Functiewoorden NN H6 3vwo

Functiewoorden NN H6 3vwo
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Functiewoorden NN H6 3vwo

Slide 1 - Slide

Doel van de les: je leert over functiewoorden

1.video uitleg
2.lessonup met functiewoorden

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Functiewoorden H6
 1.Aanleiding: een actuele gebeurtenis die de schrijver gebruikt om de tekst aan te verbinden.
2.Afweging: na het noemen van voor/nadelen of voor/tegenargumenten bepaalt de schrijver wat het belangrijkste is.
3.Anekdote: een (waargebeurd en grappig) verhaaltje als illustratie.
        4.Constatering: de schrijver stelt een feit of verschijnsel vast.
      5.Nuancering: een verfijning of kleine aanpassing van de bewering van de schrijver (meer details, preciezer).
         6.Vraagstelling: de schrijver geeft aan welke vraag in (een deel van) de tekst centraal staat.

Slide 4 - Slide

Ik heb een hekel aan verjaardagen, althans aan van die grote verjaardagsvieringen, met familie, vrienden en bekenden, waarbij allerlei mensen in een kring op een stoel zitten en de hele middag of avond op diezelfde plek blijven zitten, er hapjes worden rondgedeeld en je de jarige bijna niet spreekt.
A
nuancering
B
anekdote
C
tegenwerping
D
vraagstelling

Slide 5 - Quiz

(– uit een tekst over jonge ondernemers)
Op zijn zestiende had hij een gouden idee voor een bedrijf: pizza-automaten bouwen. Nu werkt Jordi Hillenga (20) hard om er een internationaal succes van te maken. Hoe kwam hij op het idee om pizzaautomaten te gaan maken? Wat heeft hij nodig om internationaal door te breken? En hoe ziet een werkdag van deze jonge ondernemer er eigenlijk uit? Elsevier liep een dagje met Jordi mee.

A
vraagstelling
B
anekdote
C
aanleiding
D
constatering

Slide 6 - Quiz

(– uit een tekst over de intelligentie van octopussen)
De nukken van octopus Truman vormden een belangrijke bijdrage aan de wetenschap. Hij had zonder een echt duidelijke reden een gruwelijke hekel aan één verzorgster. Telkens weer als zij binnenkwam in Trumans aquarium in Boston (VS), spoot hij een flinke plens water in haar richting. De haat zat diep.
Toen de verzorgster namelijk na maandenlange afwezigheid terugkeerde, herkende Truman haar en spoot haar weer nat. Lange tijd zagen kritische biologen dit soort verhalen aan voor overmatig enthousiasme van octopusfanaten. Nu blijkt echter dat octopussen inderdaad voorkeur voor personen kunnen hebben.
A
afweging
B
vraagstelling
C
anekdote
D
nuancering

Slide 7 - Quiz

Het functiewoord 'aanleiding' betekent ...
A
Verhaaltje dat de schrijver vertelt als illustratie bij het onderwerp van de tekst.
B
Vaststelling van een feit of verschijnsel
C
Dat wat de schrijver tot het schrijven van de tekst aanzette.
D
Resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver

Slide 8 - Quiz

Een constatering is een ...
A
Vaststelling van een feit of verschijnsel
B
Waargebeurd en grappig verhaal
C
Samenvattende omschrijving van de kenmerken van een begrip
D
Resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver

Slide 9 - Quiz

Nadenken over wat het beste is
A
afweging
B
nuancering
C
constatering
D
aanleiding

Slide 10 - Quiz