marketing week 1

Een centrum voor dagbehandeling biedt fysiotherapie voor ouderen aan.

Van welke marketingvorm is dit een voorbeeld?

A
Business-to-businessmarketing
B
Consumentenmarketing
C
Dienstenmarketing
D
Handelsmarketing
1 / 21
next
Slide 1: Quiz
MarketingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Een centrum voor dagbehandeling biedt fysiotherapie voor ouderen aan.

Van welke marketingvorm is dit een voorbeeld?

A
Business-to-businessmarketing
B
Consumentenmarketing
C
Dienstenmarketing
D
Handelsmarketing

Slide 1 - Quiz

marketing week 1
week 1

Slide 2 - Slide

Wat is een kopersmarkt?
A
Een markt waarbij er meer vraag is dan aanbod
B
Een markt waarbij er meer aanbod is dan vraag
C
Een markt waarbij er maar één koper is
D
Een markt waarbij er alleen maar verkopers zijn

Slide 3 - Quiz

Wat voor een marktvorm vormen de
terrasjes in Maastricht?
A
Volkomen concurrentie
B
Monopolie
C
Oligopolie
D
Monopolistische concurrentie

Slide 4 - Quiz

1 - Afgelopen jaar zijn er 225.000 seizoenkaarten verkocht door voetbalclubs van de Eredivisie. Van welk type vraag is hier sprake?
A
Additionele vraag
B
Effectieve vraag
C
Potentiële vraag
D
Vervangingsvraag

Slide 5 - Quiz

Er zijn heel veel producenten van frisdrank denk bijvoorbeeld aan Coca cola, Pepsi, Taksi, Spa, Dubbel friss etc.
Bij deze marktvorm is er sprake van:
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volledige mededinging

Slide 6 - Quiz

Deze marktvorm kent slechts één aanbieder.
Hier is sprake van de volgende marktvorm:
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Polypolie of volledige mededinging

Slide 7 - Quiz

Marktaandeel bereken je door ......
A
eigen afzet : totale afzet x 100%
B
omzet totale markt/ omzet bedrijf

Slide 8 - Quiz

Suiker, graan en houtskool zijn voorbeelden van producten die nagenoeg hetzelfde zijn. Deze marktvorm is een
A
oligopolie
B
monopolistisch concurrentie
C
volkomen concurrentie
D
monopolie

Slide 9 - Quiz

Het aandeel van jouw bedrijf in verhouding tot je grootste concurrent heet ...
A
Marktaandeel
B
Relatief marktaandeel
C
Potentiële vraag
D
Geen van bovenstaande antwoorden.

Slide 10 - Quiz

Welk kenmerk hoort bij een verkopersmarkt?
A
De vraag is groter dan het aanbod, aanbieders hebben grote invloed op de prijs.
B
De vraag is groter dan het aanbod, afnemers hebben grote invloed op de prijs.
C
Het aanbod is groter dan de vraag, aanbieders hebben grote invloed op de prijs.
D
Het aanbod is groter dan de vraag, afnemers hebben grote invloed op de prijs.

Slide 11 - Quiz

Dit is de eerste aankoop van een product door een afnemer
A
vervangingsvraag
B
initiële vraag
C
potentiële vraag
D
primaire vraag

Slide 12 - Quiz

Mark koopt nieuwe sportschoenen. Zijn oude schoenen gebruikt hij als hij met slecht weer moet trainen. Dit is
A
Additionele vraag
B
Vervangingsvraag
C
Initiële vraag
D
Potentiële vraag

Slide 13 - Quiz

Van welke marktvorm is de bloemenveiling een voorbeeld?
timer
1:00
A
Homogeen oligopolie
B
Heterogeen oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volledige mededinging

Slide 14 - Quiz

Examenvraag 1 : Welke situatie is een voorbeeld van marktomvang?
A
Heineken verkoopt 5 procent meer wit bier producten dan in 2019
B
Heineken bedient 34 procent van de totale biermarkt in 2019.
C
De bierbranche had in 2019 een omzet van 204 miljard euro.

Slide 15 - Quiz

Bereken het marktaandeel van Samsung
Samsung
30000
Apple
75000
LG
10000
Huawei
25000
Overig
5000
A
25,3%
B
21,4%
C
19,5%
D
20,7%

Slide 16 - Quiz

De werkelijke vraag op dit moment.
Ik vervang mijn Samsung voor Iphone
Ik koop een extra Iphone voor mijn werk
Alle mensen die geinterreesserd zijn in mijn Iphones, maar nog niet kopen.
Welk soort vraagtype ?
Sleep het juiste antwoord, bij het juiste voorbeeld
Potentiele vraag
Additionele vraag 
Vervangingsvraag 
marktpotentieel

Slide 17 - Drag question

Sleep de voorbeelden naar de juiste begrippen
timer
1:30
Consumentenmarketing
Retailmarketing & trademarketing
een groothandel die een folder uitgeeft met aanbiedingen voor een retailer
een fabrikant die een vertegenwoordiger naar de groothandel stuurt om producten voor de horeca aan te prijzen 
een groothandel die een webwinkel onderhoudt voor zakelijke kantoorartikelen
een retailer die zijn etalage mooi inricht om meer klanten binnen te krijgen
een fabrikant die televisiereclame maakt om consumenten aan te sporen zijn product te kopen

Slide 18 - Drag question

Een producent van elektrische boormachines richt zijn marketingactiviteiten op de groothandel en de detailhandel. Hij gaat ervan uit dat de handel zorgt voor een goede bewerking van de consument. Hoe wordt deze vorm van marketing genoemd?
A
Detailhandelsmarketing
B
Handelsmarketing
C
Consumentenmarketing
D
Industriële marketing

Slide 19 - Quiz

Bij deze vorm van marketing richt de detaillist zich op de klant.
A
trade marketing
B
handelsmarketing
C
B2C marketing
D
retailmarketing

Slide 20 - Quiz

Wat wordt verstaan onder trade marketing?
A
Marketingactiviteiten van fabrikanten, gericht op de industriële afnemers.
B
Marketingactiviteiten van de tussenhandel, gericht op industriële afnemers.
C
Marketingactiviteiten van de tussenhandel, gericht op de consument.
D
Marketingactiviteiten van fabrikanten, gericht op de tussenhandel.

Slide 21 - Quiz