Herhalen mavo 4
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3
This lesson contains 14 slides, with text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Regels en uitleg
- We verdelen de klas in twee teams.
- Per team is er een teamcaptain.
- Je bent stil als de tegenstander aan de beurt is.
- Er zijn 5 rondes, het team dat na deze rondes de meeste punten heeft, heeft gewonnen.
Slide 2 - Slide
Ronde 1: Wie biedt het meest?
- 1 vraag met meerdere antwoordmogelijkheden.
- In overleg met het team bepalen hoeveel antwoorden je denkt goed te hebben.
- Hoogste bieder mag de ronde spelen.
- 2 minuten om het antwoord te geven,
10 punten te verdienen!
Slide 3 - Slide
Ronde 1
De Europese Unie heeft 27 lidstaten.
Hoeveel van deze landen horen ook bij de EMU/ eurozone (oftewel, betalen met de euro)? Hoeveel namen van EMU landen kunnen jullie noemen?
timer
2:00
Slide 4 - Slide
Ronde 2: REconomieBus
- Ieder team krijgt 5 rebussen te zien
- Per rebus 1 minuut de tijd om de rebus te ontcijferen, in totaal dus 5 minuten
- De captain schrijft de antwoorden van de rebus op het antwoordformulier
2 punten per rebus te verdienen, in totaal 10 punten!
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Ronde 3: Spellen
- Beide teams krijgen 4 woorden om te spellen.
- Per team zijn er vier personen die deze ronde spelen.
- De teamleden spellen om en om.
2 punten per juist gespeld woord, in totaal 8 punten te verdienen.
Slide 7 - Slide
Ronde 4: Geef de juiste definities
- Beide teams krijgen 3 begrippen waarvan zij als team de juiste definitie moeten kiezen.
- De captain schrijft de juiste antwoorden op het antwoordformulier.
1 punt per definitie te verdienen!
Slide 8 - Slide
Team rood
1. Schaars
A) Er zijn (productie)middelen opgeofferd om het product te maken.
B) Er is niet voldoende van een bepaald goed beschikbaar.
Team Blauw
1. Inflatie
A) Je kunt met hetzelfde inkomen minder goederen en diensten kopen.
B) Een algemene prijsstijging van goederen en diensten.
Slide 9 - Slide
Team rood
2. Variabele kosten
A) Kosten die meteen veranderen als je meer of minder gaat produceren.
B) Kosten die niet meteen veranderen als je meer of minder gaat produceren.
Team Blauw
2. Budgetplan
A) Een overzicht van alle verwachtte inkomsten en uitgaven voor de komende periode.
B) Je inkomsten en uitgaven op elkaar afstemmen.
Slide 10 - Slide
Team rood
3. Oligopolie
A) Marktvorm met een klein aantal aanbieders.
B) Marktvorm met veel aanbieders.
C) Marktvorm met één aanbieder.
Team Blauw
3. Monopolistische concurrentie
A) Marktvorm met een klein aantal aanbieders.
B) Marktvorm met veel aanbieders.
C) Marktvorm met één aanbieder.
Slide 11 - Slide
Ronde 5: Rekonomie
- Beide teams krijgen 2 sommen om op te lossen.
- In totaal heb je 5 minuten de tijd om de sommen op te lossen.
- De captain schrijft de antwoorden op het antwoordformulier.
In totaal 10 punten te verdienen!
Slide 12 - Slide
Som 2
Som 1
Een mbo diploma niveau 2 is een startkwalificatie. Een startkwalificatie zorgt ervoor dat de kans op een baan stijgt en deze heeft een positieve invloed op het inkomen van jongeren. Jongeren met startkwalificatie verdienen gemiddeld € 32.500 per jaar, terwijl jongeren zonder startkwalificatie gemiddeld € 24.050 verdienen.
Bereken hoeveel procent jongeren zonder startkwalificatie gemiddeld per jaar minder verdienen dan jongeren met startkwalificatie. Schrijf je berekening op.
