H3.3 - Nettokracht (les 2)

Dag R3A! Ga op de juiste plek zitten, zorg dat je een gesloten laptop op tafel, pen/potlood + geodriehoek.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Dag R3A! Ga op de juiste plek zitten, zorg dat je een gesloten laptop op tafel, pen/potlood + geodriehoek.

Slide 1 - Slide

Dag allemaal! Ga op de juiste plek zitten, zorg dat je een gesloten laptop op tafel, pen/potlood + geodriehoek.

Slide 2 - Slide

Dag R3B! Ga op de juiste plek zitten, zorg dat je een gesloten laptop op tafel, pen/potlood + geodriehoek.

Slide 3 - Slide

H3.3 - Nettokracht

Slide 4 - Slide

twee krachten in evenwicht
In deze situatie houden de krachten elkar in evenwicht. Ze trekken even hard aan de zak, maar in tegenovergestelde richtingen. Daardoor gebeurt er niets: de zak beweegt niet omhoog en ook niet omlaag.
Fv

Fz

Slide 5 - Slide

De normaalkracht
  • De normaalkracht is de kracht van de ondergrond op het voorwerp en maakt hier evenwicht met de zwaartekracht.

  • In stilstaande situatie heft de normaalkracht de zwaartekracht op

  • De nettokracht is dan..... Newton

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Nettokracht
Bepaal de grootte en richting van nettokracht?

F links = 110 N 
F rechts = 76 N
Nettokracht =?
Richting =? 

Slide 8 - Slide

Beantwoord de volgende vragen!
a) Wat is Nettokracht?

b) Geef een voorbeeld van een situatie waarbij de nettokracht 0 Newton is.

c) Hoe kun je nettokracht berekenen?

Slide 9 - Slide

Welke krachten werken er als:
a) De boot stil hangt boven het water?

b) De boot langzaam in het water zakt.

c) De boot in het water drijft.

Slide 10 - Slide

Opwaartse kracht
  • Een boot wordt met een hijskraan in het water gelaten. 
  • Als de boot in de lucht hangt wordt de kracht van de boot gedragen door de spankracht op de kabels      =>    Bij evenwicht:      Fz = Fspan
  • Als de boot het wateroppervlakte raakt, ondersteunt het water de boot. Dit heet de opwaartse kracht  =>  De kabels hoeven steeds minder gewicht te dragen
  • Er geldt:    Fz = Fspan + Fopw
  • Hoe verder de boot in het water zakt => hoe groter de opwaartse kracht
  • Als de boot drijft, hangen de kabels slap  =>  Evenwicht  =>    Fz = Fopw

Slide 11 - Slide

Ga nu zelf aan de slag
Wat? Ga aan de slag met het werkblad. Maak daarna alle opdrachten van H3.3 af.
Hoe? Je bent helemaal stil

Hoe lang? Tot het einde van de les.

Klaar? Maak de test jezelf van H3.3 af.

Slide 12 - Slide

Wat is de nettokracht?
A
de sterkste kracht in de tekening
B
als er geen krachten zijn, dat is de nettokracht
C
de krachten die overblijft als je samenwerkende krachten optelt en tegengestelde krachten van elkaar afhaalt .

Slide 13 - Quiz

Andere benaming voor nettokracht is
A
Resultante kracht
B
veer kracht
C
Somkracht
D
Optelsomkracht

Slide 14 - Quiz

Wat is er aan de hand als de nettokracht 0N is?
A
Het voorwerp valt
B
Het voorwerp versnelt
C
Het voorwerp staat stil

Slide 15 - Quiz

In evenwicht, als de veer niet trilt dus, dan geldt voor de krachten....
A
Fv is groter dan Fz
B
Fv is gelijk aan Fz
C
Fv is kleiner dan Fz

Slide 16 - Quiz

De richting van de nettokracht is naar
A
links
B
rechts
C
boven
D
beneden

Slide 17 - Quiz

Hoeveel Newton is de netto kracht als de krachten in evenwicht zijn?
A
1 N
B
0 N
C
10 N
D
0,1 N

Slide 18 - Quiz

wat is de normaal kracht?
A
De kracht die normaal aanwezig is
B
De kracht die vanuit de ondergrond op een voorwerp werkt
C
alle krachten bij elkaar opgeteld

Slide 19 - Quiz

Waar staat de pijl omhoog voor?
A
De omgekeerde kracht
B
De normaal kracht
C
de duwkracht
D
De gewoonkracht

Slide 20 - Quiz

2 krachten zijn in evenwicht als:
A
De krachten even groot zijn en dezelfde richting hebben
B
De krachten even groot zijn en een tegengestelde richting hebben
C
De krachten verschillen van grootte en richting
D
De krachten verschillen van grootte, maar wel dezelfde richting hebben.

Slide 21 - Quiz