1V1 - 1 maart

1V1 - Maandag 1 maart
Nodig:
- iPad
- Etui
- Leerboek blz. 82
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

1V1 - Maandag 1 maart
Nodig:
- iPad
- Etui
- Leerboek blz. 82

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Check opdracht mythe?
  • Herhalingsvragen
  • Bespreken huiswerk
  • Uitleg §5.2

Slide 2 - Slide

Opdracht mythe schrijven
  • Inleveren via Teams opdrachten
  • Individueel
  • Voor een cijfer, telt 1x mee
  • Uitleg: magister én teams

Vrijdag 26 feb. vóór 12.00u

Slide 3 - Slide

Herhalingsvragen

Slide 4 - Slide

Tijdens welke periode was het Romeinse Rijk een republiek?
A
753 v.C. tot 500 v.C.
B
500 v.C. tot 27 v.C.
C
27 v.C. tot 476 n.C.
D
12 mei 1991 n.C. tot 16 april 2020 n.C.

Slide 5 - Quiz

Tijdens welke periode was het Romeinse Rijk een keizerrijk?
A
753 v.C. tot 500 v.C.
B
500 v.C. tot 27 v.C.
C
27 v.C. tot 476 n.C.
D
12 mei 1991 n.C. tot 16 april 2020 n.C.

Slide 6 - Quiz

Huiswerk

Maken:
Hoofdstuk 5
Opdracht 2.1abcd
Opdracht 2.2 abcdef



Maandag 1 maart - 6e uur
Werkboek blz. 54
Leerboek blz. 84 en 85


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide


Koninkrijk?


  • De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest, hoewel daar erg weinig over bekend is.

  • En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
§5.2 "De Romeinen en hun bestuurders"

Slide 11 - Slide

Sociale piramide
1. Patriciërs 
Een groep rijke families.
Hadden alle belangrijke banen in het bestuur. 

2. Plebejers
Alle andere vrije Romeinen. 
Zij konden heel arm en heel rijk zijn.

3. Slaven
1.
2.
3.

Slide 12 - Slide

Sleep de bevolkingsgroepen naar de juiste plek in de sociale piramide. 
1.
2.
3.
Slaven
Plebejers
Patriciërs

Slide 13 - Drag question

500 v.C. - 27 v.C.
In deze periode is Rome een Republiek. 



De Romeinse Republiek is een combinatie van een democratie en een aristocratie. 
'Res Publica'
Gemeenschappelijke zaak

Slide 14 - Slide

500 v.C. - 27 v.C.
In deze periode is Rome een Republiek. 



De Romeinse Republiek is een combinatie van een democratie en een aristocratie. 
Recht van veto
Letterlijk: 'Ik verbied."
Het recht om (de uitvoering van) een voorstel of maatregel te verbieden. 
Doel: Voorkomen dat één persoon alle macht in handen krijgt.  

Slide 15 - Slide

Consul
  • Een van de belangrijkste bestuurders.
  • Er waren er twee.
  • Legeraanvoerders.
  • Baan voor één jaar. 
  • Recht van veto (andere consul)

Slide 16 - Slide

Volkstribunen
  • Een van de belangrijkste bestuurders.
  • Er waren er twee.
  • Kwamen op voor de belangen van de plebejers.
  • Baan voor één jaar. 
  • Recht van veto (andere volkstribuun, consuls, senaat en ambtenaren)

Slide 17 - Slide

Volksvergadering
  • Vertegenwoordigers van de patriciërs en de plebejers.
  • Mocht WEL stemmen en vragen stellen.
  • Mocht NIET discussiëren of voorstellen veranderen. 

Slide 18 - Slide

Senaat
  • Honderden senatoren.
  • Alleen ervaren bestuurders.
  • Baan voor het leven. 
  • Gaf raad aan alle ambtenaren en de volksvergadering. 
  • bepaalde of een voorstel aan de volksvergadering werd voorgelegd. 

Slide 19 - Slide

Huiswerk

Maken:
Hoofdstuk 5
Opdracht 3.1bcdef
Opdracht 3.2 a



Vrijdag 5 maart - 3e uur
Werkboek blz. 55
Leerboek blz. 86 en 87


Slide 20 - Slide


Koninkrijk?


  • De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest, hoewel daar erg weinig over bekend is.

  • En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
§5.2 "De Romeinen en hun bestuurders"
Oefenvragen

Slide 21 - Slide

Welk begrip?
"Het recht om (de uitvoering van) een voorstel of maatregel te verbieden."

Slide 22 - Open question

Welke bestuurder?

'Er zijn twee personen die deze functie in het bestuur hebben.'
A
Consul
B
Volkstribuun
C
Senator (lid van de senaat)
D
Lid van van de volksvergadering

Slide 23 - Quiz

Welke bestuurder?

'Zij kwamen op voor de belangen van de plebejers."
A
Consul
B
Volkstribuun
C
Senator (lid van de senaat)
D
Lid van van de volksvergadering

Slide 24 - Quiz

Welke bestuurder?

'Dit waren alleen ervaren bestuurders.'
A
Consul
B
Volkstribuun
C
Senator (lid van de senaat)
D
Lid van van de volksvergadering

Slide 25 - Quiz

Welke bestuurder?

'Recht van veto (andere volkstribuun, consuls, senaat en ambtenaren)'
A
Consul
B
Volkstribuun
C
Senator (lid van de senaat)
D
Lid van van de volksvergadering

Slide 26 - Quiz