5V LPM 2021 Redox herhaling H11 les 2

H11 Redoxreacties @ LPM
herhaling redox reacties les 2
Binas 48
opstellen redoxreacties zonder Binas
rekenen aan redox
1 / 27
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H11 Redoxreacties @ LPM
herhaling redox reacties les 2
Binas 48
opstellen redoxreacties zonder Binas
rekenen aan redox

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

deel 2 : wat herhalen (vast nog steeds roestig...)
  • Zorg dat je Binas tabel 48 bij de hand hebt
  • Pen, papier en rekenmachine ook altijd handig bij scheikunde

LessonUp Redox herhaling deel 1 kun je zelfstandig doen (is meer basis)


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is een reductor?
A
Een deeltje dat elektronen opneemt
B
Een deeltje dat elektronen afstaat
C
Een deeltje dat H+ opneemt
D
Een deeltje dat H+ afstaat

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

metalen
kunnen reageren als reductor
sterkte van reductor ligt aan de edelheid
hoe edeler, hoe ZWAKKER de reductor

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Edelheid van metalen
  • Een edelmetaal roest niet, regeert slecht met andere stoffen
  • Hoe edeler een metaal, hoe zwakker het metaal als reductor is.
  • Hoe edeler een metaal, hoe minder graag metaal elektronen weggeeft.
  • Als het metaal een sterke reductor is (=onedel), dan is het metaalion (van het redoxkoppel) een slechte oxidator. 
onedel: roest snel
edel: roest niet

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Standaardelektrodepotentiaal V₀
  • Binas tabel 48 staat de V  uitgedrukt in V (Volt).
  • Vis een maat voor de sterkte van de oxidator.
  • Hoe hoger V, hoe sterker de oxidator
  • Hoe lager V₀, hoe sterker de reductor
  • Sterkste oxidatoren linksboven
  • Sterkste reductoren rechtsonder

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Rechtsonder staan de sterkste reductoren

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

In Binas tabel 48 staan de meest gebruikte oxidatoren en reductoren. 
Ze staan gerangschikt op sterkte.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Links boven staan de sterkste oxidatoren

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is de sterkste oxidator?
A
Br₂
B
Al³⁺
C
Pb⁴⁺
D
Ag⁺

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

hoe kun je de volgende halfreactie kloppend maken?
Sb₂O₃ → Sb
A
Met e-
B
Met e- en O²‾
C
Met e- en H⁺ en O₂
D
Met e- en H⁺ en H₂O

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Maak de volgende halfreactie kloppend: Sb₂O₃ → Sb

(laat sub en superscript weg of gebruik
voor bijv Sb³⁺ Sb^3+ of O₂ O_2)

Slide 12 - Open question

Sb2O3 + 6H+ +6e- -> Sb + 3 H2O
Hoe kun je de volgende halfreactie kloppend maken?
Fe²⁺ → Fe₂O₃
A
Met e- en H⁺ en H₂O
B
Met 2e- en 3H⁺ en 6H₂O
C
Met 2e- en 6H⁺ en 3H₂O
D
Met 6e- en 6H⁺ en 3H₂O

Slide 13 - Quiz

2 Fe²⁺ + 3 H₂O → Fe₂O₃ + 6H⁺ + 2e-


toetsvraag: Reageert ClO₃‾ hierboven als OX of als red?
Hoeveel mol e- worden overgedragen per mol ClO₃‾ ?

ClO3→  Cl-
A
ClO₃‾ is oxidator 3 mol e- wordt overgedragen
B
ClO₃‾ is oxidator 6 mol e- wordt overgedragen
C
ClO₃‾ is reductor 3 mol e- wordt overgedragen
D
ClO₃‾ is reductor 6 mol e- wordt overgedragen

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

oplossing bij:

toetsvraag: Reageert ClO₃‾ hierboven als OX of als red?
Hoeveel mol e- worden overgedragen per mol ClO₃‾ ?

eerst kloppend maken:   ClO₃‾ + 6e¯ + 6H+  →    Cl‾ + 3 H2O
e- staan vóór de pijl, dus  ClO₃‾ is de oxidator
er worden per mol  ClO₃‾ 6 mol elektronen overgedragen


ClO3→  Cl-

Slide 15 - Slide

This item has no instructions


In buis A: Koper(I)chloride wordt aan joodwater toegevoegd. 
In buis B: Vast jood wordt aan een oplossing van koper(II)chloride toegevoegd
Bij welke buis treedt een reactie op?
jood
joodwater = I₂ (aq)
vast jood is I₂ (s)
A
buis A
B
buis B
C
buis A èn B
D
geen van beiden

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

In buis A:  Cu+ (OX en red) , Cl- (red) en I2 (ox)
In buis B: Cu2+ (ox), Cl- (red) en I2 (ox)
A: sterkste ox I2 kan reageren  (V0=+0.54) met sterkste RED Cu+ (Vo=+0.15) 
ΔV=0.54-0.15 = 0.39 dus deze reactie verloopt.
B: sterkste ox I2 kan reageren  (V0=+0.54) met RED Cl- (Vo=+1.36) 
ΔV=0.54-1.36 = -0.82, deze reactie verloopt niet.


