Station taalverzorging KGT2 perron2

Taalverzorging VK2 perron 2 De Rooi Pannen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Taalverzorging VK2 perron 2 De Rooi Pannen

Slide 1 - Slide

Opdracht
We maken opdr. 1 samen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

samenvatting
1. persoonsvorm                     tijdproef
2. werkwoordelijk gez.         pv + andere ww (als die er zijn)
3. onderwerp                            WIE/wat + werkwoordelijk gezegde

Slide 4 - Slide

Wat is de pv in de zin?
De Olympische zomerspelen werden in 2008 in Peking gehouden.
A
de
B
werden
C
in 2008
D
gehouden

Slide 5 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
De Olympische zomerspelen werden in 2008 in Peking gehouden.
A
werden
B
werden in Peking
C
gehouden
D
werden gehouden

Slide 6 - Quiz

Wat is het onderwerp?
De Olympische zomerspelen werden in 2008 in Peking gehouden.
A
De Olympische winterspelen
B
werden
C
in 2008
D
in Peking

Slide 7 - Quiz

Wat is de pv?
Sotsji ligt in Rusland?

Slide 8 - Mind map

Wat is het wwg?
Sotsji ligt in Rusland.

Slide 9 - Mind map

Wat is het onderwerp?
Sotsji ligt in Rusland.

Slide 10 - Mind map

Opdrachten
maken: 
opdr. 3 t/m 5

VM2 maakt opdr. 2 en 6 t/m 8 wel

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

samenvatting
1. persoonsvorm                    tijdproef
2. werkwoordelijk gez.        pv + andere ww (als die er zijn)
3. onderwerp                           WIE/wat + werkwoordelijk gezegde?
4. lijdend voorwerp               Wie/WAT + wwg + ow?
                                                        * Het lv begint nooit met een vz.
                                                        * Het lv is nooit een hoeveelheid of 
                                                            afstand.

Slide 13 - Slide

Opdrachten
maken: opdr. 9 en 18 (GEEN mvp)

VM2 maakt opdr. 10 t/m 17 en 19 t/m 28 wel

Slide 14 - Slide

Is jarig een werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord

Slide 15 - Quiz

Is 'zijn' een werkwoord of geen werkwoord?
"Dat is zijn sporttas."
A
werkwoord
B
geen werkwoord

Slide 16 - Quiz

Is verwijdert een werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord

Slide 17 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in de zin:
Iedereen weet wat de persoonsvorm is.
A
Iedereen
B
Weet + is
C
weet
D
Is

Slide 18 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm?
A
Hoe
B
vind
C
je
D
ook

Slide 19 - Quiz

Wat is het onderwerp?

Stefanie legt het onderwerp uit.
A
Stefanie
B
legt
C
het onderwerp
D
uit

Slide 20 - Quiz

Wat is het onderwerp?
Als onderwerp kozen ze pooldieren.
A
Onderwerp
B
Pooldieren
C
Kozen
D
Ze

Slide 21 - Quiz

Wat is het onderwerp?

Ik leer het onderwerp te vinden.


A
Ik
B
leer
C
het onderwerp
D
vinden

Slide 22 - Quiz

Wat is het onderwerp in deze zin?
Gisteren heeft de fietsenmaker mijn band geplakt.
A
Gisteren
B
Mijn band
C
De fietsenmaker
D
Heeft

Slide 23 - Quiz

Wat is het lijdend voorwerp in de zin?
Gisteren heeft de fietsenmaker mijn band geplakt.
A
Gisteren
B
Mijn band
C
De fietsenmaker
D
Heeft

Slide 24 - Quiz

Tekst
Persoonsvorm
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Zin vragend maken.
Zin in een andere tijd zetten.
Wie/wat + PV.
Wie/wat + onderwerp + gezegde.

Slide 25 - Drag question