Week 6 - les 3 - Lezen H3

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Lezen H3


Info ST in Magister!
Let op: vrijdag na de vakantie: 5 maart F.T. Lezen H1 t/m 4
Fictie 1/weekdoelen inleveren!
Nieuwtje

Slide 2 - Slide

Hoofdgedachte
Eén volledige zin die het belangrijkste samenvat wat er in de tekst gezegd wordt. 
  • Kan letterlijk in de tekst staan, maar je kunt 'm ook zelf maken
  • Inleiding/slot
  • Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt?

Slide 3 - Slide

Argumentatie
  • Enkelvoudig (standpunt + 1 argument)
  • Nevenschikkend (standpunt + meerdere argumenten die naast elkaar staan). Herken je aan: 'en'
  • Onderschikkend (argument onderbouwen met een extra argument). Herken je aan: 'want' 

Slide 4 - Slide

Wat voor soort argumentatie is dit?
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
neven- en onderschikkende argumentatie
D
onderschikkende argumentatie

Slide 5 - Quiz

Wat voor soort argumentatie is dit?
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
neven- en onderschikkende argumentatie

Slide 6 - Quiz

Zij moet het land leiden, want zij is integer.
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Nevenschikkende argumentatie
C
Onderschikkende argumentatie
D
Neven- en onderschikkende argumentatie

Slide 7 - Quiz

Standpunt
Argument
Dus
Kortom
Namelijk
Dat blijkt uit
Omdat
Daarom
Volgens ons
Immers

Slide 8 - Drag question


Wat voor soort argumentatie is dit?
A
nevenschikkende argumentatie
B
enkelvoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie

Slide 9 - Quiz

Ik heb verkering met hem omdat hij aardig is. Bovendien is hij knap.
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Nevenschikkende argumentatie
C
Onderschikkende argumentatie
D
Neven- en onderschikkende argumentatie

Slide 10 - Quiz

We moeten in lockdown, zodat we de ouderen kunnen beschermen. Zij zijn namelijk kwetsbaar.
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Nevenschikkende argumentatie
C
Onderschikkende argumentatie
D
Neven- en onderschikkende argumentatie.

Slide 11 - Quiz