Leerdoelen Paragraaf 4.1: Staatsvorming
Ik kan de definitie van het kernconcept ‘staatsvorming’ geven, herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
Ik kan de definitie van het kernconcept ‘rationalisering’ geven, herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
Ik kan een omschrijving geven van ‘politieke macht’ en dit herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
Ik kan een omschrijving geven van ‘machtsevenwicht’, ‘machtsoverwicht’, ‘machtsvacuüm’ en ‘machtsongelijkheid’ en dit herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
Ik kan een omschrijving geven van ‘interne soevereiniteit’ en ‘externe soevereiniteit’ en kan deze onderscheiden, herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
Ik kan het proces van staatsvorming in Nederland en Europa omschrijven.