4VM - wo06021

1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Parler
  • Répéter le grammaire 
  • Proeftoets

Le but: in een Frans restaurant kunnen bestellen 

Slide 2 - Slide

Parler 
Livre de textes    Page 93
Livre d'exercices Page 108

5 minutes pour préparer la conversation

Slide 3 - Slide

Commander au restaurant
Situatie 1  
- Gereserveerd op naam ‘moulin’  
- Wil graag een jus d’orange 
- Liever rijst of pasta 
- Liever pasta 
- Voorgerecht salade, hoofdgerecht pasta met kaas, dessert dame blanche    

Slide 4 - Slide

Commander au restaurant
 Situatie 2  
- Gereserveerd op naam ‘montpellier’ 
- Wil graag een thee 
- Liever groente of fruit  
- Liever groente  
- Voorgerecht soep, hoofdgerecht vlees, dessert kaas.   

Slide 5 - Slide

Interroger pouvoir et vouloir

Slide 6 - Slide

Vous ... ouvrir la fenêtre? (présent, pouvoir)

Slide 7 - Open question

Non, je ne ... pas ouvrir la fenêtre (présent, pouvoir)

Slide 8 - Open question

Je ... une tarte aux fraises(futur, vouloir)

Slide 9 - Open question

Mais mon frère ... une glace (futur, vouloir)

Slide 10 - Open question

Pourquoi ils ne ... pas venir chez nous? (imparfait, pouvoir)

Slide 11 - Open question

Elle ne ... pas venir parce qu'elle était malade. (imparfait, pouvoir)

Slide 12 - Open question

Interroger l'impératif (gebiedende wijs)

Slide 13 - Slide

Marie et Julien, .... vos pizzas! (manger)

Slide 14 - Open question

.... une nouvelle vélo, nos vélos sont vieilles. (acheter)

Slide 15 - Open question

Les élèves, .... attentifs! C'est important!(être)

Slide 16 - Open question

Sophie, ... voir le médecin. Tu es malade! (aller)

Slide 17 - Open question

Madame, ... manger du chocolat. Ce n'est pas bon pour la santé (aller)

Slide 18 - Open question

Gebiedende wijs
Wanneer je een opdracht of aanwijzing geeft:
  • Bij 1 persoon (jij-persoon)               je-vorm (Arrête, Julien!) 
  • Bij meerdere personen OF u              vous-vorm (Arrêtez, madame!) 
  • Voor jezelf / groep (wij-persoon)               nous-vorm (Arrêtons devant le cinéma)

Slide 19 - Slide

Grammaire
Uitzonderingen:
  • Aller: Je-vorm = Va          Jean, va à l'école! 
  • Être: je-vorm: sois
  •            vous-vorm: soyez
  •            nous-vorm: soyons

Slide 20 - Slide

Au travail
Proeftoets

Slide 21 - Slide

Les devoirs
Vendredi 8 octobre

SE repetitie hoofdstuk 7 

Slide 22 - Slide