(1hv) H1 Canada paragraaf 1 deel 2

Planning:
  • terugblik/Introductie
  • Uitleg paragraaf 1:  een dunbevolkt land en kaartvaardigheden blz. 8/9 tekstboek
  • maken opdracht 2,4,6,7 paragraaf 1 blz. 5/6/7
  • Nabespreken paragraaf 1
  • afsluiting
Aan het einde van de les kan/weet je:
  • wat bevolkingsdichtheid is
  • wat bevolkingsspreiding is
  • legenda
  • schaal
  • 4 dingen die nodig zijn om een kaart te lezen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning:
  • terugblik/Introductie
  • Uitleg paragraaf 1:  een dunbevolkt land en kaartvaardigheden blz. 8/9 tekstboek
  • maken opdracht 2,4,6,7 paragraaf 1 blz. 5/6/7
  • Nabespreken paragraaf 1
  • afsluiting
Aan het einde van de les kan/weet je:
  • wat bevolkingsdichtheid is
  • wat bevolkingsspreiding is
  • legenda
  • schaal
  • 4 dingen die nodig zijn om een kaart te lezen

Slide 1 - Slide

wat weet je nog van de vorige les?

Slide 2 - Mind map

wat voor soort
kaart is dit?

Slide 3 - Open question

aantekeningen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

bevolkingsdichtheid
  • dit kan je uitrekenen!
  • de som die je hierbij kan maken is: 
  • Aantal inwoners ÷     
  • Oppervlakte in km2 =
  •  Bijv: Japan heeft 128 miljoen inw.
  • De oppervlakte is 380.000 km2
  • 128 miljoen ÷ 380.000=337 per vierkante km2.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

bevolkingsspreiding
  • de verdeling van mensen over een land of gebied
  • voorbeeld: in Canada wonen veel mensen in het zuiden en weinig in het noorden
  • reden: te koud

Slide 8 - Slide

Hier zie je de schaal van de kaart. Een schaal geeft aan hoeveel een gebied op een kaart is verkleind.

Schaal is alleen maar een verhouding.
Sommige mensen denken dat "schaal" iets te maken heeft met centimeters, maar dat is onjuist. Als iets op schaal getekend is, geeft de schaal de verhouding aan tussen de tekening en de werkelijkheid.

Bij een schaal van 1:100 is een centimeter op de kaart 100 cm in werkelijkheid.
Maar ook is bij een schaal van 1:100 een millimeter op de kaart 100 mm in werkelijkheid.
En bij diezelfde schaal is de lengte van een gebouw in werkelijkheid 100 keer zo groot.

Een fietskaart met een schaal van 1:50.000
Elke afstand op de kaart is in werkelijkheid 50.000 keer zo groot.
1 cm op de kaart = 50.000 cm = 500 m = 0,5 km
2 cm op de kaart = 1 km
 


In een kaart staat soms een noordpijl. Als er geen noordpijl staat, is de bovenkant van de kaart het noorden.


Dit is de titel van de kaart. Deze vind je vaak in de legenda van een kaart terug. 
Alle symbolen en kleuren hiernaast zijn de legenda van de kaart. Dat is de uitleg van de betekenis van de kleuren en de symbolen op een kaart. In deze legenda zie je bijvoorbeeld dat een rode kleur op de kaart betekend dat het gebied een hoogteligging heeft van 3000m of meer. Dit betekend dat dat gebied dus hoger ligt dan 3000meter!! 
kaart voor vraag 7

Slide 9 - Slide

Schaal
Omdat een kaart een gebied kleiner afbeeldt, zijn de afstanden tussen plaatsen ook verkleind. Je gebruikt de schaal van een kaart als je de werkelijke afstand tussen plaatsen wilt weten.

Hoe werkt het?

Slide 10 - Slide


schaal
Rechtsboven staat dat de schaal van deze kaart 1:200.000 is.
1:200.000
1 centimeter op de kaart is in werkelijkheid 2 kilometer 
berekenen schaal
Je meet (in een rechte lijn!) met je lineaal hoeveel centimeter 2 plaatsen van elkaar liggen op de kaart. Dan kijk je wat de schaal van de kaart is. In dit geval: 1:200.000. Je streept ALTIJD 5 nullen weg: 1 cm is dus 2 kilometer in het echt. 
Stel plaats A en B liggen 5 centimeter uit elkaar op de kaart dan is dat in werkelijkheid 5 x 2 km. = 10 kilometer.

