1 vmbo-kgt thema 6.3 Voortplanting bij planten en dieren: bevruchting

Thema 6 Voortplanting bij planten en dieren
6.3 Bevruchting
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 6 Voortplanting bij planten en dieren
6.3 Bevruchting

Slide 1 - Slide

wat gaan we vandaag doen?
herhaling vorige les: 6.2 Bestuiving
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 6.3 Bevruchting
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Slide

Sleep naar de goede plaats
stempel
Bloem bodem
stijl
Vrucht beginsel
Eicel
Zaad beginsel

Slide 3 - Drag question

Bij bestuiving komt stuifmeel op ....
van een bloem
A
het vruchtbeginsel
B
de kroonbladeren
C
de stempel
D
de stijl

Slide 4 - Quiz

16 Wie of wat zorgt bij deze bloem voor de bestuiving?
A
De dieren.
B
De mens.
C
De plant zelf.
D
De wind.

Slide 5 - Quiz

Stuifmeel van een roos komt op de stempel van een tulp. 
Is dat bestuiving?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Bij welk onderdeel vind de bestuiving plaats?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quiz

Tekst
windbloemen
insectenbloemen
grote
kroonbladeren
plakkerig 
stuifmeel
geen geur
vertakte
stampers
nectar
kleurige 
kroonbladeren
meeldraden buiten de bloem
geur
licht stuifmeel
onopvallende kroonbladeren
wind 
bestuiving
insecten 
bestuiving

Slide 8 - Drag question

belangrijk!!!!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kun je beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt
- kun je de veranderingen in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven

Slide 11 - Slide

Inleiding
Na de bestuiving moeten de stuifmeelkorrels en de eicel in het zaadbeginsel bij elkaar zien te komen.

Als ze versmelten is stap 1 van de voortplanting geslaagd.

Slide 12 - Slide

In de afbeelding hiernaast zie je een stamper.
Op de stamper liggen stuifmeelkorrels.

Uit elke stuifmeelkorrel is een buisje gegroeid. Zo'n buisje heet een stuifmeelbuis.

Slide 13 - Slide

De stuifmeelbuizen groeien door de stijl naar de zaadbeginsels in het vruchtbeginsel.

Aan het einde van elke stuifmeelbuis zit een celkern. Door de stuifmeelbuis gaat de kern van een stuifmeelkorrel naar een zaadbeginsel toe.

Slide 14 - Slide

Als de buis en zaadbeginsel heeft bereikt, barst de top van van de stuifmeelbuis open. De kern van de stuifmeelkorrel dringt de eicel binnen.

Een stuifmeelkorrel is een mannelijke geslachtscel. De eicel is een vrouwelijke geslachtscel.

Slide 15 - Slide

6.3 Bevruchting
De kern van de stuifmeelkorrel versmelt met de kern van de eicel. Dit noem je bevruchting.

Bevruchting is het versmelten van de kern van een mannelijke geslachtscel met de kern van een vrouwelijke geslachtscel.
Door bevruchting ontstaat een bevruchte eicel.

Slide 16 - Slide

6.3 Bevruchting
Na de bevruchting gaat de bevruchte eicel zich delen.
Uit de bevruchte eicel ontstaat zo een kiem.
Uit het zaadbeginsel ontstaat een zaad.
Elke zaad bevat een kiem.

Als het zaad kiemt, groeit uit de kiem een kiemplantje.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Er kunnen meerdere stuifmeelbuizen tegelijk door de stijl groeien.
Deze stuifmeelbuizen groeien naar verschillende zaadbeginsels.

In elk van deze zaadbeginsels kan de eicel worden bevrucht.


Slide 19 - Slide

6.3 Bevruchting
Uit elk zaadbeginsel waarvan de eicel is bevrucht, kan en zaad ontstaan. Er kunnen dus meerdere zaden ontstaan in een vruchtbeginsel.

Als de eicel in een zaadbeginsel niet wordt bevrucht, kan de eicel niet uitgroeien tot een kiem.
Het zaadbeginsel groeit dan niet uit tot een zaad.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Slide

VRAGEN??

Slide 23 - Slide

zelf aan de slag
6.3 Bevruchting: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht  1, 2, 3, 5, 6 en 7 maken
(vanaf blz. 163)

Slide 24 - Slide

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kun je beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt

Slide 25 - Slide