3G 4.3 Wetenschappelijke notatie van grote getallen

4.3 Wetenschappelijke notatie van grote getallen
Hoofdstuk 4 Werken met aantallen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4.3 Wetenschappelijke notatie van grote getallen
Hoofdstuk 4 Werken met aantallen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we 
doen vandaag?
  • Voorkennis
  • Uitleg
  • Oefenen
  • Aan het werk
  • Vragen en afsluiting

Slide 2 - Slide

?
Zijn er vragen van het huiswerk?

Slide 3 - Slide

Hoeveel stijgt of daalt het aantal als de factor 1,09 is?
A
9% stijgen
B
109% stijgen
C
9% dalen
D
91 % dalen

Slide 4 - Quiz

Welke factor hoort bij een stijging van 12%
A
0,12
B
1,12
C
1,1
D
0,88

Slide 5 - Quiz

Zet de woorden op de juiste plek
Grondtal
Macht
Exponent

Slide 6 - Drag question

Joris heeft € 625,- spaargeld.
De bank geeft 2,3% rente.
Met welke berekening kan Joris berekenen hoeveel spaargeld hij na 1 jaar heeft?
A
0,977 x 625
B
1,23 x 625
C
1,023 x 625
D
2,3 x 650

Slide 7 - Quiz


10⁵
A
10 000
B
100 000
C
50
D
9 765 625

Slide 8 - Quiz


1 000 000
A
10⁵
B
10⁶
C
10⁷
D
10⁸

Slide 9 - Quiz

Leerdoelen
  • Je leert hoe je getallen met miljoen, miljard en biljoen in de wetenschappelijke notatie schrijft.
  • Je herhaalt hoe je grote getallen in de wetenschappelijke notatie schrijft.
Leerdoelen

Slide 10 - Slide

2,3×10³

Slide 11 - Open question

6,58×10⁶

Slide 12 - Open question

Wat is een wetenschappelijke notatie?

Slide 13 - Open question

Schrijf het getal 4 567 200 in wetenschappelijke notatie
4 567 200 = 4,5672 x 1 000 000

Slide 14 - Slide

Is dit in de wetenschappelijke notatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Is dit in de wetenschappelijke notatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Is dit in de wetenschappelijke notatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

2.300.000.000 =

Wetenschappelijke notatie
A
2,3108
B
23108
C
2,3109
D
2,31010

Slide 18 - Quiz

Wat is 784000 in een wetenschappelijke notatie
A
7,84105
B
78,4104
C
7,84104
D
7,84107

Slide 19 - Quiz

timer
10:00
Aan het werk
De eerste 10 min. ga je in stilte aan het werk! 
Daarna mag er zachtjes worden overlegd.
Bladzijde 132, 133, 134
Opdracht 18 tot en met 26
Klaar?: Laten zien en Nakijken
Klaar, Klaar? U3 en U4 maken (bladzijde 17)

Slide 20 - Slide

  • Hoe je getallen met miljoen, miljard en biljoen in de wetenschappelijke notatie schrijft.
  • Hoe je grote getallen in de wetenschappelijke notatie schrijft.
Wat hebben we vandaag geleerd?

Slide 21 - Slide