Aan het eind van deze les:
- Ik herken de piramide en prisma.
- Ik weet uit welke vlakke figuren een prisma en piramide zijn opgebouwd.
- Ik kan de uitslag van een piramide en prisma herkennen (prisma tent
vorm en koekdoos. Grondvlak hoeft niet altijd op de grond te staan).
- Ik weet dat een driehoek 3 hoekpunten en 3 zijden heeft en een platte figuur is.
- Ik kan letters bij de hoekpunten zetten.