In buis A: Koper(I)chloride wordt aan joodwater toegevoegd.
In buis B: Jood wordt aan een oplossing van koper(II)chloride toegevoegd
Bij welke buis treedt een reactie op?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

rekenen met redox vragen
zorg dat je 
- de ladingen van de ionen kent
(of kunt vinden Binas 45A of 66B)
- de verandering van lading kunt beredeneren
- de halfreacties kunt opzoeken (Binas 48) en
optellen met juiste aantal e-

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Br₂ reageert met een oplossing met Cr³⁺-ionen.
Hoeveel mol elektronen worden
overgedragen per mol Br₂ ?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 19 - Quiz

Br2 + 2e-  → 2 Br-
per mol Br2 worden 2 mol elektronen overgedragen.

2 Zn (s) + OH‾ (aq) + Br₂ (aq) → 2 Zn(OH)₄²‾ (aq) + 2 Br‾ (aq)

Hoeveel mol elektronen worden
overgedragen per mol Zn atomen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 20 - Quiz

lading van Zn-ion in Zn(OH)₄‾ is 2+.
Zn --> Zn²⁺ + 2e- 
dus 2 mol e- per mol Zn
O₂ reageert met Aluminium in een aangezuurd milieu. Hoeveel elektronen neemt 1 mol O₂ op
én in welke verhouding reageren O₂ en Al?
(pittige vraag...)
A
1 mol O₂ neem 2 mol e- op en O₂ : Al = 3 : 4
B
1 mol O₂ neem 2 mol e- op en O₂ : Al = 2 : 1
C
1 mol O₂ neem 4 mol e- op en O₂ : Al = 3 : 4
D
1 mol O₂ neem 4 mol e- op en O₂ : Al = 2 : 1

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions


er staan twee opties met O₂ in Binas, de sterkste OX (hoogst!) is:
O₂ + 4 H⁺ + 4 e- → 2 H₂O          | x3
Al → 3 Al³⁺ + 3 e-                         | x4
per 1 mol O₂ worden 4 mol elektronen overgedragen
4e- moet met 3e- gelijkgesteld worden
3 O₂  : 4 Al 

O₂ reageert met Aluminium in een aangezuurd milieu.
Hoeveel elektronen neemt 1 mol O₂ op, én in welke verhouding reageren O₂ en Al?
schrijf uit!
deze vraag moet je dus helemaal uitschrijven als jet het 1-2-3 'ziet'.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions


36,00 mL van een 0,100 M oplossing van natriumsulfiet (Na2SO3) reageert net volledig met Y mL van een 0,100 M kaliumdichromaat oplossing, die aangezuurd is. De volgende reactie vindt plaats:
        Cr2O72–(aq) + 8 H+(aq) + 3 SO32–(aq) → 2 Cr3+(aq) + 4 H2O(l) + 3 SO42–(aq)
Hoe kun je uit de gegevens van deze bepaling afleiden hoe groot Y is?


A
Y = (36,00 x 10¯³ x 0,100) : 3
B
Y = (36,00 x 10¯³) : (3 x 0,100)
C
Y = 36,00 x 3
D
Y = 36,00 : 3

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions


Om het ethanol gehalte in wijn te bepalen wordt aan ontkleurde wijn 14,0 mL 0,500 aangezuurde kaliumdichromaat-oplossing toegevoegd. Ethanol C2H6O wordt hierbij omgezet in ethanal C2H4O
De volgende reactie treedt op:

Hoe kan het aantal mg ethanol worden berekend?



A
14,0 x 0,500 x 3 x 32,00
B
(14,00 x 0,500 x 32,00) : 3
C
(14,00 x 0,500 x 3) : 32,00
D
1(4,00 x 0,500) : (3 x 32,00)

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

afsluiten met een makkie?!

wat is waar?
I ionen van halogenen zijn meestal sterke oxidatoren
II metalen zijn meestal sterke reductoren
A
I juist II juist
B
I onjuist II juist
C
I juist II onjuist
D
I onjuist II onjuist

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

dusss...
- Binas 48 gebruiken
- kijk goed naar de stof/deeltje: Vast metaal of metaal-ion? 
Zout (ionen, Cl‾, I‾, etc) of moleculaire stof (Cl₂, Br₂, etc)?
- goed kijken wat de opties zijn = zoek de sterkste OX/RED
- nadenken over aantal elektronen en gelijk stellen
-moeilijke vraag? overslaan, later terugkijken!
- gebruik kladpapier!!

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten om te maken deze week
Herhaling/opfrissen, kijk waar je aan toe bent:

11.1  : 3, 4, 5, 6, 7, uitdaging : 9
11.2 : 12, 13, 15, 17, 19 uitdaging : 18
11.3 : 24, 25, 26, 27, 28, 29, 31, 33 uitdaging : 30, 32, 34
11.4 : 36, 37, 38, 41, 43 uitdaging: 42, 44
documenten op ELO in mapje oefenen en flex

Slide 27 - Slide

This item has no instructions