09 - h3 - ch5 - H (grammaire) verbe venir

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

hoe  zit het met de regels?

•Geen jas het lokaal in, anders word je weggestuurd met een Te laatje

• Zitten volgens plattegrond

• Je hebt een schrift voor elk vak bij je of in ieder geval eentje voor alle vakken

• Huiswerk dat niet gemaakt is wordt genoteerd in SOM

• Jullie leveren een actieve bijdrage in de lessen (vragen stellen/aantekeningen maken)

• Jullie zitten niet aan elkaars spullen

• Jullie laten de IPAD in de tas, hij wordt niet gebruikt voor aantekeningen, daarvoor heb je een schrift

bonjour H3 - comment ça va?

prenez

-> vos livres

-> vos cahiers

-> vos trousses / stylos

aujourd'hui on est le ????? 2024

qu'est-ce qu'on va faire?

• terugblik       
• bron H grammaire het werkwoord venir
• faire les exercices
• vooruitblik hoe ziet de repetitie eruit?

Je gaat naar het restaurant met een vriend (in) 

en jullie spelen de ober en de klant

• Begroet de ober en zeg dat je een tafel hebt gereserveerd voor 2 personen.  
• Bestel iets te drinken en vraag wat de dagschotel is 
• Vertel vervolgens wat je wilt eten als voorgerecht, hoofdgerecht en toetje 
• Zeg dat er iets niet klopt: je hebt geen vis besteld. 
• Er klopt nog iets niet, verzin zelf wat dat is 
• Vraag om een karaf water 
• Vraag tot slot om de rekening en betaal 

gebruik phrases-clés uit leerjaar 1,2 en 3

pages 166 + 173

devoirs

avez-vous des questions?

dictée

1. Qu'est-ce que tu veux [1]? Je ne sais pas. J'[2] entre du [3] et du [4].

2. Je n'arrive pas à [5] du serveur pour [6]. Monsieur? [7] svp.

3. Nous aimerions une table [8] de [9] avec quatre [10].

4. Tu as [11] le bus, du coup, tu as [12] cette [13], elle t'a aidé à prendre [14] sur [15] pour arriver à l'hôtel.

5. Sur mon sandwich j'aimerais du [16], de la [17], de la [18], du [19] et du [20].

6. Avec ce [21] je gagne un bon [22].

7. Il veut [23] [24].

dictée

[1] commander

[2] hésite

[3] poisson

[4] poulet

[5] attirer l'attention

[6] commander

[7] la carte

[8] à côté

[9] la fenêtre

[10] assiettes

[11] raté

[12] rencontré

[12] femme

[14] le bateau

[15] la mer

[16] ketchup

[17] sauce

[18] moutarde

[19] fromage

[20] beurre

[21] petit-boulot

[22] pourboire

[23] devenir

[24] cuisinier

buts bron H (grammaire)

1. je kunt het werkwoord venir gebruiken
2. je kunt een reactie schrijven

het werkwoord venir is onregelmatig

fais l'exercice 29b - page 36

het werkwoord venir is onregelmatig

denk aan vorige hoofdstuk, wat voor werkwoord is venir?

passé composé met avoir of être?

fais les exercices 30b, 31 - page 37

QUESTION sur rep chapitre 5

• LET OP! donderdag 16 mei NA 2 weken vacances
  
• Optie om het volgende week te doen?
• vocabulaire ABEF
  
• GEEEN phrases-clés
• grammaire delend lidwoord EN het ww venir
• lire

DEVOIRS (huiswerk)

Chapitre 5 - bron  - grammaire

le verbe venir

faire exercices 29ab, 30ab, 31 - page 36-37

apprendre het delend lidwoord EN le verbe venir page 41

revoir vocabulaire ABEF

leerdoelen gehaald?

->je kunt het werkwoord venir gebruiken

-> je kunt een recensie schrijven over een restaurant