2.5 Verandering in Nederlandse steden

1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Terugblik paragraaf 4
  • Opbouw van een stad
  • Stadsvernieuwing
  • Segregatie

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet hoe de Nederlandse stad is opgebouwd.
  • Je begrijpt hoe probleemwijken in steden kunnen ontstaan.
  • Je kunt oplossingen aandragen voor problemen in steden.

Slide 3 - Slide

Terugblik:
Welke stad behoort niet tot de Randstad?
A
Amsterdam
B
Rotterdam
C
Haarlem
D
Utrecht

Slide 4 - Quiz

Terugblik: welk begrip?
Steden in een gebied die onderling goed met elkaar verbonden zijn: een...
A
Randstad
B
Megastad
C
Smart City
D
Stedelijk gebied

Slide 5 - Quiz

Terugblik: Mensen vertrekken uit de stad, ze hebben meer geld, kopen een grotere woning met tuin en een auto.
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

Opbouw Nederlandse stad.
Nederlandse steden hebben vaak een oud stadscentrum.

Hoe verder naar buiten, des te jonger vaak de wijken.

Zie kaart onder bron 29 (boek)

Slide 8 - Slide

Het stadsbestuur krijgt het steeds moeilijker en moet in actie komen. De mogelijkheden zijn:
1. Mensen aan werk helpen
2. Meer toezicht (politie)
3. Renovatie
4. Herstructureren

Slide 9 - Slide

3. Renoveren: het opknappen van bestaande woningen

Slide 10 - Slide

4. Herstructureren: oude/slechte delen in een wijk worden vervangen.

Het afbreken en opnieuw opbouwen van een wijk.

De woningdichtheid neemt vaak af!

Slide 11 - Slide

Saneren: Een wijk slopen en weer helemaal opnieuw bouwen.

Slide 12 - Slide

Nieuwbouw: kijk maar eens goed, onze school staat ook op deze afbeelding.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Zoek op Google: wat betekent segregatie? (2 minuten)

Slide 15 - Open question

Leerdoelen
  • Je weet hoe de Nederlandse stad is opgebouwd.
  • Je begrijpt hoe probleemwijken in steden kunnen ontstaan.
  • Je kunt oplossingen aandragen voor problemen in steden.

Slide 16 - Slide