TH2H Taalverzorging H3: Voltooid deelwoord (als bnw) blokuur

Welkom!
Telefoons omgekeerd op tafel?
Spullen op tafel?

Pak dan je boek
en ga er eens 
lekker voor zitten!
timer
10:00
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Welkom!
Telefoons omgekeerd op tafel?
Spullen op tafel?

Pak dan je boek
en ga er eens 
lekker voor zitten!
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Doel en planning
Doel van de les: aan het einde van de les kun je voltooid deelwoorden goed spellen.

Planning van de les:
- uitleg volt. deelwoord en gebruik als bijvoeglijk naamwoord
- oefeningen maken

Slide 2 - Slide

Welke zin is juist gespeld?
A
We hebben spannende avonturen beleefd.
B
We hebben spannende avonturen beleeft.

Slide 3 - Quiz

Welke zin is juist gespeld?
A
Vincent heeft zijn kamer blauw geverfd.
B
Vincent heeft zijn kamer blauw geverft.

Slide 4 - Quiz

Welke zin is juist gespeld?
A
Je moet het geprinte verslag nu inleveren.
B
Je moet het geprintte verslag nu inleveren.

Slide 5 - Quiz

Welke zin is juist gespeld?
A
Het gerede kind bibberde van de kou.
B
Het geredde kind bibberde van de kou.

Slide 6 - Quiz

Voltooid deelwoord (vd)
- Het voltooid deelwoord is een werkwoordsvorm.
- Het voltooid deelwoord geeft aan dat iets is afgelopen 
   (voltooid).
- In een zin met een voltooid deelwoord staat altijd een vorm 
   van worden, hebben of zijn.
- Het voltooid deelwoord staat vaak aan het eind van een zin.
- Het voltooid deelwoord begint vaak met ge-, be- of ver-.

Slide 7 - Slide

Hoe schrijf je het vd?
- Als een voltooid deelwoord eindigt op -en, schrijf je het zoals je het hoort:
      > ik heb het vergeten, wij hebben gegeten, zij hebben gelachen
- Als een voltooid deelwoord eindigt op -d of -t, gebruik je de verlengproef 
   om de laatste letter te bepalen.
      > het vuur is geblus... Je hoort bluste, dus je schrijft geblust
- Als je niet goed kunt horen welke letter je moet schrijven, gebruik je 
   't ex-fokschaap

Slide 8 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord (bn)
Een bijvoeglijk naamwoord dat afgeleid is van een voltooid deelwoord schrijf je altijd zo kort mogelijk.

Het standbeeld is verlicht.                       Het verlichte standbeeld is erg mooi.
De boom is omgehakt.                               De omgehakte boom ligt in de tuin.
De informatie werd uitgebreid.              De uitgebreide informatie staat online.

Slide 9 - Slide

Welke zin is juist gespeld?
A
Joost heeft veel geld verdiend.
B
Joost heeft veel geld verdient.

Slide 10 - Quiz

Welke zin is juist gespeld?
A
Mirjam heeft al veel gereisd.
B
Mirjam heeft al veel gereist.

Slide 11 - Quiz

Welke zin is juist gespeld?
A
De leerlingen hebben hard gewerkd.
B
De leerlingen hebben hard gewerkt.

Slide 12 - Quiz

Welke zin is juist gespeld?
A
De gebreide trui kriebelt heel erg.
B
De gebreidde trui kriebelt heel erg.

Slide 13 - Quiz

Welke zin is juist gespeld?
A
De gestelde vraag is lastig te beantwoorden.
B
De gesteldde vraag is lastig te beantwoorden.

Slide 14 - Quiz

2e uur
Lees de theorie nog een keer door
Maak opdracht 1 tot en met 4

We starten met Fictie fragmenten

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide