1.2 Inzoomen op Teheran

                    Welkom! 
  • Je komt voorbereid in de les. . 
  • Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je   helpt waar mogelijk en beledigd niemand. 
  • Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen.


Pak alvast:
  • Je laptop (dicht op tafel)
  • Je schrift
  • Je etui



Welkom!
1 / 39
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

                    Welkom! 
  • Je komt voorbereid in de les. . 
  • Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je   helpt waar mogelijk en beledigd niemand. 
  • Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen.


Pak alvast:
  • Je laptop (dicht op tafel)
  • Je schrift
  • Je etui



Welkom!

Slide 1 - Slide

1.2 Inzoomrn op Teheran

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van de les kan je:
  • Kan je verklaren waarom er verschillen zijn in noord en zuid Teheran.
  • Wat het verschil is in inzoomen en uitzoomen.
  • De vijf verschillende schaalniveaus herkennen en toepassen.

Slide 3 - Slide

Inzoomen op Teheran



  • Bij aardrijkskunde is de schaal heel belangrijk. We kunnen twee dingen doen:
  • Inzoomen: Het verkleinen van een gebied.   Van een groter gebied naar een kleiner gebied (Iran -> Teheran)
  • Uitzoomen: Het vergroten van een gebied. Van een kleiner gebied naar een groter gebied (Teheran -> Iran)                   
Wat betekent "inzoomen op Teheran"?

Slide 4 - Slide

Veranderen van schaalniveau
In- en uitzoomen doen we met behulp van schaalniveaus. Er zijn er vijf.

  1. Lokale schaal = plaats
  2. Regionale schaal = streek/provincie
  3. Nationale schaal = land
  4. Continentale schaal = landen/werelddeel
  5. Mondiale schaal = wereld

Let op: de schaal van een kaart en schaalniveaus zijn 2 verschillende dingen!
Bedenk voor iedere schaal een voorbeeld. Begin bij je woonplaats.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Herhalen paragraaf 1.1

De schaal is 1:200.000

Hoeveel km is 1 cm?
Hoeveel km is 5 cm?

Slide 7 - Slide

Je hebt vier dingen nodig om te kaartlezen: de schaal, de noordpijl, de titel en de ........

Slide 8 - Open question

Wat voor soort kaart zie je hier?
A
Thematische kaart
B
Overzichtskaart

Slide 9 - Quiz

Wat is het enige onderdeel (om kaart te kunnen lezen) die op deze kaart staat?
A
Legenda
B
Schaal
C
Titel
D
Noordpijl

Slide 10 - Quiz

De schaal is 1:50.000.
Hoeveel km is 1 cm?
A
5 km
B
0,5 km
C
0,05 km
D
50 km

Slide 11 - Quiz

De schaal is 1:50.000.
Hoeveel km is 4 cm?
A
2 km
B
20 km
C
200 km

Slide 12 - Quiz

De bevolkingsdichtheid bereken je door: ............. ................ te delen door de oppervlakte.

Slide 13 - Open question

Lokaal
Nationaal
Regionaal
Mondiaal
Continentaal
Wereld
Provincie / regio
Werelddeel
Plaats
Land

Slide 14 - Drag question

Lokaal
Nationaal
Regionaal
Mondiaal
Continentaal
Utrecht
Nederland
Europa
Amersfoort
Wereld

Slide 15 - Drag question

Wat is het schaalniveau van deze kaart?
A
Lokaal
B
Mondiaal
C
Continentaal
D
Regionaal

Slide 16 - Quiz

Wat is het schaalniveau van deze kaart?
A
Lokaal
B
Nationaal
C
Continentaal
D
Regionaal

Slide 17 - Quiz

Wat is het schaalniveau van deze kaart?
A
Lokaal
B
Nationaal
C
Continentaal
D
Regionaal

Slide 18 - Quiz

Aan de slag:
Wat?
§1.2 Opdrachten: 1 t/m 4
     
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Opdrachten 5 t/m 7
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 19 - Slide

                    Welkom! 
  • Je komt voorbereid in de les. . 
  • Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je   helpt waar mogelijk en beledigd niemand. 
  • Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen.


Pak alvast:
  • Je laptop (dicht op tafel)
  • Je schrift
  • Je etui



Welkom!

