Het accepteren van elkaars waarden en normen heeft te maken met tolerantie.
A
Dit is waar.
B
Dit is niet waar.
Slide 16 - Quiz
Identificatie:
A
zie je alleen bij jonge mensen die willen voldoen aan de groepsdruk.
B
is het imiteren van iemand waar je tegen opkijkt.
C
betekent dat je kenmerken van jezelf in een ander herkent.
D
ontstaat als mensen botsen met de normen van hun groep.
Slide 17 - Quiz
Welke zinnen zijn juist? 1. Toename van het wij-gevoel leidt tot een grotere sociale cohesie. 2. Sociale cohesie is gebaseerd op economische bindingen.