Les d.d. 14-12-22

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Liebe Schüler der klasse Tv2d

Buch dabei?

LERNZIELE

Aan het einde van deze les weet je:

* Grammatik A, B und C

 

Planung:

Wiederholung Grammatik A, Kapitel 2

Aufgabe

Grammatik B

Aufgabe

Grammatik C

Aufgabe

Het zwakke werkwoord

Wat is een zwak werkwoord?

• Wanneer je het werkwoord in de verleden tijd zet is er geen klinkerverandering

• Nederlandse zwakke werkwoorden zijn vrijwel altijd ook in het Duits zwak

Zwakke werkwoorden

...zijn regelmatig

...worden volgens een vast schema vervoegd

Er bestaat ook een handig ezelsbruggetje voor. 

Zwakke werkwoorden

Hoe worden deze dan vervoegd???????

Persoonlijk voornaamwoord

                        +

                     stam

                        +

                  uitgang

Hoe krijg je de stam?

In het Duits krijg je de stam door

van het hele werkwoord

de -en of -n (als er geen 'e' voor staat)
weg te laten

Voorbeelden:
machen > mach;  spielen > spiel;  wandern > wander

het persoonlijk voornaamwoord

1. ich

2. du

3. er/sie/es

1. wir

2. ihr

3. sie/Sie

Nu volgen de vervoegingen

Ezelsbruggetje

Achter de stam van het werkwoord komen de uitgangen:

(FE)    E - ST - T - EN - T - EN

 

LET OP!

Eindigt de stam op een -d of een -t, dan komt er een extra -e voor de uitgang in de tegenwoordige tijd bij du, er, sie, es en ihr,  bijvoorbeeld melden en antworten. 

LET OP!

Eindigt de stam op een sisklank (s, z, x, ß) dan krijg je bij du in de O.T.T. alleen een -t als uitgang. 

Bijvoorbeeld:

du tanz t

du setz t

 Aufgabe 1, Seite 62

Grammatik B, telwoorden t/m 1000

Aufgabe 4, Seite 64

Grammatik C, modale hulpwerkwoorden,

werkwoorden die een extra betekenis aan de zin toevoegen

-----> iets mag, kan of moet

Er zijn 6 modale hulpwerkwoorden in het Duits:

1. können = kunnen

2. mögen = lusten, aardig vinden, leuk vinden

3. dürfen = mogen

4. müssen = moeten (noodzaak, wat niet anders kan)

5. sollen = moeten (de wil van iemand anders, een bevel)

6. wollen = willen

Wissen is geen modaal hulpwerkwoord, maar de vervoeging lijkt op die van de modale hulpwerkwoorden

Möchten wordt in plaats van wollen gebruikt, als je opeen beleefde manier wilt uitdrukken dat je iets graag wilt

0

Aufgabe 9, Seite 67