Slide 20 - Slide

Opdracht 4 = belangrijk!
Het verschil tussen schaal en schaalniveau!
Schaal = een getal. 1:200.000

Schaalniveau = lokaal, regionaal, nationaal, continentaal of mondiaal

Slide 21 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les :
  • Kan je verklaren waarom er verschillen zijn in noord en zuid Teheran.
  • Wat het verschil is in inzoomen en uitzoomen.
  • De vijf verschillende schaalniveaus herkennen en toepassen.

Slide 22 - Slide

Neem deze tabel over in je schrift. We gaan hem gezamenlijk invullen.

Slide 23 - Slide

Teheran
  • hoofdstad van Iran
  • 12 miljoen inwoners
  • Milad toren 435 m 
  • de stad ligt tussen 1100 - 1750 m hoogte

Slide 24 - Slide

Zuiden 

  1. Gebouwen: oud + dicht op elkaar
  2. Straten: smal
  3. Weinig groen en open ruimte
  4. Voorzieningen: kleine winkels + veel werkplaatsen
= druk

Slide 25 - Slide

Noorden

  1. Gebouwen: hoog en ruimer + villa's 
  2. Straten: breed
  3. Veel groen en open ruimte
  4. Voorzieningen:  luxe en modern = winkelcentra, bioscoop, cafés 
= rustig & modern

Slide 26 - Slide

1

Slide 27 - Video

01:25
In welke gedeelte van de stad zullen ze nu lopen?

Slide 28 - Slide

Plattegrond
  • Wat is een plattegrond?
     
  • Van welk deel van de stad zal deze plattegrond zijn?
Een kaart met alle straten en huizenblokken
Het noorden

Slide 29 - Slide

Bij het inzoomen en uitzoomen van een kaart gaat het over:
A
de schaal
B
het schaalniveau

Slide 30 - Quiz

Op iedere kaart staat
A
de schaal
B
het schaalniveau

Slide 31 - Quiz

Lokaal
Nationaal
Regionaal
Mondiaal
Continentaal
Utrecht
Nederland
Europa
Amersfoort
Wereld
Provincie / regio
Werelddeel
Plaats
Land

Slide 32 - Drag question

Op welk schaalniveau is deze kaart over Iran?
A
Lokale schaal
B
Regionale schaal
C
Nationale schaal
D
Mondiale schaal

Slide 33 - Quiz

Op welk schaalniveau is deze kaart over Iran?
A
Lokale schaal
B
Regionale schaal
C
Nationale schaal
D
Mondiale schaal

Slide 34 - Quiz

Wanneer je van lokaal schaalniveau naar regionaal schaalniveau gaat ben je aan het ..........
A
Uitzoomen
B
Inzoomen

Slide 35 - Quiz

Aan de slag:
Wat?
§1.2 Opdrachten: 5 t/m 7

Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 36 - Slide

Leren voor aardrijkskunde
1. Begrippen (Begrippenlijst in learnbeat - 1.6)
2. Leerdoelen (magister of theorie)
3. Learnbeat 1.5 Samenvattingsopdrachten - Herhaling


Slide 37 - Slide

Opdracht voor vandaag
Voor aardrijkskunde moet je begrippen leren = heel belangrijk. Dit gaan we samen oefenen voor het SO door: begrippenkaartjes te maken op papier
  1. Iedereen krijgt een stapel papiertjes.
  2. Op de voorkant schrijf je het begrip.
  3. Op de achterkant schrijf je de betekenis.
  4. Alle begrippenkaartjes af? Dan gaan we ze leren.
    Je legt alle kaartjes met het begrip naar boven. Pak het bovenste kaartje van de stapel. Weet je de beschrijving van het begrip? Controleer je antwoord. Goed? Leg het kaartje apart. Fout? Leg het kaartje onderop de stapel. Herhaal dit tot je alle begrippen kent.
  5. Klaar? Hussel de kaartjes en ga in tweetallen elkaar overhoren
In lessonup staat per paragraaf een begrippenlijst met alle begrippen die je moet kennen. Open je leerboek op pagina 20 voor de beschrijvingen.

Slide 38 - Slide

Begrippenlijst
  • Plattegrond
  • Inzoomen
  • Uitzoomen
  • Schaal
  • Schaalniveaus
  • Lokale schaal
  • Regionale schaal
  • Nationale schaal
  • Continentale schaal
  • Mondiale schaal 

Slide 39 - Slide