chap 3 2A en 2H 1-3

1 / 21
next
Slide 1: Slide
FrMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Le programme d'aujourd'hui
Le programme: 
1) L'imparfait: --> instruction
                          --> exercices 

Le but: à la fin de ce cours:
1) Je connais l'utilisation de l'imparfait et son but
2) Je connais la différence entre le passé composé et l'imparfait
3) Je sais quand il faut utiliser l'imparfait

Slide 2 - Slide

Grammaire
L'imparfait


Qu'est-ce que c'est?  

Slide 3 - Slide

L'imparfait 
Onvoltooid verleden tijd. 

Je gebruikt de imparfait om te vertellen hoe iets was of om te vertellen over gewoontes uit het verleden. 

Slide 4 - Slide

In het Nederlands gebruiken we, om een verhaal in de verleden tijd te vertellen, bijna altijd de gewone verleden tijd (de OVT, de Onvoltooid Verleden Tijd) voor het hele verhaal :

Toen ik klein was, speelde ik piano. Op een dag ging ik voor de koningin spelen. Op de dag dat ik voor de koningin speelde, was ik twaalf jaar. Het was op het schoolfeest. Het was heel warm toen. Terwijl ik speelde, kletste iedereen. Toen kwam ineens de koningin eraan. Ze klapte. Iedereen stond op.

In het Frans gebruiken we de gewone verleden tijd, L'IMPARFAIT, alleen maar om een herinnering, een beschrijving, een gewoonte en het decor aan te geven van de eigenlijke gebeurtenis die verteld wordt. Deze gewone verleden tijd, l'IMPARFAIT, heeft dus een onbepaalde duur, is een toestand. Maar bij het vertellen van de echte gebeurtenis in het Frans moet je het voltooid deelwoord gebruiken, le passé composé. Bovenstaand verhaaltje ziet er dan in het Frans uit als volgt (de imparfait is vet gedrukt, de voltooide tijd is GEKLEURD):

Quand j'étais jeune, je jouais du piano. Un jour, j'ai joué devant la reine. Le jour où j'ai joué devant la reine, j'avais douze ans. C'était la fête de l'école. Il faisait chaud. Pendant que je jouais, tout le monde bavardait. Soudain, la reine est arrivée. Elle a applaudi. Tout le monde s'est levé.

De voltooid verleden tijd (het voltooid deelwoord, le passé composé) vertelt de plotselinge actie of eenmalige gebeurtenis. Deze actie heeft een bepaalde duur. De passé composé duidt een verandering aan in de oude gewoontes of een verandering in de gegeven beschreven situatie.
In het Nederlands gebruiken we, om een verhaal in de verleden tijd te vertellen, bijna altijd de gewone verleden tijd (de OVT, de Onvoltooid Verleden Tijd) voor het hele verhaal :



Toen ik klein was, speelde ik piano. Op een dag ging ik voor de koningin spelen. Op de dag dat ik voor de koningin speelde, was ik twaalf jaar. Het was op het schoolfeest. Het was heel warm toen. Terwijl ik speelde, kletste iedereen. Toen kwam ineens de koningin eraan. Ze klapte. Iedereen stond op.



In het Frans gebruiken we de gewone verleden tijd, L'IMPARFAIT, alleen maar om een herinnering, een beschrijving, een gewoonte en het decor aan te geven van de eigenlijke gebeurtenis die verteld wordt. Deze gewone verleden tijd, l'IMPARFAIT, heeft dus een onbepaalde duur, is een toestand. Maar bij het vertellen van de echte gebeurtenis in het Frans moet je het voltooid deelwoord gebruiken, le passé composé. 


Slide 5 - Slide

Bovenstaand verhaaltje ziet er dan in het Frans uit als volgt (de imparfait is vet gedrukt, de voltooide tijd is GEKLEURD):

Quand j'étais jeune, je jouais du piano. Un jour, j'ai joué devant la reine. Le jour où j'ai joué devant la reine, j'avais douze ans. C'était la fête de l'école. Il faisait chaud. Pendant que je jouais, tout le monde bavardait. Soudain, la reine est arrivée. Elle a applaudi. Tout le monde s'est levé.

De voltooid verleden tijd (het voltooid deelwoord, le passé composé) vertelt de plotselinge actie of eenmalige gebeurtenis. Deze actie heeft een bepaalde duur. De passé composé duidt een verandering aan in de oude gewoontes of een verandering in de gegeven beschreven situatie.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Hoe maak je dus de imparfait?


stap 1: Neem de NOUS-vorm van de présent
stap 2: Knip -ONS eraf
stap 3: plak de juiste uitgang erachter 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

2H Exercices
Fais 13c, d ( page 102/103)
Vous avez 3 minutes.
Après on va en parler


timer
3:00

Slide 10 - Slide

2A Exercices
Fais exercice 13d, 13e (page 104)
Vous avez 3 minutes.
Après on va en parler

timer
3:00

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Stromae
Ecoute la chanson ‘Formidable’ de Stromae. Complète les phrases de la chanson par un verbe à l’imparfait.

Formidable, formidable
Tu _____________ formidable, j’ __________________ fort minable
Nous _____________ formidables, formidables


Slide 13 - Slide

Stromae
Ecoute la chanson ‘Formidable’ de Stromae. Complète les phrases de la chanson par un verbe à l’imparfait.

Formidable, formidable
Tu _étais____ formidable, j’ étais___________ fort minable
Nous _étions___ formidables, formidables


Slide 14 - Slide

Quelques exercices
1 Ce joueur de foot _________________ (faire) souvent des tacles dangereux.
2 Mon cousin _________________ (continuer) toujours après une défaite.
3 Tous les matins, je _________________ (chanter) la plus belle chanson du monde.
4 D’habitude, tu _________________ (protéger) la victime?
5 Nous _________________ (rire) toujours avec ces blagues.

Slide 15 - Slide

Quelques exercices
1 Ce joueur de foot ____faisait______ (faire) souvent des tacles dangereux.
2 Mon cousin ____continuais_____ (continuer) toujours après une défaite.
3 Tous les matins, je _chantais_____ (chanter) la plus belle chanson du monde.
4 D’habitude, tu _protégais____________ (protéger) la victime?
5 Nous _riions______________ (rire) toujours avec ces blagues.

Slide 16 - Slide

 vragen? 

Slide 17 - Slide

Ik vond deze les:
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Huiswerk
Volgende les:

Leren bron c Grammaire: l'imparfait


Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Slide 21 - Link