§4.1 staatsvorming

4.1 Staatsvorming 
  • Je kent de kenmerken van een staat.
  • Je kent het kernconcept staatsvorming.
  • Je kent het verschil tussen interne en externe soevereiniteit  
1 / 11
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

4.1 Staatsvorming 
  • Je kent de kenmerken van een staat.
  • Je kent het kernconcept staatsvorming.
  • Je kent het verschil tussen interne en externe soevereiniteit  

Slide 1 - Slide

Pagina 63
Het sneeuwt... KENNIS!
  1. Schrijf je naam op 
  2. Schrijf een uitwerking van de leerdoelen op het blad. Hiervoor heb je 7 minuten.
  3. Maak er een prop van en raak de stoel voorin

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
1. Wat het kernconcept sociale ongelijkheid inhoudt.
2. Vier gebieden waarop er ongelijkheid bestaat (soorten sociale ongelijkheid).
3. Wat de maatschappelijke ladder betekent.
4. Wat sociale mobiliteit betekent.
5. Wat het verschil is tussen positieverwerving en positietoewijzing.
6. Wat het verschil is tussen een open en gesloten samenleving.
7. Wat het verschil is tussen collectieve en private goederen.
8. Wat het kernconcept macht inhoudt.
9. Welke machtsbronnen er zijn en voorbeelden daarvan.
10. Wat het verschil is tussen formele en informele macht.
11. Wat het dilemma van de collectieve actie is.
12. Wat een freerider is. 
13. Wat het kernconcept gezag inhoudt.
14. Wat de kernconcepten conflict en samenwerking inhouden.
15. Wat er nodig is om samen te werken.



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Een staat

  • Heeft een grondgebied met duidelijke grenzen
  • Is het hoogste gezag en regeert over een groep mensen
  • Bezit daarbij het geweld en belastingmonopolie 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Staatsvorming
De institutionalisering van politieke macht tot een staat

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

De overheid heeft formele macht
 De macht is vastgelegd in wetten en besluiten

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Waar bestaat de Staten-Generaal uit?

Waar bestaat de Staten-Generaal uit?
A
Eerste Kamer
B
Tweede Kamer
C
Eerste en Tweede Kamer
D
Parlement

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Interne soevereiniteit
Externe soevereiniteit
Macht wordt door burgers erkend als zodoende door kenmerken van een staat
Macht van de staat wordt door andere staten erkend als hoogste gezag

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Weektaak
3.4 opdrachten 16 en 18 (blz. 64 en 65). 
4.1: opdrachten 1 en 5-> vraag 2 van opdracht 5 hoeft niet (blz. 72 en 73). 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions




Leg het verschil uit tussen interne en externe soevereiniteit



Noem de kenmerken van een staat

Slide 11 - Slide

This item has no instructions