Slide 11 - Slide

op een kaart staat een schaal van
1 : 250.000 cm. hoeveel kilometer is dit?
A
250
B
25
C
2.5
D
0.25

Slide 12 - Quiz

op een kaart staat een schaal van
1 : 3.000.000 cm. hoeveel kilometer is dit?
A
300
B
3
C
3000
D
30

Slide 13 - Quiz

op een kaart staat een schaal van
1 : 45000 cm. hoeveel kilometer is dit?
A
0.45
B
4.5
C
45
D
450

Slide 14 - Quiz

zelfstandig werken in stilte!
timer
5:00
Lezen paragraaf 1 blz. 9 een dun bevolkt land + kaartvaardigheden

Eerder klaar dan het belletje?
Ga aan de slag met op de opdracht 2,4,6,7 paragraaf 1 H1
gebruik hierbij:
  • leerboek blz.8/9
  • werkboek blz. 5/6/7
je mag zelf kiezen welke opdracht je als eerste doet.

Slide 15 - Slide

zelfstandig werken met fluisteren!
timer
5:00
Lezen paragraaf 1 blz.9 een dunbevolkt land + kaardvaardigheden

Eerder klaar dan het belletje?
Ga aan de slag met op de opdracht 2,4,6,7 paragraaf 1 H1
gebruik hierbij:
  • leerboek blz.8/9
  • werkboek blz. 5/6/7
je mag zelf kiezen welke opdracht je als eerste doet.
Vraag? steek je vinger op of loop naar het bureau als de docent daar zit.

Slide 16 - Slide

zelfstandig werken met praten!
timer
5:00
Lezen paragraaf 1 blz.9 een dunbevolkt land + kaardvaardigheden

Eerder klaar dan het belletje?
Ga aan de slag met op de opdracht 2,4,6,7 paragraaf 1 H1
gebruik hierbij:
  • leerboek blz.8/9
  • werkboek blz. 5/6/7
je mag zelf kiezen welke opdracht je als eerste doet.
Vraag? steek je vinger op of loop naar het bureau als de docent daar zit.
Klaar?vraag aan de docent wat je kan doen.

Slide 17 - Slide

extra opdracht hieronder als je klaar bent!

Slide 18 - Slide

Aardrijkskunde-domino! Leg de stenen op de goede plek zodat de juiste volgorde ontstaat.
1
2
3
4
5
6

Slide 19 - Drag question

De paardensprong
Maak met de paardensprong een woord van acht letters. Sleep daarna de letters naar de vakjes zodat het woord zichtbaar wordt. Dit woord begint met de letter N!

Tip: Als dit niet op een kaart staat, dan vind je het noorden altijd bovenin.
Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal. 

Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.
N
O
P
R
L
O
D
IJ

Slide 20 - Drag question

De paardensprong
Maak met de paardensprong een woord van acht letters. Sleep daarna de letters naar de vakjes zodat het woord zichtbaar wordt. Dit woord begint met de letter G!

Tip: aardrijkskunde gaat over....
Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal. 

Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.
E
N
D
E
I
B
E
G

Slide 21 - Drag question

Slide 22 - Link

herhaling/nabespreken

Slide 23 - Slide

Sleep de woorden naar de juiste plek. 
De schaal van een kaart is 1: 30.000.000. Dat betekent dat 1 centimeter op de kaart in werkelijkheid .................................centimeter is. 
Dat is ............................................kilometer. 
De afstand tussen Edmonton en Ottawa is op de kaart 4 centimeter. In werkelijkheid is de afstand tussen Edmonton en Ottawa dus .....................................kilometer.
Tip:
1km = 100.000cm 
Dus om 
1cm:30.000.000 om te rekenen naar km moet je 30.000.000/100.000
30.000.000 
1.200
300

Slide 24 - Drag question

Welke uitspraken over de kaart kloppen?
A
De bevolkingsdichtheid is het hoogst in het zuiden.
B
De bevolkingsspreiding is het hoogst in het zuiden.
C
De bevolkingsspreiding van Canada is gelijk verdeeld over het land.
D
De bevolkingsdichtheid is het hoogst in het noorden.

Slide 25 - Quiz

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 26 - Open question

Hoe vond je deze les gaan? voor jezelf of klassikaal. geef een cijfer of leg uit

Slide 27 - Open question