1V1 - 8 maart

1V1 - Maandag 8 maart
Nodig:
- iPad
- Oortjes of koptelefoon
- Etui
- Leerboek blz. 86
- Werkboek blz. 55
1 / 32
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

1V1 - Maandag 8 maart
Nodig:
- iPad
- Oortjes of koptelefoon
- Etui
- Leerboek blz. 86
- Werkboek blz. 55

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Herhalingsvragen
  • Herhalen - uitleg §5.2
  • Checkvragen
  • Filmpje
  • Werkboek 
  • Klaar??

Slide 2 - Slide

Herhalingsvragen
Check vragen

Slide 3 - Slide

Welk begrip?
"Een rijk dat bestaat uit een oorspronkelijke staat en een verzameling onderworpen staten."
A
Proletariër
B
Princeps
C
Imperium
D
Forum

Slide 4 - Quiz

In welke werelddelen lag het Romeinse Rijk?
A
Europa, Afrika en Scandinavië
B
Afrika, Midden-Oosten en Europa
C
Midden-Oosten, Azië en Europa
D
Azië, Europa en Afrika

Slide 5 - Quiz

Tijdens welke periode was het Romeinse Rijk een republiek?
A
753 v.C. tot 500 v.C.
B
500 v.C. tot 27 v.C.
C
27 v.C. tot 476 n.C.
D
12 mei 1991 n.C. tot 16 april 2020 n.C.

Slide 6 - Quiz

Tijdens welke periode was het Romeinse Rijk een keizerrijk?
A
753 v.C. tot 500 v.C.
B
500 v.C. tot 27 v.C.
C
27 v.C. tot 476 n.C.
D
12 mei 1991 n.C. tot 16 april 2020 n.C.

Slide 7 - Quiz


Koninkrijk?


  • De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest, hoewel daar erg weinig over bekend is.

  • En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
§5.2 'De Romeinen en hun bestuurders
HERHALEN
Lees de volgende dia's goed door. Je moet aan het einde van het hoofdstuk weten welke bestuurder welke rechten had. 

Slide 8 - Slide

Sociale piramide
1. Patriciërs 
Een groep rijke families.
Hadden alle belangrijke banen in het bestuur. 

2. Plebejers
Alle andere vrije Romeinen. 
Zij konden heel arm en heel rijk zijn.

3. Slaven
1.
2.
3.

Slide 9 - Slide

500 v.C. - 27 v.C.
In deze periode is Rome een Republiek. 



De Romeinse Republiek is een combinatie van een democratie en een aristocratie. 
'Res Publica'
Gemeenschappelijke zaak

Slide 10 - Slide

500 v.C. - 27 v.C.
In deze periode is Rome een Republiek. 



De Romeinse Republiek is een combinatie van een democratie en een aristocratie. 
Recht van veto
Letterlijk: 'Ik verbied."
Het recht om (de uitvoering van) een voorstel of maatregel te verbieden. 
Doel: Voorkomen dat één persoon alle macht in handen krijgt.  

Slide 11 - Slide

Consul
  • Een van de belangrijkste bestuurders.
  • Er waren er twee.
  • Legeraanvoerders.
  • Baan voor één jaar. 
  • Recht van veto (andere consul)

Slide 12 - Slide

Volkstribunen
  • Een van de belangrijkste bestuurders.
  • Er waren er twee.
  • Kwamen op voor de belangen van de plebejers.
  • Baan voor één jaar. 
  • Recht van veto (andere volkstribuun, consuls, senaat en ambtenaren)

Slide 13 - Slide

Volksvergadering
  • Vertegenwoordigers van de patriciërs en de plebejers.
  • Mocht WEL stemmen en vragen stellen.
  • Mocht NIET discussiëren of voorstellen veranderen. 

Slide 14 - Slide

Senaat
  • Honderden senatoren.
  • Alleen ervaren bestuurders.
  • Baan voor het leven. 
  • Gaf raad aan alle ambtenaren en de volksvergadering. 
  • bepaalde of een voorstel aan de volksvergadering werd voorgelegd. 

Slide 15 - Slide

Check vragen
Check vragen

Slide 16 - Slide

Sleep de bevolkingsgroepen naar de juiste plek in de sociale piramide. 
1.
2.
3.
Slaven
Plebejers
Patriciërs

Slide 17 - Drag question

Welk begrip?
"Het recht om (de uitvoering van) een voorstel of maatregel te verbieden."

Slide 18 - Open question

Welke bestuurder?

'Er zijn twee personen die deze functie in het bestuur hebben.'
A
Consul
B
Volkstribuun
C
Senator (lid van de senaat)
D
Lid van van de volksvergadering

Slide 19 - Quiz

Welke bestuurder?

'Zij kwamen op voor de belangen van de plebejers."
A
Consul
B
Volkstribuun
C
Senator (lid van de senaat)
D
Lid van van de volksvergadering

Slide 20 - Quiz

Welke bestuurder?

'Dit waren alleen ervaren bestuurders.'
A
Consul
B
Volkstribuun
C
Senator (lid van de senaat)
D
Lid van van de volksvergadering

Slide 21 - Quiz

Welk begrip?
"Het recht om (de uitvoering van) een voorstel of maatregel te verbieden."

Slide 22 - Open question

Welke bestuurder?

'Recht van veto (andere volkstribuun, consuls, senaat en ambtenaren)'
A
Consul
B
Volkstribuun
C
Senator (lid van de senaat)
D
Lid van van de volksvergadering

Slide 23 - Quiz

Schrijf 3 dingen op die je
deze les hebt geleerd.

Slide 24 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je deze les
nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 25 - Open question

Bekijk het volgende filmpje.
De
Bekijk het filmpje op de volgende dia.
Opdracht 5 in jullie werkboek gaat over slavernij. Gladiatoren waren ook slaven. 

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Huiswerk

Maken:
Hoofdstuk 5
Opdracht 3.1 bcdef
Opdracht 3.2 a
Opdracht 5 ab



Vrijdag 12 maart - 3e uur
Werkboek blz. 55 en 56
Leerboek blz. 86 en 87


Slide 28 - Slide

Bekijk het volgende filmpje.
De
Ben je helemaal klaar?
Dan kun het het filmpje op de volgende dia kijken.  
Deze gaat over hoe Romeinse kinderen naar school gingen. 

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Bekijk het volgende filmpje.
De
Ben je helemaal klaar?
Dan kun het het filmpje op de volgende dia kijken.  
Deze gaat over het Romeinse eten. 

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video