Voorzetsel naar kun je op 3 manieren vertalen
- zu:
1. Gebruik je bij personen (Ich gehe zur Oma).
2. Bij dingen (Ich gehe zum Bahnhof). Let op!
- nach:
1. Bij Aardrijkskundige namen zonder lidwoord (Ich gehe nach Nimwegen, nach Frankreich, nach Italien)
2. Bij richtingen (Ich gehe nach rechts, nach oben, nach Süden, nach Hause)
- In:
1. Bij aardrijkskundige namen met een lidwoord (ich gehe in die Schweiz, in die Türkei, in die USA)
2. Een aantal vaste uitdrukkingen (Ich gehe ins Theater, ins Restaurant, ins Kino)
Let op:
Na zu komt altijd een 3de naamval
Na nach komt altijd een 3de naamal
Na in komt (in deze gevallen omdat het hier altijd gaat om een beweging) een 4de naamval