hoofstuk 3 data en onzekerheid: normaal verdeling

hoofstuk 3 data en onzekerheid: normaal verdeling
1 / 36
next
Slide 1: Slide
WiskundeSecundair onderwijs

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

hoofstuk 3 data en onzekerheid: normaal verdeling

Slide 1 - Slide

Voorkennis
Wat moet ik kennen/kunnen?

1 Je kunt een frequentietabel opstellen van niet-gegroepeerde gegevens.
2 Je kunt niet-gegroepeerde gegevens grafisch voorstellen: staafdiagram, cirkel- of taartdiagram, lijndiagram.
3 Je kunt een frequentietabel opstellen van gegroepeerde gegevens.
4 Je kunt gegroepeerde gegevens grafisch voorstellen met een histogram en frequentiepolygoon.
5 Je kunt een histogram en frequentiepolygoon tekenen met de grafische rekenmachine van GeoGebra of in het rekenblad van GeoGebra.

Slide 2 - Slide

1 Frequentietabel van niet-gegroepeerde gegevens

Een frequentietabel is een tabel waarin je kunt aflezen hoeveel keer een gegeven voorkomt.
We illustreren dit met een voorbeeld.

Slide 3 - Slide

Voorbeeld

Bloemisterij De Bloeiende Bloem is erg gericht op snelheid en gemak. Daarom bieden ze een assortiment voorgemaakte boeketten aan zodat klanten makkelijker kunnen kiezen en het personeel minder tijd verliest.
Boeketten bestaan uit een veelvoud van 6 bloemen, met een maximum van 48 bloemen in een boeket.
De bloemisterij houdt dagelijks bij hoeveel boeketten zij verkopen.
De verkoop van gisteren wordt weergegeven in de volgende frequentietabel.



Slide 4 - Slide

In deze frequentietabel kan je 
onder andere aflezen dat: 

56 klanten een boeket kochten van 12 bloemen;
35 klanten een boeket kochten van 30 bloemen;
er gisteren in totaal 
12+56+40+20+35+10+22+36 = 231 
klanten een boeket hebben gekocht;
...

Slide 5 - Slide

 uitgebreide frequentietabel. 

Slide 6 - Slide

 uitgebreide frequentietabel. 
oefening 1

Slide 7 - Slide

2 Grafische voorstelling van niet-gegroepeerde gegevens
De gegevens in de frequentietabel kan je grafisch voorstellen met

  • een staafdiagram
  • een cirkel- of taartdiagram
  • een lijndiagram

Slide 8 - Slide

Staafdiagram

Slide 9 - Slide

Hoeveel scholen secundair onderwijs zijn er in Vlaanderen?

Slide 10 - Open question

In welke provincie zijn er het meeste scholen?

Slide 11 - Open question

In weke provincie zijn er het minste scholen?

Slide 12 - Open question

Hoeveel scholen zijn er meer in Oost-Vlaanderen t.o.v. West-Vlaanderen?

Slide 13 - Open question

Cirkel- of taartdiagram

Slide 14 - Slide

De categorie "Andere" is met ......
% de grootste categorie.

Slide 15 - Open question

Dagelijks verbruiken we ongeveer ........ liter water om naar het toilet te gaan.
Het gemiddelde waterverbruik is 114 liter water per persoon per dag.

Slide 16 - Open question

Een gezin met 4 personen verbruikt per dag gemiddeld ....... liter water voor drank en voedsel.
Het gemiddelde waterverbruik is 114 liter water per persoon per dag.

Slide 17 - Open question

Een klas van 25 leerlingen verbruikt elke week (7 dagen) gemiddeld
......... liter bij het douchen.
Het gemiddelde waterverbruik is 114 liter water per persoon per dag.

Slide 18 - Open question

je kan de hoekgrootte berekenen met volgende formule
maak oefening 5

Slide 19 - Slide

Lijndiagram

Slide 20 - Slide

maak oefening 4

Slide 21 - Slide

3 Frequentietabel van gegroepeerde gegevens


Wanneer groepeer je gegevens in klassen?
Wanneer de variabele numeriek is en er veel verschillende gegevens zijn, ga je de gegevens indelen in klassen (groepen). Categorische gegevens kan je niet in klassen indelen, enkel numerieke gegevens. Het groeperen van gegevens in klassen doe je omdat je anders te veel verschillende gegevens hebt om het overzichtelijk en haalbaar te houden.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

maak oefening 6 - 10

Slide 24 - Slide

4 Grafische voorstelling van gegroepeerde gegevens
Het histogram is een staafdiagram waarvan 
de staven tegen elkaar kleven. 
De breedte van elke staaf is de klassenbreedte.

Op de horizontale as komen de klassen.
Op de verticale as komt de absolute of 
relatieve frequentie..
Hoe groter de oppervlakte van een rechthoek, 
hoe meer gegevens in de klasse voorkomen.


Slide 25 - Slide

Aan hoeveel aanwezigen
werd naar hun leeftijd gevraagd?

Slide 26 - Open question

Aan hoeveel aanwezigen
zijn tussen 32 jaar en 34 jaar?

Slide 27 - Open question

Aan hoeveel aanwezigen
zijn jonger dan 34 jaar?

Slide 28 - Open question


Slide 29 - Open question

Slide 30 - Mind map

De omvang van deze steekproef? n =?

Slide 31 - Open question

Hoeveel procent van de aanwezigen
is ouder dan 36 jaar?

Slide 32 - Open question

is tussen 30 jaar en 34 jaar?

Slide 33 - Open question

4 Grafische voorstelling van gegroepeerde gegevens
Je kan vanuit een tabel met gegroepeerde gegevens ook een frequentiepolygoon maken.

Het frequentiepolygoon is een lijndiagram dat begint en eindigt op de horizontale as.
Daartoe moet je 2 spookelementen creëren in de tabel: een eerste en laatste extra klasse met frequentie 0.

Slide 34 - Slide






Op de horizontale as komen de klassenmiddens.
Op de verticale as komt de absolute of relatieve frequentie.

Slide 35 - Slide

oefening 
max
min
R (variatiebreedte )
N (aantal gegevens)
# klassen
# klassen afgerond
klassebreedte

Slide 36 - Slide